De mythe van Masada (2)

Harrie Teunissen

vrijdag 9 maart 2012

Masada zal nooit meer vallen! klinkt steeds opnieuw als het voortbestaan van Israël in het geding is. Die strijdkreet is gebaseerd op een verdichting van halve historische waarheden. Een wetenschappelijke analyse geeft echter onvoldoende zicht op de context die om een heldenverhaal vraagt. Ik schets daarom de volgende keer actuele geopolitieke en militaire verhoudingen waarin de mythe van Masada functioneert. Maar nu vat ik eerst het populaire heldenverhaal zo kort mogelijk samen.

In het jaar 66 (gebruikelijke jaartelling) begint de oorlog tegen de Romeinse overheersing. Onder leiding van de zeloten komen Joden massaal in opstand. Het keizerlijke leger slaat echter de rebellie neer, verovert in 70 Jeruzalem en steekt de Tweede Tempel in brand. Zeloten die het beleg en de verwoesting van de stad overleven, vluchten naar Masada, gelegen op een steile tafelberg bij de Dode Zee. Vanuit dit machtige fort worden de Romeinen met uitvallen bestookt totdat een heel leger door de woestijn trekt om Masada te omsingelen en te belegeren. Na drie jaar van heldhaftige strijd tegen de overmacht geven de zeloten zich niet over, maar verkiezen de dood boven slavernij.

Bezichtigingsroutes op Masada ± 1968

Nahman ben Yehuda, hoogleraar sociologie aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, heeft die mythevorming ontleed. Hij begint The Masada Myth (1995) met de bekentenis dat hij door school en militaire dienst vertrouwd is met Masada. De verontwaardiging is dus groot als in 1987 een collega de rebellen bestempelt tot ‘bende moordenaars’. Om zijn heldenverhaal te verdedigen verdiept hij zich in De Joodse Oorlog van Flavius Josephus (Jerusalem 37 - Rome ±100). Hoe men ook over de Romeins-Joodse historicus denkt, zonder zijn uitvoerige verslag is geen samenhangend verhaal over Masada mogelijk. Ben Yehuda is geschokt als hij leest dat Josephus hier consequent spreekt over sicariërs in plaats van zeloten. Zijn collega heeft blijkbaar gelijk en Ben Yehuda voelt zich door zijn Israëlische opvoeding bedrogen. Daarmee begint zijn onderzoek naar ‘collectief geheugen en mythevorming in Israël’. Ik meld slechts enkele hoofdpunten. De zeloten (ijveraars) staan bekend om hun bereidheid de wapens op te nemen tegen de Romeinse overheersing. De extreme fractie van de sicariërs (dolkmannen) pleegt echter ook aanslagen op Joodse aristocraten die met Rome collaboreren. Als zij in 66 de hogepriester vermoorden, worden ze uit Jeruzalem verdreven. De sicariërs trekken nu naar Masada dat kort daarvoor veroverd werd. Van daaruit overvallen zij Joodse dorpen om voorraden te bemachtigen. Hierbij worden, onder meer in de oase Ein Gedi, honderden vrouwen en kinderen vermoord.

Na de val van Jeruzalem belegeren de Romeinen eerst de door zeloten verdedigde forten van Herodium en Macherus. Pas laat in 72 kan het Tiende Legioen optrekken naar Masada, dat zij begin 73 veroveren. Hier ondermijnt De Joodse Oorlog de mythe van een drie jaar durende belegering. Het argument dat het Romeinse leger nooit de enorme belegeringshelling in enkele maanden kan opwerpen houdt geen stand omdat zij slechts een heuvelrug naar de vesting hebben verbreed en opgehoogd. Dat het boek niets zegt over gewapende uitvallen vanuit Masada interpreteert Ben Yehuda als bewijs dat die rebellen ‘laffe terroristen’ zijn. Archeologisch onderzoek heeft echter duizenden ijzeren pijl- en speerpunten opgeleverd die voor een groot deel in de smederijen van Masada zijn geslagen. Vechtlust kan de sicariërs dus niet ontzegd worden. Maar over hun einde lopen de verhalen nogal uiteen. Het epische gedicht Masada van Lamdan (1927) viert de rebellen als martelaren in de strijd. Schoolboeken beperken zich tot de vage melding dat zij de dood verkiezen boven slavernij. Maar de archeoloog Yadin volgt De Joodse Oorlog waar staat dat in de vesting een doodse stilte heerst als de Romeinen daar binnendringen. Na hun vrouwen en kinderen vermoord te hebben, hebben de sicariërs elkaar gedood en de laatste man zichzelf. Twee vrouwen en enkele kinderen weten zich echter in cisternen verborgen te houden. Hun getuigenis heeft Josephus in het verslag van Masada verwerkt, samen met zijn walging over die massa(zelf)moord.



