Boekenrubriek
Samengesteld door Leo Frijda
Gepubliceerd op: 26 juni 2025

Jan Brokken, De weemoed van de reiziger
Verschenen in 2025 bij Uitgeverij Atlas Contact
ISBN: 9789045051994
Geen beter boek om op vakantie mee te nemen dan De weemoed van de reiziger van Jan Brokken. Brokken woont wisselend in Amsterdam en aan de Franse Atlantische kust. Hij staat niet met zijn rug naar Europa. Integendeel, hij reist vooral door Europa en door de geschiedenis van Europa. Bovendien reist hij om te ontdekken en te ontmoeten en om daarvan verslag te doen.
Daar hou ik van en over zijn boek Baltische zielen schreef ik indertijd een column voordat ik zelf naar Kaunas ging.
Daarom veroorloof ik mij eerst een zijsprong: Kaunas, toen nog Kovno, is de plaats waar in 1936 Aharon Barak werd geboren, de latere president van het Hooggerechtshof van Israël. Barak schreef een belangrijk en nog steeds actueel boek, The Judge in a Democracy. “We, the judges in modern democracies”, schrijft Barak, “are responsible for protecting democracy both from terrorism and from the means the state wants to use to fight terrorrism.” Barak vat dit zo samen: “Sometimes a democracy must fight with one hand tied behind its back.”
Jan Brokken reist om te ontdekken en te ontmoeten. Daarvan in deze korte aanbeveling een enkel voorbeeld. Zo komt al in het eerste hoofdstuk de Spaanse dichter Antonio Machado langs. “Met een schok van herkenning” citeert Brokken uit één van zijn gedichten:
Reiziger, je sporen
zijn de weg die je aflegt,
en zij alleen.
Reiziger, er is geen weg,
De weg ontstaat in het gaan.
Het verhaal over Machado begint in de Franse plaats Collioure, waar Brokken de begraafplaats bezoekt en er een merkwaardige brievenbus ziet staan. Hij zal daarin naderhand een brief posten “van reiziger tot reiziger.” In de tussentijd vertelt Brokken veel wetenswaardigheden over deze dichter, een overtuigd republikein, die in januari 1939 vanuit Spanje de vlucht nam naar Frankrijk. Door de Pyreneeën, net als enige tijd later veel Joodse schrijvers. Zij trokken echter van Frankrijk naar Spanje.
Het tweede hoofdstuk gaat over de Hongaarse musicus Bartók. Brokken ontmoet in dit verhaal Judit Gera, de dochter van Lili Rottmann die op 8 oktober 1940 in Boedapest het afscheidsconcert van Bartók bijwoonde en altijd het affiche van dat concert heeft bewaard. Bartók, die het niet eens was met de keuzes die Hongarije had gemaakt, ging daarna in ballingschap naar Amerika.
Judit Gera heeft Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd en is – tot haar spijt - altijd in Hongarije blijven wonen. Ze heeft meegemaakt “hoe haar land zich opende naar de wereld, als een bloem die de zon zoekt, met als apotheose de toetreding tot de Europese Unie in 2004.” De laatste jaren heeft zij echter ook gezien “hoe die bloem zich weer sloot.”
In Parijs zag Brokken een schilderij van Caillebotte, waarop een gietijzeren brug is te zien die het spoor bij Gare Saint-Lazare overspant. Een week later is Brokken in Praag. Daar neemt hij de trein op het Masarykovo-station naar het geboortedorp van Dvořák. Dat station is gerestaureerd maar oude onderdelen zijn gehandhaafd: “Ik heb altijd het gevoel dat je het verleden een stuk dichterbij haalt als je het kunt aanraken.”
