Ben ik zo inconsequent? Gisteravond woonde ik een alternatieve ceremonie bij ter gelegenheid van onze herdenkingsdag van de gesneuvelde soldaten in Israëls vele oorlogen en campagnes. De gebruikelijke, officiële herdenking gaat gepaard met veel wapengekletter en martiaal gedoe. De lokale plechtigheden in de verschillende steden en dorpen, verspreid door Israël, zijn ingetogener. Deze alternatieve avond wordt al negen jaar georganiseerd op de Israëlische dodenherdenkingsavond (nogal equivalent aan de Nederlandse 4 mei-herdenkingen) door een organisatie 'Combatants for Peace', een gemengde groep van strijders die aan beide kanten van de barrière hebben gestaan, en die op een gegeven moment hebben ingezien dat dit wederzijdse moorden tot niets leidt. Alleen samenwerking en samenspraak zal tot wederzijds begrip en een oplossing leiden. Medewerking wordt verleend door het 'Parents Forum', dit zijn ouders en familieleden van slachtoffers van beide kanten van dit steeds voortdurende geschil tussen deze twee nogal verwante volkeren. Eerst betrof het een intieme bijeenkomst met misschien honderd aanwezigen, maar met de jaren groeit het aantal deelnemers aan deze manifestatie tot in de duizenden. Een duidelijk verschil tussen de twee soorten herdenking is de heldenrol die de dode soldaten wordt toebedeeld bij de officiële plechtigheden: onze jongens stonden met open ogen pal om het dreigende gevaar te keren. Dit is waarschijnlijk de meest acceptabele lezing van de feiten voor de ouders en nabestaanden van de gesneuvelde soldaten, om het leed dragelijk te maken. Bij de alternatieve ceremonie staan de verkwiste jonge levens op de voorgrond; levens die verloren zijn vanwege kortzichtige, egotrippende politici in gedeeltelijk overbodige oorlogen. Jonge mensen weggeplukt voor ze zich konden ontplooien, die een bodemloze leegte achterlaten bij hun naasten.
Dit is niet de eerste keer dat we alternatief gaan; we hebben deze ceremonie al zeker twee keer meegemaakt. Het interessante is dat Arabieren en Joden hier samen kunnen zitten en hun doden betreuren, en begrip opbrengen voor andermans leed. Voor de Palestijnen is het altijd moeilijk om in Noord Tel Aviv in groten getale aanwezig te zijn, omdat de permissie om 's avonds Israël binnen te komen slechts met buitengewone terughoudendheid door de autoriteiten wordt verleend. Sommige van de sprekers van de Palestijnse kant worden op video opgenomen, zodat ze toch hun stem kunnen laten horen op deze avond. Het is ook moeilijk in te schatten hoeveel Palestijnen (en ik bedoel hier specifiek de bewoners van de bezette gebieden) voor deze samenwerking voelen, zelfs als ze vrij zouden mogen gaan en staan waar ze willen.
Om de zaken wat te relativeren stonden bij het uitgaan van de massa uit de zaal enkele rechtse jongeren in spreekkoor te schreeuwen dat 'Amalek (de erfvijand van Israël) zal branden' – vermoedelijk in de hel. Wie in dit verband Amalek was, werd niet duidelijk; de aanwezige Arabieren of de linkse Israëli's, of wij allen met elkaar. Enkele politieagenten hielden deze jongeren bij ons vandaan.
Op weg naar de bijeenkomst kwam er plotseling een gedachte bij mij op, en wel hoezeer ik gekant ben tegen het invoegen van gevallen Duitsers of nazi's bij de Nederlandse 4 mei-herdenkingen. Ben ik onlogisch bezig? Waarom wel vergevingsgezind tegen de Palestijnen en niet tegen de Duitsers? Het is duidelijk dat de verschillen zo groot zijn, dat ze voor een Jood onoverkomelijke problemen opleveren in enige vergelijking. Wat je ook over de Palestijnen kunt zeggen, ze hebben nooit geprobeerd – of kunnen proberen – ons systematisch uit te roeien. En ze zijn op dit moment ook duidelijk de underdog. De nazi's en hun handlangers hebben niets ontziend hun laagste instincten op ons botgevierd. Ik zie daar niets te vergeven of te vergeten! Voor mij is die tijd nog niet aangebroken.
Wie meer wil weten over Combatants for Peace kan terecht op hun website.