Er is veel onkunde en onduidelijkheid over bovenstaande vraag. Aanleiding voor dit stukje was een verschil van mening over de inhoud van de acceptatie per e-mail op zijn ontslag van de vertegenwoordiger van een organisatie binnen de Nederlandse gemeenschap in Israël bij een overkoepelend orgaan. De details zijn hier verder niet relevant.
De ontslagen vertegenwoordiger stelde dat de inhoud van zijn mail vertrouwelijk was. In principe is e-mail tussen twee personen inderdaad vertrouwelijk, hoewel het verkrijgen van toegang tot de inhoud van een interessante mail voor kenners makkelijker is dan het openstomen van een envelop. Je kunt natuurlijk altijd schrijven: confidential. Of dat helpt?
Mijn mening is dat de situatie al heel anders wordt wanneer een e-mailbericht is gestuurd aan de besturen van twee organisaties, zoals in het onderhavige geval, en zelfs binnen één bestuur. De meeste besprekingen van besturen zijn in principe open voor het publiek. Misschien geldt dat niet voor de Vrijmetselaars of de Jezuïeten, maar bestuursbesprekingen van publieke instellingen zijn gewoonlijk toegankelijk voor het algemene publiek, dat wil zeggen openbaar, en hetzelfde geldt voor berichten binnen een bestuur, en zeker als er verschillende besturen mee geadresseerd zijn. De meeste bestuurders weten dat zelf duidelijk niet en handelen vaak alsof het om een geheim genootschap gaat – onjuist!
Juridisch advies in deze materie is niet makkelijk te krijgen, ook omdat de wet nogal vaag is, en verschillende landen proberen een soort briefgeheim aan te houden voor ‘persoonlijke’ e-mail, maar hoe breder de verspreiding, hoe minder dat in feite werkt.
Ik las een tijd geleden, voor zover ik mij herinner volgens een Amerikaanse wet, dat smaad, verspreid per e-mail naar meer dan twee adressanten, in het 'openbare domein' valt, zodat een klacht kan worden ingediend. Dus pas op je taal.
Wat zeggen onze juridisch geschoolde lezers?!
En iets heel anders waar ik ook sympathie voor heb. De Halo-trust, die op vele plaatsen in de wereld gebieden bevrijdt van landmijnen en achtergebleven ontplofbaar materiaal, is nu daadwerkelijk begonnen Qasr el-Yahoed, het gebied aan de Jordaan waar Jezus is gedoopt, iets ten noorden van de Dode Zee, te ruimen. Ik heb daar verscheidene malen over geschreven, en enkele vrienden uit Nederland hebben ook financieel bijgedragen om dit gevaarlijke en heilzame werk mogelijk te maken.
De vergunningen zijn rond en er is genoeg geld om te beginnen. Dit is een belangrijk godsdienstig gebied voor de christelijke wereld, waar sinds 1967 nauwelijks toegang was tot de doopplaats zelf, maar nu worden de verschillende kerken ook bereikbaar. Een stap in de goede richting!