Jaloers ben ik op de reis die Brokken in 1976 met zijn vrouw door Bohemen heeft gemaakt. Europa is uitgebreider dan Frankrijk en Spanje. Eén keer slechts, schrijft Brokken, is hij afgereisd naar New York. Daar heeft hij Leo Vroman ontmoet en gesproken. Dat heeft geleid tot een bijzonder mooi portret van Vroman met de titel 'Liefde is een fluisterstem'. De bladzijden over Vroman maken het op zichzelf al waard dit boek te kopen en te lezen. Maar eigenlijk geldt hetzelfde voor hoofdstukken als 'De Servais' en 'De schilder en de non'.
Voorin zijn boek heeft de reiziger Jan Brokken enkele aanhalingen van andere schrijvers opgenomen. Als eerste Alexander von Humboldt: “De gevaarlijkste kijk op de wereld, is die van mensen die de wereld nooit aangekeken hebben.”


Caroline de Mulder, Heim
Vertaling Lies Lavrijsen
Verschenen in 2025 bij uitgeverij De Bezige Bij
ISBN: 9789403133966
Thomas Mann, Achtung, Europa!
Vertaling Barber van de Pol en Piet Meeuse, voorwoord Arnon Grunberg
Verschenen in 2025 bij uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN: 9789029553001
Caroline de Mulder is in Gent geboren en is docent literatuur aan twee universiteiten in België. Zij schrijft in het Frans. De oorspronkelijk titel van Heim luidt La pouponnière d’Himmler, uitgegeven door Éditions Gallimard. Het boek speelt zich af in Duitsland, in Beieren, in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog.
In Steinhöring, een kleine plaats ten oosten van München, lag Hochland, een tehuis van de door Himmler geleidde vereniging Lebensborn die ten doel had, kort gezegd, de verbetering van de 'rassenkwaliteit' van het Duitse volk. Afschuwelijk natuurlijk en een allerakeligste omgeving voor een roman.
Dit geldt echter niet voor alle personen die Caroline de Mulder in haar roman opvoert. Twee hoofdpersonen zijn de zwangere Renée die vanuit Frankrijk naar Duitsland is gegaan op zoek naar de Duitse soldaat met wie zij kortstondig een relatie had, en een Joodse Pool, Marek, die te werk is gesteld in een van de buitencommando’s van Dachau, in de buurt van het tehuis.
Mij gaat het hier om een derde hoofdpersoon, Helga, een Duitse zuster die in Hochland werkt. Zij voelt zich daar in eerste instantie thuis en vindt het plezierig om voor de moeders en de kinderen te kunnen zorgen. Ze is er trots op dat Himmler een keer op bezoek komt. “Wat een belevenis”, schrijft ze in haar dagboek over dat bezoek. En ze noteert: “Dat vind ik zo mooi aan deze plek, we zijn één grote familie, zoals de dokter altijd zegt.”
In haar oordeel komen langzaam maar zeker barsten wanneer zij merkt dat door het regiem pasgeboren kinderen worden gedood en zij daar in één geval persoonlijk bij wordt betrokken, zij het niet rechtstreeks. Ook daarover schrijft ze in haar dagboek, al streept ze die passages toch maar weer door. Wel laat ze staan: “Ik voel me niet trots op wat ik ben of wat ik ben geworden, maar ik kan er de vinger niet op leggen wat ik nu precies verkeerd heb gedaan.” Haar uiteindelijke oordeel wordt gevormd wanneer het einde van de oorlog in zicht komt: “Als we deden wat juist was, waarom verbranden we onze archieven dan?” Het houdt haar diepgaand bezig: “Kiezen we voor het kwade, of kiest het kwade voor ons? Was ik goed, maar stond ik aan de verkeerde kant?”
Als je van je land en van je volk houdt, kan het temeer zwaar vallen om tot het besef te komen dat niet alle gemaakte keuzes goed zijn. Hannah Arendt schreef in dit verband de mooie zin: “De manifestatie van de wind van het denken is geen kennis: het is het vermogen om goed van kwaad, mooi van lelijk te onderscheiden.”
