De man die probeerde de Oekraïens-Joodse geschiedenis te herdefiniëren - een essay in drie delen

Voor Ilya Galant waren de verhalen over de eeuwige haat tussen Oekraïners en Joden niet meer dan mythes

Gepubliceerd op: 31 maart 2022

In dit essay wordt het leven en werk van Ilya Galant besproken, een belangrijke maar weinig bekende Joods-Russisch-Oekraïense historicus en politiek liberaal. Slavist en schrijver Brian Horowitz gaat in dit artikel in op Galants visie op de Joodse geschiedenis van Oekraïne. Galant wilde de rechten van de Joden in Rusland legitimeren en hun aanwezigheid in Oekraïne 'normaliseren'. Om dit doel te bereiken interpreteerde hij de geschiedenis op een creatieve manier, waarbij hij zowel de Joods-Oekraïense vriendschap als de Joodse bijdragen aan Oekraïne belichtte. Hij deed ook een beroep op de Russische intelligentsia om een liberale coalitie van krachten te vormen ten gunste van Joodse rechten. In dit essay worden contexten belicht die niet de nodige wetenschappelijke aandacht hebben gekregen: Joodse geschiedschrijving over Oekraïne, Joodse liberalen in Rusland, de ontwikkeling van de Russisch-Joodse geschiedschrijving, het beeld van de Joden in de Pools-Oekraïense geschiedenis, en de Joodse wetenschap in Sovjet-Oekraïne.
Vandaag het tweede van drie delen.

Een Joodse apotheker met zijn vrouw en zoon, Berdychiv, Oekraïne, ca. 1900. (Uit de Joseph en Margit Hoffman Judaica Postcard Collection, deel van de National Library of Israel Digital Collection)

Galants pogingen om alles voor alle mensen te zijn, was gedoemd te mislukken. Ze leidden tot een gebrekkige geschiedschrijving, waardoor men bij het lezen van Galant feiten van verbeelding moet onderscheiden. Zijn probleem was dat alle betrokken partijen (de Russische regering, het Russische volk, de Oekraïners, de Joden) niet gemakkelijk te paaien waren en dat sommige belangen onverenigbaar waren. Galant hield vast aan de hoop dat historische studie zou kunnen bijdragen aan het verkrijgen van rechten voor Joden in het Russische Rijk. Niets wat Joden deden kon de Russische regering er echter van overtuigen de controle te versoepelen. Tegelijkertijd werkten de Oekraïners aan hun eigen nationaliteit door de Oekraïense taal te gebruiken op scholen en bij culturele activiteiten, in de hoop hun recht op zelfbestuur kracht bij te zetten. Joden, zelf een vervolgd volk, begonnen met het formuleren van eigen eisen, behorend bij het verlangen naar een Joodse culturele autonomie, een streven dat zich snel verbreidde.
Kort voor 1905 toeterde Galant zelfs het zionisme van de hoogste toren, overtuigd als hij was dat een Joodse nationale identiteit het Joodse zelfrespect zou versterken; en wie weet zou een deel van de Joden in Oekraïne betaald werk kunnen vinden in het Osmaanse Palestina. Maar Oekraïne bleef het centrum van zijn persoonlijke en professionele aandacht.

Jaarmarkt in Oekraïene, medio negentiende eeuw, van Vasily Ivanovich Sternberg (1818-1845)

In een vroeg artikel, getiteld 'Over de geschiedenis van de vestiging van Joden in Polen en Oekraïne in het algemeen en in Podoliya in het bijzonder' (1897), deed Galant een bewering die hij zijn hele leven zou bijven herhalen, namelijk dat Oekraïne uitstekende omstandigheden bood voor Joods leven omdat daar "het leven niet zo heftig en hard was, zoals in West-Europa." Hij bedoelde dat in West-Europa Joden onafgebroken werden dwarsgezeten en vervolgd, iets waar in Oekraïne relatief weinig sprake van was. Ook in Oekraïne kwamen wel dramatische gebeurtenissen voor, maar die waren eigenlijk uitermate zeldzaam en hoogst ongebruikelijk. Op dit punt maakte Galant verregaande generalisaties:

"Alleen het oude Roes lijkt in dit opzicht een gelukkige uitzondering (relatief gesproken). Ondanks hun komst in de tijd van de eerste vorsten van het huis Roerik, en misschien nog wel eerder, waren de Joden niet het slachtoffer van persoonlijke vervolging en verdrijving, ondervonden zij niet die lichamelijke martelingen en geestelijke vernederingen die hun geloofsgenoten in West-Europa eindeloos moesten doorstaan. Maar, dit gezegd hebbende, geloof ik niet dat de Joden altijd gezegend waren met volledige voorspoed, maar het leven verliep vredig en werd niet verstoord door het binnendringen van de wilde menigte."

