Het uitwissen van de naam van Haman de goddeloze

De oorsprong van de Poerimratel

Gepubliceerd op: 10 maart 2022

Hoe overstem je de naam van de meest gehate slechterik in de Megilla? Door goed gebruik te maken van een christelijke volkstraditie natuurlijk!

Haman ontmoet zijn einde, Rol van Esther, Ferrara, Italië, 1617, de Nationale Bibliotheek van Israël

Er zijn maar weinig personages in de Joodse geschiedenis die zo worden veracht als de boosaardige Haman, de schurk uit het verhaal van Poerim en het boek (of boekrol) Esther. Zoals het gezegde luidt: "In elke generatie staan zij tegen ons op om ons te vernietigen" - woorden die worden belichaamd door de figuur van Haman, wiens daden de veronderstelde profetie, of zelfs een tijdloze historische waarheid werkelijk maken. Haman de Boze, Haman de Kwade en verschillende andere denigrerende bijnamen zijn aan zijn naam verbonden, zelfs in Megillat Ester zelf. Het verhaal verbindt Hamans naam zelfs aan de Amalekieten, het volk Israëls grootste vijand. In Megillat Ester wordt hij beschreven als Haman de Agagiet, waarmee hij in verband wordt gebracht met Agag, koning van Amalek. In het boek Dewariem (Deuteronomium) 25:19 wordt Israël bevolen "de herinnering aan Amalek onder de hemel weg te vagen."

Maar hoe kunnen we dan de naam uitwissen van de man die herhaaldelijk wordt genoemd in de Megilla die we lezen tijdens het Poerimfeest?

Rabbi Abraham ben Nathan schrijft over een dertiende-eeuws gebruik waarbij jonge jongens "kiezelstenen uit een beek namen en er Haman op schreven. Daarna sloegen ze de stenen tegen elkaar terwijl ze de naam van Haman en zijn misdaden noemden, 'en de naam van de goddeloze zal rotten'." Onder het Europese jodendom won dit idee snel aan populariteit; men brak aardewerken potten in stukken of sloeg met blote handen of met van te voren voorbereide houten stokken op tafel in de synagoge.

Ongeveer driehonderd jaar later schreef Rabbi Moshe Isserles (de 'Rema') over een gewoonte die bij kinderen heel populair was: stukken hout of steen met de naam van Haman tegen elkaar slaan, alles om de naam van de boze vijand uit te wissen.

"Zo hingen zij Haman op aan de galg die hij voor Mordechai had klaargezet", Rol van Esther, achttiende eeuw, Amsterdam, de Nationale Bibliotheek van Israël

Het gemeenschappelijke thema is dat het echte doel van het noemen van Hamans naam is deze uit te wissen, zowel in letterlijke zin - het geleidelijk verdwijnen van de letters van Hamans naam uit de rivierkiezels als zij tegen elkaar worden geslagen - als in de zin van het luidruchtig overstemmen van de naam van Haman met het geluid van voorwerpen die tegen elkaar slaan. Rabbi Isserles voegde eraan toe dat dit lawaai maken in de praktijk uitmondde in het "slaan" van Haman door het produceren van soortgelijke geluiden, telkens wanneer in de synagoge zijn naam werd genoemd tijdens het lezen van de Megilla.

Wanneer verschijnt dan eigenlijk de Poerim herriemaker bij uitstek, de ratel? 

Het lijkt erop dat dit unieke speelgoed pas in de loop van de negentiende eeuw bij de Joden populair werd.

