De minister-president aangeklaagd: hoe erg is dit?

Harry van den Bergh z”l

vrijdag 7 december 2018

Het bericht over de minister-president van Israël en zijn echtgenote was tot op zekere hoogte verwacht, maar kwam toch nog als een soort van onverwachte explosie. Toch is het nuttig de beperkte betekenis alsnog te benadrukken omdat het hier ‘slechts’ om een document gaat van de onderzoekers van de politie, waarin de Israëlische procureur-generaal, een zeer hoge officier van justitie, de aanbeveling krijgt over te gaan tot vervolging van de heer en mevrouw Netanjahoe wegens corruptie en omkoping.

Het feit dat het een aanbeveling is, houdt dus ook in dat er negatief op kan worden gereageerd en er niet wordt overgegaan tot vervolging. Het is in de Israëlische omstandigheden helaas ook niet uitgesloten dat niet tot vervolging wordt overgegaan, om juridische redenen, zoals onvoldoende bewijs voor de beweerde corruptie en omkoping, maar ook om politieke redenen. Nu zal dit laatste nooit publiekelijk worden toegegeven, omdat politieke beïnvloeding vanuit de Knesset of sommige politieke partijen, toch bepaald moet worden gezien als ondermijning van het rechtssysteem, waarin de uitvoerende macht, de wetgever en de juridische autoriteiten gescheiden verantwoordelijkheden dragen en ook onafhankelijk van elkaar horen te opereren. Als een in zekere zin pikant detail naast het grotere werk zoals de onderhavige kwestie, speelt er in Jeruzalem ook een ‘kleinere’ zaak, waarin een veroordeelde oud-minister, die zijn jarenlange straf heeft uitgezeten, opnieuw wordt verdacht van corruptie.

In tal van democratische landen, zoals Israël nog altijd een democratisch land is, zou de beschuldiging van een minister-president tot het grootst mogelijke rumoer leiden en zeer waarschijnlijk tot zijn aftreden. Een democratie met strakke normen en waarden verdraagt geen enkele smet van betekenis op het blazoen van zijn politieke gezagsdragers, laat staan op dat van de hoogste politieke gezagsdrager. Het zal niet worden uitgesproken, maar ik zou heel nieuwsgierig zijn naar het oordeel van Israëls president Rivlin, die mij een man lijkt van een groot moreel en ethisch gezag. Ik denk niet dat de president zich zal uiten – in welke zin dan ook – omdat dat zal worden beschouwd als rechtstreeks inmenging in de politiek. Zeker is dit het geval tegen de achtergrond van mogelijke verkiezingen, waarin Bibi zonder twijfel een hoofdrol zal vervullen en evenzeer vanwege de spanningen aan de grenzen van Israël, in het bijzonder aan de grens waar Hezbollah is gelegerd. Politieke stabiliteit in het land is een voorwaarde om zo nodig te komen tot militair ingrijpen van enige omvang. De speelruimte op het juridische front is om politieke redenen beperkt. Zo’n situatie is uit een oogpunt van het functioneren van democratische politiek zeer te betreuren, maar in Israël is dat op dit moment niet anders.

Opnieuw is de vraag aan de orde of het waar is dat in Israël een bovenmatig aantal corruptie- en omkopingszaken speelt, meer dan in andere democratische landen. Ik heb gezocht naar wat onderzoekgegevens, maar naar mijn smaak betrouwbare gegevens heb ik niet gevonden. Nu is de onderzoeksvraag naar wat er in Israël en andere landen aan de hand is, gewoonweg een lastige. Het kan best zijn dat in sommige landen veel corruptie is, maar dat daarvan weinig in de openbaarheid komt. Ook de definitie van wat men onder corruptie verstaat kan fors afwijken. Daarom is het naar mijn mening zonder echt degelijk vergelijkend onderzoek moeilijk te zeggen hoe ernstig de corruptie in een willekeurig land in het politieke en economische systeem is doorgedrongen. Datzelfde geldt voor Israël, hetgeen onverlet laat dat corruptie en omkoping, waar dan ook, ten principale niet aanvaardbaar zijn. Daar komt nog bij dat Israëlische politici zich er, overigens terecht, op laten voorstaan dat hun land in de Arabische wereld en het hele Midden-Oosten het enige is met hoge morele en ethische normen.

Ik weet niet of deze grote pretentie geheel terecht is. Het zou mij niet moeilijk vallen een aanzienlijke lijst met gevallen op te stellen, uit de gehele geschiedenis van de staat Israël, van corruptie en omkoping. Ik vrees dat tal van politici en zakenmensen er niet goed van af zouden komen. Er zijn een heleboel redenen om hier niet vrolijk over te zijn. Deze lijst is een smet op de geschiedenis van de staat, zoals nu de aanklachten alleen al richting de familie Netanhajoe een onverteerbare smet zijn in de hoogste regionen van het land.

Kan Bibi in deze omstandigheden blijven zitten als minister-president? Tenslotte is een rechter er in dit stadium nog niet aan te pas gekomen en is hij formeel onschuldig! Dit moge zeker waar zijn, maar het ophouden van hoge morele en ethische standaarden maakt het naar mijn mening noodzakelijk dat Bibi als minister-president zou terugtreden, al was het maar om in dit soort omstandigheden de standaard te bepalen.

Ik betwijfel of dit gaat gebeuren. De beschuldigingen zelf zijn in de verhoudingen in Israël ‘verpolitiekt’. Ik bedoel daarmee dat een oordeel over de beschuldigingen afhankelijk is geworden van de politieke voorkeuren van degene die het oordeel uitspreekt, terwijl uitsluitend juridische standaarden van belang zijn. Mijn mening zou zijn dat eenieder die in dit soort omstandigheden terechtkomt, niet te handhaven is in een politieke functie. Dat principe zou een weldaad zijn voor de gezondheid van de Israëlische democratie.

8 + 2 = ?

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.