Voor wie dat ook heeft gegolden, is Thomas Mann. Ook hij moest over een drempel heen stappen, aangespoord door zijn kinderen Klaus en Erika. Eerder schreef ik al eens dat juist Thomas Mann die beslissing zwaar viel “omdat dit niet in zijn aard lag en een breuk betekende met het land waarmee hij zich als Duits schrijver ten diepste verbonden voelde.”
De thans verschenen bundel Achtung, Europa! biedt de mogelijkheid daar Thomas Mann zelf op na te slaan. Een goed voorbeeld is de in 1938 in Amerika door hem gehouden lezing met de wat optimistische titel 'Over de toekomstige overwinning van de democratie'. In die lezing, schreef ik in mijn boek Tel me bij de amandelen, breekt Thomas Mann een lans voor de democratie als een vorm van beschaving die het mogelijk maakt fatsoenlijk en redelijk met elkaar om te gaan. Hij hamert er bovendien op dat democratie niet mag worden verwaarloosd. Misschien is dat wel de belangrijkste boodschap. Achtung, Europa! is dus een goede titel.

Jenny Erpenbeck, Kairos
Vertaling Elly Schippers
Verschenen in 2024 bij uitgeverij De Geus
ISBN: 9789044547412
Ten slotte de nieuwe roman van Jenny Erpenbeck, Kairos. Deze in het Duits geschreven roman was al in 2021 verschenen, maar haalde toen niet eens de longlist van de Deutscher Buchpreis. Intussen is de roman bekroond met de International Booker Prize 2024. Door die prijs, voor de eerste keer verleend aan een Duitse schrijver, staat zij nu volop in de schijnwerpers. En dat is alleszins terecht.
Over een eerder boek van Jenny Erpenbeck, Een handvol sneeuw, schreef ik indertijd al een column en ik gaf aan dat voor die roman Hedda Zinner, haar in Oostenrijk-Hongarije geboren grootmoeder, model heeft gestaan. Ik beëindigde die column met een door Erpenbeck in een interview gedane uitspraak: “Europeanen vergeten altijd dat we allemaal emigranten zijn. We komen allemaal ergens anders vandaan. Zo zit onze geschiedenis in elkaar.”
Kairos (“de god van het gunstige moment”) begint op 11 juli 1986, in het toen, zij het niet meer voor lang, tot de DDR behorende gedeelte van Berlijn. De 19-jarige Katharina ontmoet die dag de 34 jaar oudere en getrouwde Hans.
Het is wat wel wordt genoemd een amour fou. De lezer volgt hen beiden in hun relatie en ook onder de omstandigheden van die jaren. Hij, schrijver met ook een functie bij de radio. Zij, nog jong en onbedorven. Maar ook leergierig. Als zij toestemming krijgt familie in West-Duitsland te bezoeken, wil ze “de vrijheid tot op de bodem onderzoeken.”
De politiek komt overigens eerst maar zijdelings aan de orde. Pas op bladzij 101, ze zijn dan ongeveer vier weken samen, vraagt zij Hans:
"Heb jij bij de Hitlerjugend gezeten?
Natuurlijk.
Met plezier?
Ja."
Daarna volgt al snel de eerste handeling die je de wenkbrauwen doet fronsen. Hans bindt haar vast aan de spijlen van het bed. Katharina aanvaardt dit, al vindt ze het maar vreemd. Nu kent ze hem helemaal, denkt zij als Hans haar ook nog met zijn riem slaat.
Opdat geen van de lezers nu afhaakt, lijkt me dit een goed moment om op een filmpje te wijzen waarin Maarten ’t Hart zegt dat hij al lezende het boek regelmatig opzij heeft gelegd, het was hem allemaal te akelig. Niettemin pakte hij het boek steeds weer op om verder te lezen. Zijn uiteindelijke oordeel: een meesterlijk boek, een aanrader.
En zo is het. U moet dus doorlezen, ook al blijkt Hans meer en meer een rotzak. Dat gaat heel ver, vooral nadat Katharina, die in Frankfurt een eigen leven als ontwerper van toneeldecors probeert op te bouwen, voor één keer naar bed gaat met de decor-assistent Vadim. Dat gebeurt “in de nacht van 19 op 20 januari 1988.”
