De film van Rolf Orthel beleefde zijn première tegelijkertijd met de dubbeltentoonstelling ‘Samen weer aan tafel’ en ‘Rapenburgerstraat ’40 – ‘45’ in het Stadsarchief van Amsterdam op 22 februari. Dit alles onder grote belangstelling van het publiek. Bij de opening sprak ook de stand-up comedian Raoul Heertje, die duidelijk maakte dat er best ook gelachen kan en mag worden over de Sjoa, zonder dat dat schade toebrengt aan onze zielen.
De film is een persoonlijke en gevoelige uiting van de beleving van de producent, versterkt en verrijkt met fragmenten uit de interviews voor de tentoonstelling ‘Samen weer aan tafel’ van Lex Kater en medewerkers, die als onderwerp heeft hoe het voelde om met het overlevende gezin na de oorlog weer opnieuw te beginnen. Ik, de schrijver van deze column en de ‘criticus’ van de film, kom er ook in voor, naast vele andere overlevenden. Het zal duidelijk zijn dat het leven na de oorlog niet meer hetzelfde kon zijn als daarvoor. Alleen al in mijn eigen geval: na twee jaar concentratiekampen zonder enig ouderlijk toezicht was er wel iets afgedaan aan de ouderlijke autoriteit. En zo waren er vele andere omstandigheden die het gezinsleven nooit meer hetzelfde zouden maken.
De film is een mengsel van vertellingen die vooral over de oorlogservaringen gaan; één element is hoe vandaag de dag die herinneringen van de overlevenden overkomen op de kinderen van een basisschool.
De film stond enigszins in de schaduw van de tentoonstelling. Een veelgehoorde kritiek, na de première, was dan ook dat de naoorlogse ‘familiehereniging’ niet tot zijn recht kwam in de film, hoewel dat dus niet het specifieke doel van de film was, die een eigen signatuur heeft. De film moet dus geheel op zijn eigen merites worden beschouwd. Het is een mooie film, met prachtige, ontroerende en eenvoudige schetsen van Sam Drukker. Er zijn ook beelden uit kamp Westerbork, waar Orthel al eerder over filmde. Aan het eind wordt van alle personen even een korte flits vertoond van hun leven van nu.
De film is zeker geschikt als inleiding voor een nieuwe generatie die zelf niet is aangetast door de Tweede Wereldoorlog, wel met begeleiding en hier en daar wat uitleg.
Een film die het zeker verdient om ook in Israël te worden vertoond voor de ‘Nederlandse kolonie’. Misschien een idee voor de Nederlandse ambassade daar om de film te importeren.