Het duurde even vanwege een staking van de rij-examinatoren, maar eindelijk was het zover: ik mocht door naar ‘de test’ om te laten zien dat ik mijn Nederlandse rijbewijs terecht had verkregen. Een verkorte test slechts vanwege het omzetten van het buitenlandse rijbewijs. Als je voor het allereerst rijexamen doet, dan houdt het meer in. Ik heb ook geen theorie-examen hoeven te doen, want de verkeersregels in Israël zijn zeer vergelijkbaar met die in Europa. Ik zag er een beetje tegenop. Niet vanwege het examen op zich (mag ook wel na ruim dertig jaar rijervaring met heel veel kilometers op de teller in binnen- en buitenland), wel vanwege het tijdstip: 7.10 uur ’s morgens. Daarvoor ook nog een rijles vanaf 6.40 uur. Meestal draai ik me op dat tijdstip nog een keertje om.
De week voorafgaande aan het examen op maandag (de tweede werkdag van de week in Israël) heb ik geoefend in vroeg opstaan en me zo fris voelen als een hoentje op dat matineuze tijdstip. Dat lukte prima. Tijdens de rijles vertelde Oren, de rij-instructeur, waar de staking om draaide. Het ministerie wilde de examenafdeling privatiseren en daar waren de examinatoren niet van gediend. Via de rechter zijn de partijen weer tot elkaar veroordeeld, dat wil zeggen niet langer staken en rond de tafel met elkaar. Het ministerie schijnt nu water bij de wijn te gaan doen, als ik het goed heb begrepen. Privatiseren is niet per se meer nodig, maar er wordt wel vastgehouden aan een modernere opzet van het rijexamen. Dat betekent vooral het gebruik van een camera in de auto (dashcam). Dan kan beter worden beoordeeld of een kandidaat de fout inging, naar het oordeel van de examinator. Ook voor de rij-instructeur wel zo prettig, want dan weet hij (of zij?) waar nog aan geschaafd moet worden om de kandidaat de volgende keer wel te laten slagen. In Israël ben je overigens verplicht om bijna 30 rijlessen te volgen voordat je door mag naar het examen. Bitter voor degenen die al zover zijn na ongeveer de helft van de lessen. Duur ook, vooral als je niet zo veel geld hebt. Anderzijds voorkomt het allerlei discussies tussen rijschoolhouder en leerling.
Tijdens de vroege rijles kreeg ik zowaar een heuse ingreep aan mijn broek. Ik had een stoplicht over het hoofd gezien! Was ik dan toch nog niet helemaal wakker? Het verkeerslicht stond op een heel ongebruikelijk plek, namelijk bij rechtsaf waar je in Israël in de regel mag doorrijden via een extra rijweg die als het ware langs de kruising gaat. Het is dan gewoon een kwestie van goed uitkijken en invoegen als dat kan. Zo niet: wachten. Zoiets was ik ook van plan.
Door de ingreep was ik helemáál klaarwakker, als ik dat niet al was. Het examen daarna ging vlekkeloos. De examinator had het al snel gezien en binnen no time kon ik terug naar de startplek. Dat was het dan.
Vroeger werd de uitslag je onmiddellijk na afloop meegedeeld. Daar zijn ze mee gestopt toen een ontevreden leerling een examinator ter plekke doodschoot nadat hem was verteld dat hij was gezakt. Het gebeurde in Beër Sjeva. Zou het een Bedoeïen zijn geweest die de moord op zijn geweten had? Ik heb het niet gevraagd aan de rijinstructeur. Ik durfde niet, omdat ik bang was voor racist door te gaan of aan een soort etnisch profileren te doen. Het zou evengoed een Joodse Israëli geweest kunnen zijn.
Eerder vertelde Oren het verhaal van een vrachtwagenchauffeur uit Haifa die nog maar kort geleden met hoge snelheid door rood was gereden en daarbij enkele personen had gedood. Hij was onder invloed van drugs. Ik had het ook gelezen in de krant en aan de naam kon ik zien dat het om een Arabische chauffeur ging. De rij-instructeur maakte van dat feit geen melding. Hij deed dat mogelijk ook om niet voor racist te worden versleten. Of het maakte voor hem geen enkel verschil, dat kan ook. Dat zou hem sieren. Hoe het ook zij, iedereen in Israël weet dat in Arabische regio’s meer verkeersdoden vallen door het nòg onverantwoordelijker rijgedrag dan in de rest van Israël. Ik las dat toen de politie op verzoek van de Arabische dorpsoudsten meer ging patrouilleren in Arabische steden en dorpen om de met name jongeren aan te spreken. Daarna ging het beduidend beter met de verkeersveiligheid in die regio’s.
In een eerdere column had ik het al over het verkeer hier dat inmiddels nauwelijks meer doden telt dan in Nederland. Uiteraard is bij de vergelijking gecorrigeerd voor zaken als auto’s per inwoner en dergelijke. Wat een grote rol speelt, is dat auto’s veel veiliger zijn geworden. Dragen van autogordels is uiteraard ook een belangrijke factor bij de daling van het aantal doden en gewonden in het verkeer.
Na het behalen van het rijbewijs wordt het tijd om een auto aan te schaffen. Oliem krijgen een korting van 50% op de autobelasting. BTW moet gewoon worden betaald. De helft minder belasting is meegenomen, doch auto’s zijn hier duur, dus het aankoopbedrag is dan nog steeds niet gering. Het zal mede komen omdat men hier overwegend in automaten rijdt, en die zijn nu eenmaal wat duurder.
Ik vraag me af hoe al die Israëli’s dat doen: hoge huren en huizenprijzen, dure auto’s en nog andere zaken die flink aan de prijs zijn, terwijl de lonen aan de lage kant zijn. De belastingen zijn niet heel veel lager dan in Nederland. Ziektekosten zijn wel wat lager, maar ja, die zijn in Nederland ook wel erg hoog.
Je hoort nogal eens dat veel Israëli’s op krediet leven. Toch kan dat niet de verklaring zijn, want kredieten moeten op den duur toch worden afgelost. En dit land kan niet op te grote voet leven, want anders zou het niet zo goed gaan met de economie. De sjekel staat hoog en wordt beschouwd als een vrij stevige munt, als ik het goed heb begrepen.
Kortom, ze hebben hier één of andere gouden formule ontdekt om rond te komen. Of is het gewoon een kwestie van heel hard werken en daardoor wat extra inkomsten creëren? In de regel werken man en vrouw allebei buitenshuis. Slechter worden de Israëli’s er niet van, want de levensverwachting is hier hoog.
Het is één van de wonderlijke dingen van de Israëlische samenleving, waar ruim de helft werkt voor de andere delen die aan werken niet of minder toekomen. De charediem (ultraorthodoxen) hebben te weinig tijd om te werken vanwege Torastudie, dus dat mogen anderen voor hen doen (ultra-orthodoxe vrouwen treden in toenemende toe tot het arbeidsproces). In de Arabische sector is de arbeidsquote ook niet wat die zou kunnen zijn. Discriminatie, roepen de critici dan in koor. Ik denk dat het toch wat genuanceerder ligt. Ik hoop het in ieder geval. Het meest recente ontwikkelingsplan voor de Arabische sector laat zien dat de Israëlische regering de economische kloof tussen de Arabische en Joodse sector serieus wil wegwerken.