Goed Fout

Emile Schrijver

vrijdag 17 april 2015

Deze column is een bewerkte versie van een tekst die ik donderdag 9 april 2015 heb uitgesproken bij de opening van de tentoonstelling ‘Goed Fout; Grafische vormgeving in Nederland 1940-1945’.




Afgelopen zondag, Stadion Galgenwaard, FC Utrecht-Ajax, 1-1. Van de tribune klonk het volgende lied: “Me vader zat bij de commando’s, me moeder zat bij de SS, en samen verbrandden zij Joden, want Joden die branden het best.” Einde citaat. Om van “Hamas, Hamas, Joden aan het gas” nog maar te zwijgen.

En dan de reacties, van de kant van FC Utrecht. De officiële reactie waarschijnlijk oprecht, luidde ongeveer zo:

Als we het hadden opgemerkt, hadden we wel gehandeld en we zullen ons uiterste best doen deze zaak tot op de bodem uit te zoeken.

Maar onder de eerste reacties dook ook weer de grote dooddoener op:

Ze weten niet wat ze zeggen.

Ik moest hier direct aan denken, toen ik waarschijnlijk het schokkendste affiche zag op de tentoonstelling ‘Goed Fout’ bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam: ‘De Eeuwige Jood’, door een onbekende maker, een affiche uit 1941 van de beruchte film Der Ewige Jude van Eberhard Taubert, ook wel Dr. Anti. Het schokkende affiche is hier te zien. Het is een propagandafilm zonder weerga, die bedoeld was als voorbereiding, of rechtvaardiging, van de aanstaande Endlösung. Er was ook al een tentoonstelling geweest met dezelfde titel, ‘Der Ewige Jude’, getoond in 1938 in onder meer München en Wenen, die net als de film tot doel had de Duitsers te overtuigen, ik citeer, “der Notwendigkeit des kompromißlosen Kampfes gegen das Judentum.” De vormgeving van dit affiche is krachtig. We zien een boosaardig gezicht, donker, angstaanjagend, met opgetrokken wenkbrauwen, donkere haren, donkere, slechts gedeeltelijk zichtbare ogen, rode rand onder de ogen, een angstaanjagend gebit, hoog opgetrokken schouders, puntige, wijd uitstaande oren, een rode Davidsster prominent op het voorhoofd en gele letters, die doen denken aan Hebreeuws schrift, met de karakteristieke ‘hebraïserende’ haaltjes aan de letters, met creatief hergebruik van bestaande Hebreeuwse letters die toevallig ook als Latijnse letter leesbaar zijn, letters die ooit bedacht waren als ‘Spielerei’ met schriftsystemen, maar die al een aantal decennia lang tot het instrumentarium van de antisemitische typografie in Europa waren gaan behoren. Het had het affiche kunnen zijn van een moderne horrorfilm, of van een griezelige computergame, maar dat is het niet; het is een fout nationaal-socialistisch affiche.

En er is nog een affiche, waarop te lezen valt, ik citeer: “Roosevelt rekende verkeerd. De vangarmen van de Dollarpoliep worden afgesneden. De Joden in het Witte Huis en het goud in Fort Knox worden omsingeld door de jonge volken, door de legers van den arbeid.” Dat affiche is hier te zien. Nazi-Duitsland en zijn strijd tegen ‘Die Jüdische Weltverschwörung’ ten voeten uit, de Joden zijn niet te vertrouwen, ze hebben de wereldmacht in handen, het geld, altijd weer dat geld, en ze vormen een overmacht die moet worden uitgeroeid.

In 2005 heb ik in het Jüdisches Museum Hohenems, in Oostenrijk, een tentoonstelling gemaakt van een Antwerpse, Joodse, privéverzameling van antisemitische driedimensionale objecten. In die tijd sprak ik ook wel van abjecten. Wat mij destijds het meest getroffen heeft, is het zo niet cyclische, dan toch in elk geval repetitieve karakter van antisemitische stereotypen. In 1882 dichtte Wilhelm Busch, in zijn beeldverhaal ‘Plisch und Plum’, de volgende regels:

Kurz die Hose, lang der Rock,
Krumm die Nase und der Stock,
Augen schwarz und Seele grau,
Hut nach hinten, Miene schlau –
So ist Schmulchen Schievelbeiner.
(Schöner ist doch unsereiner!)