Galant was zich ervan bewust dat het voor een Joodse historicus die de geschiedenis van Oekraïne bestudeert uitermate lastig was om de Chmelnitsky Opstand in de zeventiende eeuw en de Haidamachtsjina, de acties van bendes Oekraïense paramilitaire krijgers in de achttiende eeuw, te behandelen.
Ziehier het probleem: Oekraïense historici prezen het geweld tegen de Poolse overheersing als een diep gevoelde uitdrukking van de Oekraïense nationale identiteit, maar voor Joden waren deze gebeurtenissen tragedies. Zij werden op grote schaal het slachtoffer, vermoord, verkracht, tot slaaf gemaakt en hun bezittingen werden geplunderd. Galant erkende dat Joden zichzelf in leven wisten te houden omdat ze zich conformeerden aan de Poolse economische en politieke behoeften, maar hij bleef bij zijn mening dat Joden niet het mikpunt waren van de Oekraïense haat maar in wezen slechts 'nevenslachtoffers'.

Volgens Galant waren bronnen uit die tijd het met hem eens:

"Men kan niet ontkennen dat Joden onschuldig hebben geleden tijdens de Haidamachtsjina, want zelfs in overduidelijk anti-Joodse teksten wordt, naar het schijnt, geen melding gemaakt van Joodse vijandige handelingen jegens de Haidamakken. Zelfs de archimandriet van het Motroninskyklooster in Melniki Cherkasy, Melchisedek Znatjsko-Javorski, die door velen wordt beschouwd als de belangrijkste aanjager van de misdaden van de Haidamakken, spreekt in zijn klaagzangen en klachten over de vervolgingen van de Polen jegens de Russisch-orthodoxe christenen en de Russisch-orthodoxe kerk nauwelijks over Joden."

Anders dan anti-Joodse bronnen doen, verklaart Galant de strijd als het gevolg van een conflict waarbij drie belanghebbende partijen betrokken waren: Russen, Polen en Joden. Hij benadrukte het belang van de religieuze, ideologische en etnische motieven:

"Er kan echter geen twijfel over bestaan dat het Russische element in Polen schuldig is aan de twee enorme catastrofes in de Joodse geschiedenis, de Chmelnitsky Opstand en de Haidamachtsjina. Deze catastrofes vonden hun oorsprong in een nationaal, geestelijk en economisch antagonisme tussen de Poolse adel, de Joden en de Russische boerenstand, alle partijen in deze tragedies."

Het is veelzeggend dat Galant de Oekraïners of Roetheners "Russen" noemt. Of Galant iets bijzonders wilde zeggen door deze terminologie te gebruiken is moeilijk te zeggen. In ieder geval kan men het uitleggen als een poging om Oekraïne af te schilderen als een natuurlijk deel van Rusland, waarmee Galants liberale standpunt ten gunste van het multi-etnische Russische rijk wordt onderstreept. Daarmee spreekt Galant zichzelf tegen: door Oekraïners Russen te noemen geeft hij impliciet de Oekraïners de schuld van het geweld tegen Joden.

Joodse jongens in Karpatisch Roethenië (deel van het huidige Oekraïne), 1918. Uit de Joseph en Margit Hoffman Judaica Postcard Collection; beschikbaar via de National Library of Israel Digital Collection

Galant wees bewust op de kwetsbaarheid van de Joden, hun precaire positie als werknemers van de landheren en op de lijdende Oekraïners:

"In het sociaal-economische leven van deze regio zaten werkende Joden in een zeer gevaarlijke en riskante positie. Zij bevonden zich tussen (…) een tirannieke, onwetende adel die geen grenzen kende in hun hartstochten en grillen, en het gewone volk dat wordt vervolgd, vergeten, gemarteld en overgelaten aan de grillen van het lot."
Anders dan spreekt uit de verhalen die bestaan over het alomtegenwoordige geweld tegen Joden tijdens de Chmelnitsky Opstand, betoogde Galant dat het geweld helemaal niet wijdverspreid was en dat de gevolgen niet van lange duur waren. Eén manier waarop hij zijn beweringen kracht bijzette, was door te schrijven over de succesvolle wederopbouw van de Joodse gemeenschappen na dergelijke verstoringen.
 