Bij het lezen van de Megilla in Tel Aviv, 1985; De Dan Hadani Collectie, de Pritzker Family Nationale Fotocollectie in de Nationale Bibliotheek van Israël

Maar eerst kwamen de rotjes. In het Duitsland van de zeventiende eeuw, toen buskruit betaalbaar werd, begonnen jonge jongens een soort knalvuurwerk aan hun lawaaimakers toe te voegen. Dit licht ontvlambare knalvuurwerk werd gemaakt van verschillende brandbare materialen die gemakkelijk te vinden waren, met zwavel of buskruit er rijkelijk overheen gestrooid. Dit gebruik verspreidde zich snel naar Polen, Litouwen, Rusland en Roemenië, en van daaruit naar andere Joodse gemeenschappen. Soms werd een holle sleutel met buskruit gevuld en vervolgens aangestoken; een praktijk die je in Tel Aviv in 1930 nog kon zien en horen.

Wat al die lawaaimakers en ratels betreft, beschikken wij, naast schriftelijke verslagen uit verschillende perioden, ook over tastbare voorbeelden die bewaard zijn gebleven vanaf de achttiende eeuw. Vanuit Europa vonden ze hun weg naar Joodse gemeenschappen verder naar het zuidoosten. Etnograaf Yom-Tov Lewinski merkte op dat ratels hun oorsprong vinden in Griekenland, waarmee hij het Oude Griekenland bedoelde. De Romeinen gebruikten ratels bij diverse magische rituelen en ceremonies, en in de Middeleeuwen werden allerlei lawaaimakers ook populair onder christelijke gemeenschappen.

"Hij kleedde Mordechai en leidde hem te paard door de straten van de stad, terwijl hij, voor hem uitlopend, uitriep: 'Dit is wat de man die de koning graag eert wordt aangedaan!' " De boekrol van Esther, achttiende eeuw, Amsterdam, de Nationale Bibliotheek van Israël

het gebruik om met Poerim ratels te gebruiken is waarschijnlijk voortgekomen uit een onder middeleeuwse christenen gangbaar gebruik om met zulke lawaaimakers vermeende demonen en boze geesten te verdrijven  Ratels werden gebruikt bij bruiloften en tijdens zware storm en zelfs om de komst van de lente te vieren. In de aanloop naar Paaszondag, als de kerkklokken het zwijgen was opgelegd, werden ratels gebruikt om de christelijke gelovigen tot gebed op te roepen. Op de vooravond van Pasen gebruikten christelijke jongeren ratels om Judas Iskariot (de discipel die Jezus verraadde) te 'slaan' of te straffen. We kunnen gevoegelijk aannemen dat het gebruik van een ratel zich van daaruit uitbreidde naar het Asjkenazische jodendom, om de figuur van Haman de Boze te slaan.

Het eerste echte bewijs van het gebruik van ratels met Poerim dateert uit het negentiende-eeuwse Europa. Er zijn ook voorbeelden uit dezelfde periode in de Verenigde Staten, met name in New York. Dit gezegd zijnde, schrijft Mimi Reuter in haar proefschrift, dat ons zeer geholpen heeft bij de voorbereiding van dit artikel, dat "er twee Poerimratels schijnen te zijn die gedateerd zijn in de achttiende eeuw, maar het is waarschijnlijk dat zij in werkelijkheid uit een latere periode stammen."

Twee vroege voorbeelden van ratels, Holland (links) en Italië (rechts), uit The Book of Festivals - Purim, Lag Ba'Omer, Tu Be'Av, Yom-Tov Lewinski, Agudat Oneg Shabbat, (1950)

De Joodse ratel is bekend onder vele namen. In het Pools heet hij terkotka, in het Frans crécelle en in het Hongaars kereplő. In het Hebreeuws is het woord voor lawaaimaker ra'ashan, afgeleid van de wortel ra'ash (רעש), wat gewoon "lawaai" betekent.

Met dank aan Shirat-Miriam Shamir, alias Mimi Reuter, voor haar hulp bij de voorbereiding van dit artikel.


Dit artikel van de hand van Chen Malul verscheen op 10 maart 2021 in het blog van de Nationale Bibliotheek van Israël.
Crescas heeft toestemming om blogartikelen van NLI over te nemen.


vertaling: Raya Lichansky

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.