Er wordt veel gesproken over hoe puzzelen en het oplossen van sudoku’s de dreigende dementie en verwante hersenverweking verre houdt. De feitelijke informatie over dat onderwerp is zeer mager.
Het is bijna zeker dat je, als je trouw deze hersengymnastiek verricht, beter wordt in het oplossen van die raadseltjes, maar of dat overslaat naar andere hersengebieden is nooit aangetoond. Ik gebruik de indicatie dementie als verzamelbak, en ga niet in op de verschillende vormen van de ziekte.
Werkelijk strikt vergelijkend en prospectief onderzoek bij groepen ouderen met en zonder puzzels bestaat niet echt. Observaties dat voortdurende hersenactiviteit de dementie later doet optreden, bestaan er wel, en het is niet ongebruikelijk – bijvoorbeeld bij oudere politici – dat de dementie als ze eenmaal uit het actieve leven stappen niet lang op zich laat wachten. In een aanvullende en contraire observatie stelt Robert Wilson (in Neurology, circa 2014) zelfs dat als de dementie eenmaal is opgetreden voortgaand puzzelen de dementie sneller verergert. Dat wil zeggen dat puzzelen de dementie aanvankelijk vertraagt, maar als het eenmaal zover is, dan versnelt hij de zaak, zodat beide groepen ongeveer tegelijk de eindstreep halen. Dit gegeven werkt bij mij een beetje contra-intuïtief, maar daar geven we niet veel voor in de wetenschap.
Een waar gegeven in de natuur is, dat if you don’t use it, you lose it. En dat zal dan ook wel gelden voor ons brein.
Hoe het ook zij, blijf rustig het kruiswoordraadsel oplossen en de dagelijkse sudoku doen. Een ander advies is het leren van een vreemde taal op oudere leeftijd, maar daar ben ik al eens mee vastgelopen, hoewel ik het niet had bedoeld als hersenstimulerende therapie, maar om rechtstreeks met mijn Palestijnse patiënten te kunnen communiceren.