“Anderhalf jaar geleden heeft Hans een onschuldige ontmoet, nu valt hem een schuldige in de schoot.” Hans, die dat uitbuit, wordt nu nog meer een tiran, een inderdaad akelige tiran. “Op haar verjaardag is hij haar enige gast, hij slaat er met het rijzweepje op los en zegt dat ze zich voor altijd moet herinneren hoe hij haar ervan langs heeft gegeven, op haar eenentwintigste verjaardag.”
Na haar misstap met Vadim gaat Hans cassettes voor haar inspreken die Katharina in alle rust moet beluisteren. Schriftelijk en punt voor punt moet ze reageren. Het worden in totaal zeven cassettes. Op één daarvan zegt hij tegen haar: “Morgen doen we wat jij wilt. En Katharina weet wat hij bedoelt. Ze weet wat hij wil dat zij moet willen.”
Op 10 november 1989 valt in Berlijn de muur tussen Oost en West. Je zou het zó kunnen samenvatten: met het uiteenvallen van de DDR valt langzaam maar zeker ook hun relatie uiteen. Steeds meer zie je als lezer hoe die achtergrond hun relatie mede heeft bepaald.
Als de muur is gevallen vraagt Katharina zich af: “Is het heden voorgoed weggestroomd? En wat blijft er achter?”
"Hans’ collega-schrijfster Christa Wolf is eind november samen met andere kunstenaars de oproep 'Voor ons land' gestart. Nog altijd hebben wij de mogelijkheid om als gelijkwaardige partners van alle staten van Europa een socialistisch alternatief voor de Bondsrepubliek te ontwikkelen. Nog altijd kunnen wij ons bezinnen op de antifascistische en humanistische idealen waar wij ooit van uit zijn gegaan. Waarom heb je niet getekend? Omdat dat geen zin meer heeft, zei Hans."
“Alles valt uiteen”, zo begint het volgende hoofdstuk. Het geldt voor de DDR, het geldt voor de relatie tussen Hans en Katharina. De gebeurtenissen, zou men kunnen zeggen, lopen parallel. Het is de kracht van deze bijzondere en originele roman die aan het eind nog enkele verbluffende wendingen neemt en een epiloog kent. Maar die laat ik liggen voor de lezer van dit inderdaad “meesterlijke boek, een aanrader.”
De juryvoorzitter van de International Booker Prize moet in haar laudatio hebben gezegd dat alle werken die op de longlist stonden, aantoonden hoezeer het gewicht van de geschiedenis ons leven bepaalt. Voor de uit Oost-Duitsland afkomstige Jenny Erpenbeck geldt dat zeker. Net als voor het hierna nog te noemen boekje.

Schutzraum, Seit dem 7. Oktober,
Verschenen in 2024 bij uitgeverij Hentrich & Hentrich
ISBN: 9783955656676
Deze bundel is een vertaling van de Engelse uitgave uit 2023 met als titel Shelter van The Israeli Institute for Hebrew Literature en het Institut für Neue Soziale Plastik.
Ik wil dit boekje hier alsnog noemen, omdat één van de medewerkers – Stella Leder – erop wijst dat de titel, in Nederlandse vertaling schuilplaats, natuurlijk in de eerste plaats betrekking heeft op de inwoners van Israël. Maar, zo voegt zij daaraan toe: het geldt ook voor de Joden buiten Israël. Voor velen van hen is Israël een emotionele schuilplaats, een “levensverzekering”. In ons land gebruikte men daarvoor indertijd de term “blanco cheque”.
Voorop staat de veiligheid in Israël. Vanzelfsprekend. Maar in het verlengde daarvan kan het vorenstaande mede verklaren waarom veel Joodse Nederlanders door het huidige standpunt van GroenLinks-PvdA in het hart zijn geraakt. Los van welke politieke mening over de conflicten dan ook.