Ook hij benadrukte de lelijkheid van Joden, hun verdorven inborst en hun kwade bedoelingen. En Busch stond bepaald niet alleen. Er zijn in het Duitse taalgebied, maar ook in Engeland en Frankrijk en in Polen en Rusland, duizenden antisemitische objecten vervaardigd, in de negentiende en de vroege twintigste eeuw, die een beeldentaal en stereotypen laten zien, die veel ouder zijn dan het nationaal-socialisme. En dergelijke objecten zijn ook vandaag de dag nog te koop, op markten in Polen bijvoorbeeld. Beeldjes voor op het dressoir, van Mauscheljuden, Joden die in groepjes samenzweren, van honden die blaffen tegen Joden omdat ze instinctief aanvoelen dat die niet te vertrouwen zijn, van Joden op de beurs die niet-Joods geld verdonkeremanen, en van de zogenaamde ‘Judensau’ of het ‘Kapitalistenschwein’. Of objecten voor op de schrijftafel, de eettafel (antisemitische koppen als zoutvaatje, notenkrakers, drinkbekers, gefabriceerd in nette fabrieken), de salontafel, de speeltafel, en voor in de kroeg. En wandelstokken, met bewerkte knoppen, het handvat de neus van een Joods gezicht …

Die objecten bestonden allemaal al voor 1933. De nationaal-socialisten hoefden ze alleen maar een nieuwe politieke lading te geven. En deze techniek beheersen niet alleen de nationaal-socialisten. In wat nu de anti-zionistische propaganda heet in veel Arabische landen, komen dezelfde thema’s weer terug, de Joden hebben de wereldmacht in handen, IS is eigenlijk door Joden bedacht, en niet alleen de stereotypen duiken weer op, maar ook de beeldentaal. Dezelfde verschrikkelijke afbeeldingen als op het affiche van ‘Der Ewige Jude’ duiken op in anti-Israëlische affiches in Arabische landen en als er een stereotiep is waar ik ook zelf steeds weer mee geconfronteerd wordt, dan is het, vaak meesmuilend, met een ons-kent-ons-toontje, de misselijkmakende stereotype associatie van Joden met geld.

Terug naar het voetbalstadion. De rabiate antisemitische teksten die daar regelmatig te horen zijn, al dan niet gekoppeld aan de Israëlische actualiteit, zijn per definitie niet onschuldig. De tentoonstelling ‘Goed Fout’ laat overduidelijk zien hoe in een andere politieke realiteit ‘ze weten niet wat ze zeggen’ niet meer een onschuldige tekst is, maar één die leidt tot schuld. Goed of fout, daar gaat het bij dit soort uitingen van antisemitisme helaas nog steeds om.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.
Dank voor deze mooie, analytisch juiste maar moedeloos stemmende column, waarvan de laatste alinea mij uit het hart is gegrepen! Alle voetbalbobo's zouden verplicht op cursus gestuurd moeten worden bij Emile Schrijver en ter afsluiting daarvan een werkstuk moeten afleveren waaruit zou blijken dat ze ervan geleerd en begrepen hebben. Bovendien zou de overheid stringent moeten reageren (en straffen) op iedere oogluikend toegestane antisemitische of xenofobe uiting in de voetbalstadions. Fout denken = fout doen! De wereld van oogluikendheid leidt op den duur tot ondergang. Ik weet het: wishful thinking...
Dag Emile, Rozette Kats zegt het treffend: een analytisch juiste maar moedeloos stemmende analyse. Getver, ik word zo misselijk van "ze weten niet wat ze zeggen", "ze weten niet beter", "ze bedoelen het niet zo". Al dan niet toegestane spreekkoren? Tell me all about it. Tot U spreekt een ervaringsdeskundige. Een jeugdervaring die ik deel met mij goede vriendin Judith van Praag die geboren die geboren is in Zandvoort en haar kindertijd doorbracht in Roden (hoe krijg je het voor elkaar, beide plaatsen stonden bekend om hun grote aantallen nsbers). Bij haar riepen de medeleerlingen in koor "idi-jood", bij mij was het "neee-ger". In beide gevallen kon dat een heel speelkwartier aanhouden. In beide gevallen deed de schoolleiding niets. In de oorlog? Voor de oorlog? Laat me niet lachen; in de jaren 50, repectievelijk de jaren 60. Groet, A.

Columns 2015

Columns 2013

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009