We waren weer op vakantie in Israël. Dit keer was ik 3 weken – korter dan doorgaans. Mijn vrouw bleef nog een weekje langer, dat moet zij zelf maar weten – ik hou haar niet tegen :-) We hebben inmiddels al weer een nieuwe vakantie geboekt om even bij te komen van deze Israëlreis. Want we hebben weer veel gedaan daar – vooral veel huizen van mensen gezien waar we op bezoek waren. Familie, vrienden, kennissen. Gelukkig komt mijn vrouw uit een familie waar de directe familieleden al zo'n 150 mensen zijn, schat ik. En ikzelf heb natuurlijk ook de nodige familie daar. Dus dat schiet lekker op. John Cleese's bestseller "Hoe overleef ik mijn familie" kwam dan ook aardig van pas. Eventueel uit te breiden met "Hoe overleef ik mijn schoonfamilie" ...
Gelukkig werkte het weer ook mee. Veel Israeli's beaamden dat ze het nog nooit zó warm hadden gehad. En inderdaad was er nét tijdens onze vakantie een hittegolf zoals men die sinds decennia nog niet gehad. De hoge luchtvochtigheid voegde daar nog een speels element aan toe. Zelfs in Jeruzalem wilde het 's avonds maar niet afkoelen tot onder de 29-30 graden. De hoge vochtigheid van de lucht zorgde zelfs voor wolken 's avonds en in de ochtend, die de warmte lekker vasthielden als een dekentje. Zodat je al in de ochtend lekker klam wakker wordt en meteen dat benauwde gevoel kreeg.
Op een van mijn eigen bezoeken aan Jeruzalem tijdens deze vakantie was ik lekker alleen naar de hoofdstad gegaan. Omdat ik naar twee vrienden ging waarvan ik er één al 10 jaar niet gezien had, wilde ik alleen gaan. En omdat ik een andere afspraak had in Jeruzalem die je met enige goede wil als werk zou kunnen zien, had ik een alibi om alleen te zijn. Goedgemutst stapte ik 's middags om kwart voor één in de auto. De afstand Rechovot - Jeruzalem zal circa 40 km. zijn, dus dat was in 3 kwartier wel te doen naar de Malcha-shoppingmall alwaar ik met een vriend zou gaan lunchen. Bij de ingang van de slingerende bergweg naar Jeruzalem – de zogenaamde Sja'ar Hagai – stroomde het verkeer al over. Dat zal zo wel over zijn, vertelde ik mezelf positief. Ik had goed geluisterd naar al die New-Age goeroes die zeggen dat je vooral positief moet blijven, zodat je het positieve aantrekt. The Secret (of secreet?) en zo ... ken uw klassiekers. Na een kwartier file was ik zowaar al in Sjoresj – een paar kilometer hoger en verderop. Bij Sjoresj viel het verkeer echter geheel stil en stond ik in een file waar totaal geen beweging meer in zat. Met enige verkeers-
overtredingen wist ik achteruitrijdend vanaf de snelweg – via een bushalte en een illegale U-turn – het benzinestation te bereiken dat door Israëlische Arabieren gehost werd. Ik keek op mijn display – 43 graden inmiddels ... "Wat is hier aan de hand", vroeg ik de jongeman achter de kassa. "O, dat is al vanaf 10-11 uur vanochtend – ze gaan oorlog met de Hezbolla voeren". "Hoezo", vroeg ik? "Nou er kwamen allemaal legervoertuigen voorbij", antwoordde hij nuchter. Gezien het feit dat deze file er dus al ruim 2 uur stond, sloeg ik enkele liters water en nasj in, en bleef vrolijk geparkeerd in de schaduw wachten op wat ging komen.
Ik hield een voorbijrijdende politieauto aan. "Tis hier aan de hand?", vroeg ik. "O, het leger verplaatst wat tanks en zo – niets aan de hand, het zal zo over zijn". Om zich even later al zwaailichtend en sirenend door de file heen te persen, half via de berm en een stukje rijstrook ... Inderdaad was het na zo’n 40 minuten 'zo' voorbij en reden we weer. De hele reis van 40 km. duurde een kleine 2 uur.
Na een leuke dag in Jeruzalem toog ik die zelfde nacht moe weer huiswaarts – het was inmiddels half één 's nachts, maar ik ben een grote jongen en mag laat opblijven ... Soepel wendde ik mijn auto naar de uitgang van Jeruzalem, om na enige honderden meters vast te komen zitten. #%^%& Wat was dit nu weer?! Niet wéér een file, toch? Ik had me inmiddels voorgenomen om elke goeroe met positieve boodschappen die op mijn weg zou komen, op zijn bek te slaan ... Kijken of hij/zij zélf dan nog positief blijft ... Na enige tijd zag ik opnieuw politie – een agente dit keer. Nee, ze wist niet wat er aan de hand was. Misschien een auto-ongeluk, of iets anders, zei ze monter ... Van een mede-filerist naast me kreeg ik de tip om naar een bepaalde zender (Galgalatz) te luisteren. Daar werd elk half uur – of was het nu elk heel uur? – verkeersinfo uitgezonden. Een tijd later hoorde ik mezelf luisteren naar het nieuws van 1 uur 's nachts: “Kraak kraak ruis ... wordt gewerkt op de weg van Jeruzalem naar Tel-Aviv ... kraak ... ter hoogte van Motza en de Har-El (Castle) afrit ... kraak ruis ...”
"O, Motza en de Castle – dat is maar een kilometer of 3, misschien 5, van Jeruzalem. Geen probleem dus", orakelde de laatste restjes positieve goeroe in mij ... Tsjakaaaa ...
Deze paar kilometers duurden toch een klein uur. Maar het was wel gezellig – sommige van mijn mede-filegangers hadden de muziek keihard aan staan, zodat er allerlei genres door de lange sliert auto's heen schalden, de bergen af. Zo waren er de meer volkse types die keiharde Israëlisch-Oosterse muziek (Mizrachi) aan hadden staan, die soms opzwepend, dan weer melancholisch en traantrekkend was. Anderen kozen voor de gewone Israëlische muziek of buitenlandse muziek – fijn toch, om half twee 's nachts? Naast me stond een busje met jongens uit het ultra-orthodoxe milieu, die echter iets té glad waren voor die leefwereld. Goedgeschoren, te vlot gekleed en een iets kleinere, zwarte keppel op het hoofd dan gebruikelijk is, en een iets té vrijpostige blik in de ogen. Zij trakteerden ons op orthodox-religeuze muziek van zangers als Awraham Fried en andere castraten. Hard meezingend en deinend op de muziek werd het een vrolijke boel in die auto. Leuk ook waren sommige bestuurders die op de maat van de muziek steeds op de rem trapten en hun auto's daarmee heen-en-weer lieten bewegen en hun remlichten als discolichten gebruikten ... échte gangmakers ...
Ook de reis terug naar Rechovot duurde zo'n kleine 2 uur. In totaal had ik zo'n 3 uur in de file gestaan. Bekaf kroop ik om een uur of drie in bed. Vakantie: lekker ontspannen ...