Onwaarheden ontzenuwen
Galant was niet bang om rechtstreeks het Joodse lijden in Oekraïne te benoemen, omdat hij het, in vergelijking met andere landen, als niet erg betekenisvol beschouwde. Toch deed hij geen moeite om de Oekraïeners te beschuldigen. Hij vond bijna altijd een andere vervolger. Uit Galants onderzoek blijkt dat de katholieke kerk de Joden grote geldsommen afperste. In de zeventiende en achttiende eeuw kwamen Joodse gemeenschappen in zwaar weer terecht en konden de hen opgelegde belastingen niet betalen. Vaak werden ze gedwongen tegen onwaarschijnlijk hoge rentepercentages geld te lenen en hun meest waardevolle voorwerpen in onderpand te geven, soms zelfs hun synagogen! In veel gevallen heeft de Poolse katholieke kerk de Joden genadeloos afgeperst, omdat zij nauwelijks een andere keus hadden dan leningen af te sluiten bij de enige bron waar ze aan liquide middelen konden komen.

De Sint Jozefkerk in Pidhirtsi, Oekraïne, gebouwd door de Poolse edelman Wacław Rzewuski, ingewijd in 1766. (Foto: Sergij Wentseslavskij)

Galants gebruik van documenten hielp om onwaarheden en legenden te ontkrachten die de status van waarheid hadden gekregen. Hij legde bijvoorbeeld uit dat veel mensen waren gaan geloven dat de Oekraïners zóveel aan de Joden verschuldigd waren dat de Joden geünieerde (Ecclesia Ruthena unita, een historische orthodoxe kerk) kerkgebouwen bezaten en deze aan de kerkgangers verhuurden. Galant legde uit:

"Er bestaan beschuldigingen, vals, niet geverifieerd, wetenschappelijk of gedocumenteerd onbewezen, die echter niet alleen gericht zijn aan het adres van degenen tegen wie ze oorspronkelijk waren gericht, maar ook aan hun verre nakomelingen. Deze beschuldigingen, waarvan niet bekend is hoe ze zijn ontstaan en in circulatie zijn gekomen, zijn legenden die mettertijd als ware feiten verankerd zijn geraakt, als een onweerlegbare waarheid, niet alleen in de ogen van het onwetende eenvoudige volk, maar ook in die van de geleerde autoriteiten."

Galant hield vol dat er in alle documentatie betreffende Joden in Oekraïne voor een dergelijke bewering geen bewijs te vinden was. Alleen Kozakkenkronieken beweren dat de kerken onder Joodse controle staan, en, zo merkte hij op, deze bronnen hebben veel kritiek gekregen. Hoewel hij erkende dat in volksliedjes wel iets van waarheid te vinden was, merkte hij niettemin op dat:

"Het is zeer riskant om serieuze conclusies te trekken op basis van uitsluitend volksliedjes."

Als verklaring voor dergelijke beweringen gaf Galant zijn tamelijk riskante mening dat de verkoop van alcohol door Joden werd geassocieerd met kerken, omdat Oekraïners hun feesten en belangrijke momenten in de levenscyclus vierden in de kerken. En als zij zich geen drank konden veroorloven konden ze dus ook hun feesten niet vieren. Hieruit zou men kunnen concluderen dat Joden de kerken controleerden. Volgens Galant zijn deze beschuldigingen waarschijnlijk gebruikt om de bevolking op te hitsen en de Chmelnitsky Opstand te onderbouwen. Maar wat eerst als propaganda werd gebruikt, werd later door zelfs de meest gerespecteerde Oekraïense historici als waarheid geïnterpreteerd.

Galants pogingen om de Oekraïeners vrij te pleiten kunnen niet onopgemerkt blijven. Zijn beweringen botsen met andere versies van dezelfde gebeurtenissen, zowel in zijn tijd als nu. Natuurlijk zijn zijn beweegredenen doorzichtig: hij wilde individuen beschuldigen en latere historici beschuldigen van antisemitisme om, zoals hij dat zag, de legitimiteit van een Joods-Oekraïense politieke alliantie in stand te houden. Hoewel het onmogelijk is om het volledig eens te zijn met Galant, kunnen we wel sympathie opbrengen met zijn wensen om los te komen van stereotypen en anti-Joodse gebeurtenissen opnieuw te bekijken, zodat duidelijk zou worden hoeveel waarheid er is te vinden in de mythe van de Oekraïense haat en hoeveel daarvan pas in een later stadium is geconstrueerd. Voor Galant is het meeste een constructie, maar het feit dat Oekraïners zelf slachtoffer werden van anderen, betekent niet dat zij zich niet schuldig maakten aan het vervolgen van Joden.


Volgende week in onze nieuwsbrief het derde en laatste deel van dit essay.

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.