Pratende dieren

Leo Mock z”l

vrijdag 9 november 2012

En terwijl Sandy al weer in lucht is opgelost, de Amerikaanse verkiezingen achter de rug zijn, en niemand nog weet wat de zorgplannen van het nieuwe kabinet voor hem of haar in petto hebben, is het allemaal geen voorpaginanieuws meer. Wel de nieuwe sneeuwstormen die nu New York weer teisteren en opnieuw stroomstoringen, natuurlijk. Zo gaat dat met nieuws – een beetje de waan van de dag ... En vooral wat degenen die het nieuws maken als ‘nieuws’ willen zien. Want net als geschiedenis wordt nieuws door mensen gemaakt. Maar wist u bijvoorbeeld dat Sandy vogelsoorten van de noordpool en uit de tropen naar New York blies?

Zo heeft een bezoeker een Ross' meeuw gespot ten noorden van New York. Deze meeuw is afkomstig uit het noordpoolgebied. Ook is in New Jersey er een Roodsnavelkeerkringvogel gezien, die vooral voorkomt in de tropen, zoals in het Caribisch gebied. (Bron: nu.nl)

Wat me weer bij ‘Etty uit het Zuiden’ brengt. Deze dame vraagt zich in de rabbijnse vraagbaak van de Yediot af of je thuis wel papegaaien mag houden. Waarom niet vraag je je meteen af? Rabbijn Durani gaat hier serieus op in en gaat er daarom maar van uit dat ze waarschijnlijk doelt op het verbod voor een Jood om in dieren te handelen die niet-kosjer zijn. Men is bang dat men er toe zou overgaan om deze op te eten. Deze halacha is slechts van toepassing op soorten die gegeten worden, en niet voor dieren die je als huisdier houdt of als werkkracht (anders zou je ook geen ezels mogen houden). Hij verwijst naar een responsum van de Chidah (rabbijn Azulai, 18e eeuw) die daarom het houden van zangvogels en ‘pratende vogels’ toestaat. Hebreeuws lezenden kunnen hier het artikel lezen.

Wat me weer bij de witz brengt van de Joodse wetenschapper die voor zijn onderzoek een zeldzame vogel die 20 talen kon spreken thuis liet bezorgen. Helaas verwachtte zijn vrouw die vrijdag de poelier die haar voor de sjabbat een fijne soepkip zou bezorgen. U begrijpt het al: de zeldzame pratende vogel eindigt in de soeppan van zijn vrouw. Wanneer de man ’s avonds tijdens de maaltijd van de verwisseling hoort, is hij zeer ontstemd: ‘die vogel heeft me een fortuin gekost – hij kon 20 talen praten!’ zegt hij boos tegen zijn vrouw. Die echter laconiek reageert: “Nah, waarom zei hij dan niets toen ik hem klaarmaakte?”

Overigens kan nu ook een olifant opeens praten – Masjiachs Zeiten – volgens nu.nl:

De Koreaanse olifant Koshik imiteert de menselijke stem door zijn slurf in zijn bek te stoppen en toont daarmee een tot nu toe onbekende manier van stemreproductie ... Enfin, kijk en luister zelf.

Vorige week had ik het over de fraaie regenboog die ik zag, en dat er Joodse bronnen zijn die stellen dat men niet naar een regenboog moet kijken. Oplettende lezers in binnen- en buitenland schreven, mailden en belden mij vervolgens met de opmerking waarom ik niet ook had verwezen naar andere zaken waar men niet naar mag kijken – en dat wordt minder spannend dan u denkt ... Zo staat er ook dat men niet naar de maan moet kijken. Ook zou het niet goed zijn om een opschrift op een grafsteen te lezen: wanneer het gaat om letters die ‘uitsteken’ – in reliëf dus – dan zorgt dat er voor dat men zijn Tora-kennis vergeet, aldus de Kitsoer Sjoelchan Aroech (ook in het Nederlands vertaald door het NIK) in par. 128:13.

Evenzeer af te raden is het kijken naar de priester(s) wanneer deze de priesterzegen in de synagoge uitspreken – dit zou het gezichtsvermogen aantasten. En ook het kijken naar het gezicht van een slecht mens is niet goed. In verschillende rabbijnse bronnen benadrukt men wel het verschil tussen zien en kijken. Zien mag, maar aandachtig bekijken niet. Het eerste is zonder al te veel aandacht het in het gezichtsveld signaleren; het tweede is het echt aandachtig op detail bekijken van iets. En hoewel ik niet gesponsord wordt door de brillenbranche is deze reclame in dit verband nog steeds grappig.

En toeval of niet – de parasja van vorige week draait om het thema ‘zien’. Hij heet dan ook Wajera (En Hij verscheen, werd zichtbaar); Awraham ziet de drie mannen (Bereesjiet / Gen. 18:2); hij ziet de plek waar hij Jitschak moet offeren al van ver (22:4), en de berg heet later ‘God zal voorzien’ of ‘Hij zal gezien worden’ (22:14). Deze week gaan we verder met Chajé Sarah – het Leven van Sarah (23:1) – dat echter juist begint met het sterven van Sarah. Kortom, een rare naam voor deze parasja. Mystici merken op dat wanneer een tsaddiek sterft, deze op een bepaalde manier meer leeft dan tijdens diens aardse leven.

En om het allemaal nog ingewikkelder te maken, brengt onze parasja ons naar de vraag of men af mag gaan op het interpreteren van voortekenen. De hoofdbediende Eliëzer – degene die verantwoordelijk was voor alles wat er in Awrahams huishouding gebeurde – krijgt de opdracht om een vrouw voor Jitschak te zoeken. Daarvoor moet hij terugkeren naar het gebied waar vandaan Awraham ooit juist wegtrok! Eliëzer gaat op pad en besluit het volgende:

Eeuwige, God van mijn heer Awraham, laat mij toch heden slagen en bewijs genade aan mijn heer Awraham. Ik sta hier bij de waterbron, en de dochters van de stad gaan uit om water te halen. Laat het zo zijn, dat het meisje, tot wie ik zal zeggen: “Reik mij uw kruik aan zodat ik zal drinken”, antwoordt: “Drink maar, en ik zal uw kamelen ook nog te drinken geven”, dan zal dát het meisje zijn dat U voor uw dienaar Jitschak bestemd hebt; dan zal ik daaraan weten, dat U genade bewezen hebt aan mijn meester. (Gen. 24:12-14)

Mag dit, of is dit een vorm van magie bedrijven? Antwoord volgende week ...

Sjabbat sjalom

7 + 4 = ?

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.