Is 'Chad Gadja' het eerste kinderliedje in de geschiedenis dat werd opgeschreven?

Gepubliceerd op: 25 maart 2021

Ouders zingen waarschijnlijk al sinds mensenheugenis liedjes voor hun kinderen, maar 'Chad Gadja' - een liedje dat is bedoeld om de kinderen wakker te houden tot het einde van de Pesach seder - is misschien wel het eerste in druk verschenen échte kinderliedje.

Uit een haggada voor Pesach, Amsterdam, 1796 (Braginsky Collectie, Zwitserland)

Voor de meeste hedendaagse, niet-religieuze lezers die niet zo goed thuis zijn in de raadselachtige midrasj-stijl van onze wijzen, is de haggada van Pesach een nogal duistere tekst.
Dat de haggada wordt afgesloten met een obscuur liturgisch gedicht over een geitje, maakt de verwarring bij de lezers vermoedelijk alleen maar groter. Mogelijk ligt de bron van dit merkwaardige lied in het verlangen om de aandacht van de jongste deelnemers tot het einde van de seder vast te houden - die is immers traditioneel een langdurige aangelegenheid.

Detail uit de haggada voor Pesach, gekopieerd door Nathan Ben Shimshon van Mezeritsch, 1730 (Braginsky Collectie, Zwitserland)

Het doel van de haggada is het vervullen van het belangrijke gebod "en je zult je zoon" (en je dochter, zouden we daaraan kunnen toevoegen) het verhaal vertellen over de uittocht uit Egypte. Daarom staan jonge kinderen centraal in de tekst die tijdens de seder wordt gelezen en staat de haggada vol met rituelen en passages die bedoeld zijn om de jongste deelnemers aan de seder bij de les te houden: het zijn de kinderen die de vier traditionele vragen stellen en die vragen stellen over de wonderlijke gebruiken van de avond. Zij zijn het die de afikoman moeten zoeken (het stuk matse dat vóór de sedermaaltijd ergens wordt verstopt en voor het einde van de maaltijd door de kinderen moet worden gevonden - red.), en ze moeten opletten of de profeet Elia al in aantocht is. 'Chad Gadja', het slotlied met dieren en andere fantastische figuren, is voor de kinderen echt iets om naar uit te kijken.

'Chad Gadja' met Jiddisje vertaling uit een haggada voor Pesach, gekopieerd door Nathan Ben Shimshon van Mezeritsch, 1730 (Braginsky Collectie, Zwitserland)

Dat is de reden dat sommige wetenschappers 'Chad Gadja' hebben uitgeroepen tot het oudst bekende kinderliedje, of in elk geval één van de alleroudste.
We weten natuurlijk niets over alle liedjes die níet op schrift zijn gesteld en in de voorbije duizenden jaren van de geschiedenis van de mensheid door ouders voor hun kinderen zijn gezongen, maar het moeten er heel veel zijn.
Maar in 'Chad Gadja' zien we waarschijnlijk voor het eerst een liedje dat speciaal voor kinderen is geschreven en gedrukt, met het doel ze er iets van te laten leren.

'Chad Gadja' met Jiddisje vertaling uit een haggada voor Pesach, 1738 (Bibliotheca Rosenthaliana, Amsterdam)

Naar alle waarschijnlijkheid ken je het liedje uit het hoofd, en zit je het mee te neuriën terwijl je deze tekst leest, maar laten we het liedje eens onder de loep nemen en bekijken hoe het in elkaar zit.

'Chad Gadja' is wat we een 'optelliedje’ noemen - in elk nieuw couplet wordt een element toegevoegd, waarna een opsomming volgt van alle eerdere elementen. Je kent zulke liedjes vast wel: ‘Old MacDonald Had a Farm’ is er een, evenals ‘The Twelve Days of Christmas’ (en in het Nederlands ‘De zevensprong’ - red.) en natuurlijk ‘Echad Mi Jodea?’ (Wie weet wat één is), het liedje dat in de haggada direct voorafgaat aan 'Chad Gadja'. De herhalingen en het bekende refrein maken dat juist kinderen deze liedjes graag zingen.

Wat zien we verder nog als we naar het liedje kijken? Op het eerste gezicht is de taal Aramees, maar in werkelijkheid zit de tekst vol grammaticale fouten en zijn er ook Hebreeuwse woorden in verwerkt, wat ons het idee geeft dat de schrijver ervan niet vloeiend Aramees sprak en dat in zijn tijd het Aramees niet langer als spreektaal in gebruik was.

Een vroege versie van 'Chad Gadja' in een sidoer van de Joodse gemeenschap in de Franse Provence, 13de-14de eeuw

Wellicht is dit een aanwijzing voor wanneer het liedje werd geschreven. 'Chad Gadja' komt voor het eerst voor in haggadot uit de vijftiende en zestiende eeuw, en vroegere versies ervan zouden zelfs al in de veertiende eeuw opgeschreven kunnen zijn. In druk vinden we het liedje voor het eerst in de zestiende-eeuwse haggada van Praag. Een vroege versie van dit religieuze gedicht (pijoet) in vlekkeloos Aramees is aangetroffen in een manuscript dat op zeker moment is opgenomen in het gebedenboek van de Joodse gemeenschap in de Franse Provence. Het woordgebruik wijkt licht af van hoe wij het vandaag de dag zingen (zo duikt er in sommige versies in die regio opeens een muis op in de tekst). Aangenomen wordt dat de Joden die na de grootschalige verdrijving van 1306 Frankrijk ontvluchtten, het religieuze liedje meenamen naar Asjkenazisch-Joodse gemeenschappen in het tegenwoordige Duitsland en Noord-Europa, waar het zijn weg vond in de haggada.
Pas later bereikte het liedje ook de haggadot van de Sefardische gemeenschappen in Spanje en het Midden-Oosten.

