Monumentaal boek over Joodse Onderduikers in Zeist

Eva van Sonderen

vrijdag 23 juli 2021

Afgelopen zondag 11 juli heb ik in Zeist het monumentale boek Daar komen angst en wanhoop aangeslopen, over de ondergedoken Joden in Zeist, opgehaald bij de samenstellers Gerrit van der Vorst en Heleen in ’t Vuur. Ze hebben dit zeer gedetailleerde overzicht van onderduikers en onderduikgevers in circa negen maanden op papier gezet – en natuurlijk daarvóór nog veel meer tijd besteed aan research en uitpluizen van archieven en andere bronnen.

Nadat het vuistdikke boek was gepubliceerd, reageerden talloze Zeistenaren en anderen met correcties, nieuwe onderduikadressen en -verhalen en dat resulteerde in een uitgebreid supplement. Het boek maakt duidelijk hoeveel mensen er nodig waren voor het verzorgen van een onderduiker – niet alleen het gezin of de persoon die zijn of haar woning aanbood, maar een heel netwerk van mensen die zorgden voor waterdichte valse persoonsbewijzen, voor voedselbonnen op valse namen, voor het wegbrengen van onderduikers. (Onder de onderduikers zaten ook tal van mannen die onderdoken voor de Arbeitseinsatz, en gedropte Engelse piloten, maar daar gaat dit boek verder niet over.)

Wat een moed het ook vereiste om onderduikers op te nemen. Er wordt trouwens geen valse lofzang gezongen op onderduikgevers; er wordt ook aangegeven hoe sommigen het alleen voor het geld deden, en hoeveel verraad er ook was in Zeist, hoeveel NSB'ers. (Dat maakte het trouwens des te riskanter om onderduikers op te nemen.) Lang niet alle onderduikers hebben het overleefd.

In het dikke, eerst verschenen boek staan onder anderen mijn tante en oom van vaderskant, Jo en Henk Rauwerdink-van Sonderen, als onderduikgevers genoemd met enkele pagina´s en mijn vader Jacob van Sonderen tezamen met zijn eerste echtgenote Marie van den Brink. In het later verschenen supplement zijn vier pagina´s gewijd aan de onderduik van mijn moeder, Debora de Wilde, op het adres Van Stolbergenlaan 4, haar (waarschijnlijk) tweede onderduikadres. Die aanvulling is het resultaat van een uitgebreide mail correspondentie die ik met Gerrit van der Vorst heb gevoerd, waarbij hij op een gegeven ogenblik schreef dat hij zich al een beetje lid van de familie voelde. Ook staat bijvoorbeeld de onderduikgeschiedenis van Josef Kreisberg en Dahava Lotte Kreisberg-Krochmal in het supplement beschreven, de ouders van de in Israël bekende psycholoog Gerard Kreisberg. In totaal worden daar zeventien nieuwe onderduikadressen beschreven, en andere verhalen worden aangevuld met (veel) nieuwe details, of fouten worden hersteld.

Als kinderen hebben wij nooit geweten dat mijn vader, onderwijzer, vanuit zijn militaire dienst in de L.O. was gerold en actief is geweest in het illegale verzorgingsverzet. Er is nooit over gesproken. Ook niet over het verzetswerk van mijn oom en tante. Pas op mijn 21ste ontdekte ik dat mijn vader eerder gehuwd was geweest. Er werd weinig over de oorlog gesproken in ons gezin, ook niet na het overlijden van mijn vader op 43-jarige leeftijd. Ik had altijd het gevoel dat het voor mijn moeder een pijnlijk onderwerp was, dus ik raakte het niet aan. Mijn jongste broer, pas in 1953 geboren, heeft dat gevoel helemaal niet, en heeft op latere leeftijd van alles gevraagd.

Wel herdachten we vroeger 4 mei met overgave, mijn broertjes en ik stonden voor het raam van onze flat te kijken of de auto´s op de weg naar Slotermeer wel stopten als de sirene ging en waren diep verontwaardigd als er iemand gewoon doorreed. Zo lang mijn vader leefde, tot 1958, nam hij mij mee naar de Dam op 5 mei, waar in de jaren vijftig nog echt bevrijdingsfeest werd gevierd. Mijn moeder vertelde wel veel over haar ouders, hoe het gezin voor de oorlog leefde, maar uit zichzelf niet over de oorlogstijd. We hadden eerlijk gezegd als tieners later ook niet zoveel belangstelling voor het verleden; we moesten zelf de wereld ontdekken, die belangstelling kwam pas veel later – te laat in feite.

