Or ve zahav - D’or et de lumière, XVIII-21 Le Baroque Nomade

Jan Waas z”l

vrijdag 23 december 2016

Het gebeurt de laatste tijd maar zelden dat er een CD wordt uitgebracht die bij mij thuis in de afdeling ‘speciaaltjes’ wordt geplaatst. De CD van de groep met de vreemde naam XVIII-21 Le Baroque Nomade is er echter weer zo eentje.

Deze groep onder leiding van de fluitist Jean-Christophe Frisch bestaat al zo’n twintig jaar en heeft intussen twintig CD’s geproduceerd. Ik laat ze zelf aan het woord: “Le Baroque Nomade nodigt het publiek uit om mee te reizen door de tijd en de ruimte tijdens haar concerten. Het ensemble herstelt de culturele en historische verbanden tussen het Europese repertoire en muzikale tradities van elders: Chinees, Indisch, Ethiopisch en Turks”.

De CD Or vezahav, D’or et de lumière volgt de feesten tijdens het Joodse jaar van Rosj Hasjana tot Pesach. Naast een aantal reeds lang bekende volksliedjes, voornamelijk in het Ladino, staan er ook stukken op van componisten uit het begin van de 18e eeuw, gevonden in een muziekbundel uit 1733 uit het Italiaanse plaatsje Casale Monferato. Daar is al een deel van uitgevoerd door het Nederlandse Apollo ensemble: ‘Dio, Clemenza e Rigore’. Verder zie ik bij Soekot een ‘Jewes Dance’ van circa1595 en bij Pesach een sonate van Biagio Marini (1597-1665).

De gemengd Oriëntaalse en barokke arrangementen zouden, volgens het boekje, geschreven zijn door Josef Mijnapfel (1553–1821). Die werd dus 268 jaar oud! Foutje: hij stierf in 1621, 68 jaar oud. Veel van de muziekstukken zijn echter van na zijn dood. Nog een foutje!

Het Chanoekaliedje ‘Ocho Kandelikos’ is absoluut niet zo oud, want het werd voor haar kleinkinderen geschreven door de nog levende (bij mijn weten) Flory Jagoda en niet voor de opera.

De CD opent met het ons bekende ‘Awinoe Malkénoe’, dat direct de klank van de productie aangeeft: klassieke zang van de sopraan Cyrille Gerstenhaber, begeleid door de gitarist Rémi Cassaigne en de slagwerker Piere Rigopoulos. Een ruime plaats is er ook voor de viola da gamba.

Van de bronnen van de componisten en de bewerkingen is één ding zeker: niets is zeker! Zo zou de Israëlische componist, van Oekraïense afkomst, Naftali Imber de melodie van het ‘Hatikwa’ hebben afgeleid van een Roemeense melodie, die dan weer een Italiaanse oorsprong had. Het boekje met vijf bladzijden tekst is dus wel het lezen waard; de teksten zijn in het Engels en Frans. Hetzelfde geldt voor de liedteksten, naast Iwriet in otijot en transcriptie.

Zoals al gezegd: een speciaaltje!


Or ve zahav - D’or et de lumière
XVIII-21 Le Baroque Nomade
Evidence EVCD029
distributie: Harmonia Mundi, Van Diemenstraat 158, 1013 CD Amsterdam, tel: 020- 3031362

7 + 1 = ?
Thank you for your commentaries on our CD. Just a question : where did you find that Mijnapflel was dead in 1621 ? I'm pretty sure that he lived more that 200 years... just because it is the range of time I study ! ( and he died in XVIII-21)
I found it via Google . 1621 is not sure, but 1821 is impossible! Lots of success Jan Waas

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.