De laatste toegift
Een gevarieerd minifestival in het Zuiderstrandtheater met onder meer nieuw werk van choreograaf Amos Ben-Tal.
Gepubliceerd op: 17 juni 2021
Crescas heeft per november 2020 de agenda-functie van KUNSTENISRAËL overgenomen. Daarmee bieden we een podium aan de Israëlische kunst die in Nederlandse theaters en musea en bij andere organisaties voor kunst en cultuur te zien is. Israëlische kunst behoort tot de wereldtop en verdient een prominente plek in de Nederlandse kunstwereld, in alle genres, van dans tot muziek en van literatuur tot de beeldende kunsten.
Na zes jaar is het tijd om afscheid te nemen van het Zuiderstrandtheater. Met de naderende verhuizing naar de binnenstad van Den Haag valt het doek voor dit unieke theater aan zee. De ooit zo stille plek aan het havenhoofd veranderde door de komst van het Zuiderstrandtheater in een bruisende plek voor kunst en cultuur.
Ondanks de coronabeperkingen vindt op zaterdag 19 en zondag 20 juni een passend afscheid plaats, waar het publiek voor de allerlaatste keer het Zuiderstrandtheater in volle glorie kan ervaren.
Tijdens het minifestival De Laatste toegift zijn op vijf verschillende locaties in en rond het gebouw korte optredens te zien die een reflectie zijn op de hoogtepunten van de afgelopen jaren. Zo kun je onder andere kijken en luisteren naar ‘mister lucky tv’ Sander van de Pavert, het Residentie Orkest en de Nederlands-Israëlische choreograaf Amos Ben Tal, die een gedeelte uit zijn nieuwe dansvoorstelling Interval zal presenteren, die in oktober 2021 in première gaat.
In Interval moeten vier dansers hun relaties en intuïties navigeren in een constant veranderend architectonisch decor, gebouwd door de Nederlandse interdisciplinaire kunstenaar Gosse de Kort. De performers en de ruimte schommelen tussen symbiose en confrontatie, orde en chaos.
De belangrijkste vraag van de voorstelling: hoe balanceren we ons verlangen naar bewegingsvrijheid en onze behoefte aan empathie en solidariteit?
Interval is een abstract werk dat doorspekt is van dynamiek en architectonische lijnen. De krachtige interactie tussen de dansers en de installatie ontketent poëtische metaforen die een subjectieve, emotionele gelaagdheid in het stuk brengen.