Van wie zijn dit de botten?

Ben Yehuda ontdekt ook een onthutsend patroon bij professor Yadin. De opgravers van Masada komen aan het eind van elke werkdag bijeen om hun vondsten te bespreken. Deze sessies zijn opgenomen, uitgeschreven en bewaard. Als men die verslagen vergelijkt met latere publicaties zien we de mythevorming in werking. Bijvoorbeeld, 26 november 1963 ontdekt men op het laagste paleisterras op de Noordpunt drie skeletten: een jonge vrouw van 17-18, een kind van 11-12 en een man van 20-22 jaar. Yadin oordeelt dat dit geen gezin kan zijn. Maar in een boek uit 1966 wordt gesteld dat de botten mogelijk de resten zijn van de laatste strijder van Masada en diens gezin. In een encyclopedie uit 1971 en een toespraak op Masada van 1973 beweert Yadin dat het gaat om een belangrijke commandant, zijn vrouw en hun kind ‘zoals in het verslag van Josephus’, maar hierover staat niets in De Joodse Oorlog. Ook de 25 skeletten die het team van Yadin elders op Masada vindt en die 1969 een staatsbegrafenis krijgen, komen ter discussie. Yadin geeft in 1982 toe dat bij die menselijke resten ook botten van varkens zijn aangetroffen. Sommige archeologen suggereren dat het resten van Romeinen zijn, andere dat het om Christenen gaat die Masada in de vroeg-Byzantijnse tijd bewonen. Hoogstwaarschijnlijk hebben de Romeinen in 73 alle 960 lichamen van de sicariërs en hun gezinnen geruimd voor ze weer bezit namen van Masada.

Diverse kwesties zijn nog onbeslist, maar het zal u duidelijk zijn dat de mythe van Masada de laatste decennia wetenschappelijk op losse schroeven staat. Toch komt die heldenmythe steeds weer boven als het voortbestaan van Israël op het spel staat. Dat komt ook omdat Masada gekoppeld is aan de sjoa. Dit gebeurt reeds in het getto van Warschau. Lamdans Masada inspireert meer dan enig ander gedicht de heldhaftige martelaren van de opstand in april/mei 1943. En die nemen postuum weer deel aan de heroïsche veldslagen van Israël. Zo schrijft de bekende lieddichter Chaim Hefer na de Zesdaagse Oorlog in 1967 Wij waren als dromers dat vaak bij publieke ceremonies wordt opgelezen. Hierin ontmoet legerleider Rabin zijn historische tegenhanger koning David en vertelt hem over de strijd die het gevaar van vernietiging omzet in een redding zonder weerga: Niet alleen wij hebben de berg bevrijd ... met hen [de soldaten] marcheerde een hele brigade van Masada strijders. ... En naast hen waren luid en duidelijk de voetstappen te horen van allen die vermoord, afgeslacht en geplunderd zijn. Nu in 2012 Iraanse kernwapens een potentiële dreiging voor Israël en het hele Midden-Oosten vormen, bepaalt de mythe van Masada, het zal u niet verbazen, opnieuw de houding van veel bevreesde Israëliërs. Het radicale messianisme van Ahmadinedjad is ook verontrustend. Hoe Masada ook de waarneming over en weer van Netanyahoe en Obama beïnvloedt, leest u in mijn derde en laatste column over de mythe van Masada.

8 + 2 = ?
Intrigerend verhaal
heel erg fijn

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.