Handgeschreven kopieën van de liturgische gedichten 'Echad Mi Jodea' en 'Chad Gadja' zoals die in 1527 werden toegevoegd aan de Praagse haggada.

Maar wat is de oorsprong van het gedicht? Zijn de gebruikte motieven Joodse verzinsels? We hebben het hier over een oeroud volksliedje, dus op die vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Soortgelijke motieven zijn in tal van liedjes over de hele wereld te vinden. Schrijver Uriel Ofek noemt in zijn artikel over 'Chad Gadja' (Sifrut Jeladim va-No’ar, 1980 - red.) dezelfde motieven in verhalen uit Japan, Griekenland en zelfs Zuid-Amerika.
Vergelijkbare verhalen vind je in het Russisch en Frans en sommige Duitse versies gebruiken zelfs precies de dezelfde formule als 'Chad Gadja'.
Interessant is dat het sprookjesliedje van de gebroeders Grimm ‘Das Birnli will nit fallen’ (De peer die niet wilde vallen) een opmerkelijke gelijkenis vertoont met 'Chad Gadja'. Daarin stuurt een landheer de boerenjongen Jockli op pad om een peer uit de boom te schudden. Als Jockli weigert, stuurt de man een hond om de jongen te bijten, en als de hond weigert, worden achtereenvolgens een stok, water, een stier en een slager erop af gestuurd, maar die weigeren te doen wat hun is opgedragen, tot de angstaanjagende beul ten tonele verschijnt en iedereen braaf doet wat van hem werd verwacht en de peer uit de boom valt.
The House that Jack Built’ is de Engelse tegenhanger van het liedje van de gebroeders Grimm. Hier begint de keten van gebeurtenissen met gerstemout dat door een rat wordt opgegeten. De personages in het liedje zijn totaal anders: na de rat komen de kat, de hond, de koe met de verfrommelde hoorn (‘the cow with the crumpled horn’), het verlaten meisje (‘the maiden all forlorn’), en man in vodden en flarden (‘the man all tatter’d and torn’), een kaalgeschoren priester ('the priest all shaven and shorn’), een haan die kraait in de ochtend (‘the cock that crow’d in the morn’) en een boer die zijn tarwe zaait (‘the farmer sowing his corn’). Niet iedereen wordt opgegeten, maar sommige wetenschappers houden vol dat er een verband bestaat tussen de liedjes en betogen dat het liedje over Jack zijn oorsprong vindt in het Joodse geitje. Zoals gezegd: het is ondoenlijk vast te stellen wat er het eerste was. Uriel Ofek waagt zich in het voornoemde artikel aan de uitspraak dat het "niet overdreven is te stellen dat er geen volk of taal ter wereld is waar niet een fabel, rijmpje of volksvertelling is waarin tekst of verhaalelementen te vinden zijn zoals die voorkomen in 'Chad Gadja'."

Door de jaren heen hebben Joodse wetenschappers nooit genoegen genomen met 'Chad Gadja' als simpelweg een lief verhaaltje in de haggada voor Pesach dat de kinderen zoet moest houden, en voorzagen het liedje van tal van interpretaties.
De cumulatieve coupletten, die je moeiteloos kunt lezen als niet meer dan een grappig sprookje, werden beladen met theologische betekenis van groot belang over de rol van God in de wereld. Zo is er een commentaar waarin de geit wordt gezien als symbool voor het Joodse volk en de andere personages als de volkeren die samenzwoeren om het te vernietigen: Assyrië, Babylonië, Perzië, Griekenland, Rome, moslims, kruisvaarders en Turken. Uiteindelijk zal de Enig Heilige komen om het Joodse volk te verlossen.

Een haggada voor Pesach uit Amsterdam, gekopieerd door Chaim Mordechai Binger, 1796 (Braginsky Collectie, Zwitserland)

Er is heel wat geschreven over dit intrigerende liedje dat begint met een geitje en eindigt met de haggada van Pesach. Het mysterieuze pijoet staat al jaren in de belangstelling van onderzoekers op het gebied van folklore en religieuze poëzie; ze doen pogingen de oorsprong ervan te lokaliseren en verbanden te vinden met vergelijkbare volksliedjes in verschillende talen.
Misschien kun je dit jaar aan de Pesachtafel iets vertellen over dit liedje dat wel eens het allereerste op schrift vastgelegde kinderliedje in de geschiedenis van de mensheid zou kunnen zijn.

Epiloog

Natuurlijk zijn we niet vergeten dat er, voorafgaand aan 'Chad Gadja', een ander liedje wordt gezongen dat dezelfde opbouw heeft en dat eveneens is bedoeld om de kinderen te vermaken en iets te leren.
Het verhaal van 'Echad Mi Jodea' verdient een eigen artikel, maar we kunnen je nu al zeggen dat ook dát voor het eerst in druk verscheen in de al genoemde zestiende-eeuwse haggada van Praag en in Europa vermoedelijk al in de vijftiende eeuw bekend was.
Ook 'Echad Mi Jodea' heeft parallellen in Europese talen, maar de Joodse gemeenschappen van Spanje en Portugal en zelfs die van Cochin in India bereikte het al veel eerder.

De kwestie van de oorsprong van dat lied is veel gecompliceerder, maar daarover in een later artikel meer.

Je kunt een hele reeks uitvoeringen van 'Chad Gadja' beluisteren in het Nationaal Geluidenarchief van de NLI.

Dit artikel werd geschreven door Amit Naor en verscheen onder de titel Is 'Chad Gadya' the First Children’s Song in Recorded History? op 5 april 2020 op de website van de National Library of Israel.

Vertaling: Raya Lichansky, 25 maart 2021

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.