Ik ben de samenstellers, Gerrit van der Vorst en Heleen in ’t Vuur, plus Dick van de Kamp die de fondsenwerving voor het boek verrichtte, bijzonder dankbaar. Gerrit is geboren in Venlo, waar zijn vader, met wie hij een gespannen relatie had, politieagent was. Pas als volwassene werd hij er zich van bewust hoezeer de Venlose politie in de oorlog de bevelen van de bezetter heeft opgevolgd en Joden heeft opgepakt. Hij heeft er eerder twee verschillende boeken over geschreven, een mooie vorm van tikoen.

Het echtpaar woont nu in zo´n solide twee-onder-een-kap huis waarvan er meer zijn te vinden in Zeist. Ze ontdekten dat hoewel Zeist qua vooroorlogs stemgedrag als NSB-gemeente bekend stond, er tevens een groot ondergronds illegaal netwerk opereerde, vlak onder de neus van de nazi´s en van foute politieagenten en ambtenaren. En ze ontdekten dat hun huidige woning in de oorlog als doorgangshuis voor onderduikers diende, waar onder anderen de dichteres Hanny Michaelis vanaf juli 1942 onder de schuilnaam Hetty Mulder enige tijd verbleef bij de streng gereformeerde mejuffrouw Hekman (waar ze zich trouwens volstrekt niet thuis voelde.) Op het volgende onderduikadres, bij het echtpaar Sliedrecht waar ze zich meer thuis voelde, schreef ze het gedicht waaruit de regels “Dan komen angst en wanhoop aangeslopen” zijn gelicht.

Het Leven

Men leert de stand van zaken wel aanvaarden:
Het had nog zoveel erger kunnen zijn.
Men leert tevreden zijn met het gespaarde
En overdag vergeet men soms de pijn
Van eenzaamheid en machteloos verlangen
Naar wat men noodgedwongen achterliet.
Men weet zich in een glazen kooi gevangen
En is al blij als men de hemel ziet
En 't wuivend groen van zonbeschenen bomen,
Een glimp van bloemen in een tuin misschien
Zonder wat al te dicht bij 't raam te komen:
Men mag van buitenaf niet zijn te zien.
Men ziet het graag als een verblijdend teken
Dat men tot nog toe niet is achterhaald.
Toch droomt men er soms van te blijven steken
In 't oog van een gevaarlijk scherpe naald.
Langzamerhand leert men het af, te schrikken
Wanneer er iemand voor het huis blijft staan.
Men weet zich op den duur er in te schikken
En voelt zich minder eenzaam en ontdaan.
Maar staan de sterren 's avonds aan het raam,
Dan komen angst en wanhoop aangeslopen.
En in de klank van een vertrouwde naam
Scheurt zich het brandend heimwee schroeiend open.

De tweede editie van dit grote onderduikersboek plus supplement is ook uitverkocht, maar het is in te kijken bij het NIOD, dat een exemplaar heeft aangeschaft. En hopelijk bij meer bibliotheken in den lande.

7 + 1 = ?
Ik wil het boek graag kopen. Ik ben 86 jaar en ik woonde in Zeist tijdens WO II. Heb vele herinneringen.
Ik ben ook geinteresseerd. Ben oud inwoonster van zeist. Kan ik het online lezen. Woon nu in Amsterdam
Ik (Johan Räkers [Duitse naam vanaf 1862) heb vanaf mijn geboorte, 1939, tot in 1955 in Zeist gewoond, aan de Oude Arnhemseweg. Ik heb geen prettige herinneringen aan Zeist. Dit boek compenseert voor mij die herinneringen. Naast ons woonde een NSB-gezin. Wij zijn niet Joods. Niettemin heeft mijn vader wegens "Arbeitseinsatz" meerdere keren moeten onderduiken. Vandaar dat ik erg geïnteresseerd ben in het verhaal van de Joodse onderduikers in Zeist. Het laat mij een andere, goede kant van Zeist zien.
Ook ik ben zeer geïnteresseerd. Ik hoor graag waar ik het kan kopen, als e-boek is ook prima. DANK!

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.