Vandaag vierden we de Internationale Dag van de Mensenrechten. Niet veel van gemerkt? Dat klopt, want wij hebben het niet zo op mensenrechten, niet voor Palestijnen, niet voor onze eigen Arabieren, Druzen en Bedoeïenen, en zeker niet voor onze migranten of vluchtelingen, of hoe je ze noemen wilt.
Daar wilde de onvolprezen organisatie Machsomwatch iets tegen doen en zij organiseerden een avond in de Cinematheque van Tel Aviv. De avond werd redelijk goed bezocht door het bekende publiek. Een echte avond voor de overtuigden, maar toch goed dat het bestaat. Enkele woorden van begroeting werden gesproken door een voormalig Zuid-Afrikaanse, Sally-Anne Friedland, die vertelde dat toen ze voor het eerst op de bezette Westelijke Jordaanoever kwam, ze zich in Soweto waande. Alle achterstelling, pesterijen, armoede en gebrek aan diensten kwamen haar maar al te bekend voor. De bitterheid, de somberheid van de inwoners leken precies op de hopeloosheid van de zwarte bevolking die ze zo goed kende uit de ergste periode van de Apartheid. Zij blijft vechten voor een oplossing van dit probleem in het kader van Machsomwatch: hef de bezetting op!
Daarna kwam een schrijfster die ons veel citaten voorschotelde en die mij nogal zwevend ver over het hoofd vloog. De volgende spreker, uit het dorp/stadje Kfar Akev, dat op wonderlijke wijze wel en niet bij Jeruzalem hoort, had het over de vele moeilijkheden van reizen, belemmeringen, de bijna onmogelijkheid werkvergunningen of bouwvergunningen te krijgen. Dit alles is een welbekende litanie, en dit zal voortgaan zolang de onzalige bezetting duurt.
De hoofdschotel was een nieuwe documentaire, Nabi Samwil 1099 – 2099, gemaakt door Eran Turbiner, met veel bijstand van de dames van MachsomWatch. Dit dorp, in de schaduw van Jeruzalem, kon in 1948 niet veroverd worden, maar dat gemis werd in 1967 hersteld. De bewoners werden verdreven uit hun huizen, en Nabi Samwil werd grondig verwoest, behalve de moskee, want zo gevoelig zijn we wel. Daarenboven was die moskee een periode lang ook een sjoel, dus dat is een nog betere reden. Het plaatsje is gebouwd op de resten van een dorp uit de Hellenistische periode - dat gebeurt wel vaker in Israël – en dat is archeologisch van belang. Een mooi intermezzo in de film was een gesprek met de archeoloog Ben-Dov, die meende dat in 1967 Nabi Samwil verlaten was (sterk tegengesproken door de lokale Palestijnen die geïnterviewd werden) en dat de opgravingen van die dode Hellenen belangrijker waren dan de levende Palestijnen. Dat durfde hij warempel zomaar te zeggen in de film. Niet de enige in Israël die zo denkt.
Sinds enkele jaren is er in Nabi Samwil een vereniging, Women's Association of the Prophet Samuel. De leden vechten voor hun rechten en ontplooien allerlei initiatieven. De dames van Machsomwatch helpen daarbij waar ze kunnen. Na afloop kwamen sommige van de geïnterviewde Palestijnen op het podium en zij werden hartelijk toegejuicht. Wie interesse heeft in die film, met Engelse ondertitels, kan via mij meer informatie krijgen.
Een literator gaf een kort overzicht van de eufemistische terminologie waarvan wij, vooral het leger, ons bedienen inzake bezetting, oorlog, dood en verderf. Die new speak bestaat in alle landen en alle talen, dus dat hoef ik niet verder uit te leggen.
De avond werd besloten met stemmige liederen en toepasselijke verhalen van Dan Almagor, gevoelig gezongen en voorgedragen door een jonge zangeres.
Wij gingen gesticht naar huis.