Boekennieuws
Joodse schrijvers en hun boeken, boekpresentaties en ander nieuws uit de wereld van het boek
Gepubliceerd op: 27 oktober 2022

La lectrice soumise (1928) van de Belgische surrealistische kunstenaar René Magritte was nagenoeg onbekend tot het in de in november 2017 geopende dependance van het Louvre in Aboe Dhabi bleek te hangen. In 1928 werkten Salvador Dalí en Luis Buñuel nog aan de roemruchte film Un Chien Andalou met daarin de hoofdrolspeelster met een boek in haar handen. Was Magrittes doek later, of werden Dalí en Buñuel geïnspireerd door Magrittes doek?

Désanne van Brederode
Amsterdam: Querido, 2022
Aantal blz.: 272
ISBN: 9789021428499
Tokio, najaar 1938, nazi-propagandaminister Joseph Goebbels verlaat zijn vrouw Magda, zijn kinderen én zijn hoge positie in dienst van de Führer, om met zijn grote liefde, de Tsjechische filmster Lída Baarová, aan een nieuw leven te beginnen in Japan – waar hij de eerste tijd stropdassen wil gaan verkopen. In deze vreemde omgeving houdt hij een dagboek bij, dat vooral een reis door zijn eigen ziel zal blijken te zijn.
Bijna elke dag nemen zijn inzichten toe, mede dankzij Lída, die niet onder de indruk is van zijn zorgvuldig opgebouwde imago, maar houdt van de kinderlijk romantische, gevoelige en geestige man die haar ooit met zoveel gepassioneerde hartelijkheid veroverde en bereid bleek alles voor haar te offeren. Als twee vreemden in het ondoorgrondelijke Japan voelen ze zich meer thuis bij elkaar dan bij de Duitsers. Maar wat nu als er onverwacht een aanbod komt, een herkansing, met de kracht van een wederopstanding?
Désanne van Brederode (1970) is schrijver, filosoof en essayist. Ze schreef onder andere de romans Ave verum corpus, Hart in hart, Vallende vorst, Wonderlamp en de essaybundel De ziel onder de arm. In 2018 maakte ze haar poëziedebuut met Verzonnen grond.

Een Berlijnse roman
Herman Heijermans
Amsterdam: EM Querido's Uitgevers Mij, 1926
Aantal blz.: 315
Ook als e-book verkrijgbaar
Uit de inleiding bij de vierde druk.
"In den tijd toen de oude Nederlandsche Tooneelvereeniging het niet langer kon bolwerken en Heijermans dus de tantièmes van de opvoering zijner tooneelstukken moest missen, ging hij naar Berlijn wonen, ten einde daar, met den commerciëelen geest die hem kenmerkte, zelf de vertaling zijner werken in het Duitsch en hun opvoeringen in Duitsche schouwburgen te bevorderen. Hij bleef Falklands naar Holland sturen, werkte als verslaggever in grooten stijl tot het onderzoeken van de toestanden in mijnen en slaaphuizen aan het „Berliner Tageblatt” mee, schreef als Heinz Sperber tooneelfeuilletons in den „Vorwarts” en bouwde zich aldus met harde energie een nieuw materieel bestaan op. In dien tijd schreef hij ook in „De Nieuwe Gids” zijn Berlijnschen roman „Duczika". Er bleek uit hoe spoedig deze geboren Rotterdammer, die binnen enkele jaren in hart en nieren Amsterdammer geworden was, met zijn wonderlijk aanpassingsvermogen zich in het Berlijnsche leven had ingedacht. Hoe door-en-door Berlijnsch is dit milieu van „schwarmerische", maar tegelijk stevig-zakelijke lieden, op den rand van de Bohème, maar een Duitsche, geen Fransche Bohème. En daarin die Duczika, aan wier vriendelijke wezen de schrijver al de liefde zijner scheppende verbeelding besteedde. Ook in Berlijn had hij menschen gevonden met hun kracht en hun zwakheid, hun aantrekkelijks en aanstootelijks, hun heldhaftigs en hun belachelijks, hun goedhartigheden en hun wreedheden. Hoe verdiepte hij zich in hun gemoedsleven en als hoe echte menschen ontstonden zij voor onze oogen. Maar meest van al de zachtaardige, schuldelooze Duczika, het beminnelijke menschenkind, dat juist om zijn beminnelijkheid zoo smartelijk moest lijden."
Naamgeefster van deze roman is de mooie, hardwerkende Duczika. Ze woont samen met haar moeder, een verlopen toneelspeelster, haar zus Lotte, die voor danseres wordt opgeleid, en haar nicht Betty in een kleine bovenwoning in een Berlijnse achterbuurt. In het troosteloze bestaan van deze vier vrouwen brengt student medicijnen Erich Schueler af en toe wat vrolijkheid. In het schuchtere hart van Duczika ontwaakt liefde voor Erich, die haar zo graag uit de hel zou willen redden. Maar Erich gaat in zijn goede bedoelingen ver over de schreef. de afloop van het verhaal is verrassend.
Je kunt Duzcika, een Berlijnse roman online lezen in de Joodse Bibliotheek van Crescas of als pdf downloaden naar je eigen computer of tablet.

My Life
Saul Friedlaender
New York: Other Press Inc., 2020
Aantal blz.: 302
ISBN: 9781635420494
Veertig jaar na zijn veelgeprezen, aangrijpende eerste memoires keert Friedländer terug met Where Memory Leads: My Life, dat een brug slaat tussen de beproevingen van zijn jeugd en zijn huidige torenhoge reputatie op het gebied van Holocauststudies. Als hij zijn jeugdige bekering tot het katholicisme heeft opgegeven, herontdekt hij als tiener zijn Joodse wortels en bouwt een nieuw leven op in de Israëlische politiek. Friedländers aanvankelijke loyaliteit aan Israël verandert in een levenslange fascinatie voor het Joodse leven en de geschiedenis. Hij worstelt met het verwerken van het alomtegenwoordige Europese antisemitisme en zoekt tegelijkertijd naar een meer afgewogen benadering van het zionisme dat hem omringt.
Als volwassene pendelt Friedländer tussen Israël, Europa en de Verenigde Staten, gewapend met zijn talent voor taal en een groot intellect. Door zijn prestige komt hij onvermijdelijk tegenover andere intellectuele zwaargewichten te staan. In zijn eerste jaren in Israël komt hij in conflict met de architecten van de jonge staat en met briljante geesten als Gershom Sholem en Carlo Ginzburg.
Deze memoires geven Friedländer de aanzet om na te denken over de aangrijpende gebeurtenissen die hem ertoe brachten zestien jaar van zijn leven te wijden aan het schrijven van zijn Pulitzer Prize-winnende meesterwerk The Years of Extermination: Nazi Germany and the Jews, 1939–1945.
Wil je Where memory leads - my life kopen? Klik op de titel!


Lezing over Het geroofde kookboek met Karina Urbach.
Karina Urbach vertelt het opmerkelijke verhaal van het boek van haar grootmoeder, de succesvolle Weens-Joodse kokkin en kookboekenschrijfster Alice Urbach, die haar huis, familie en carrière verliest onder de nationaalsocialisten. Ze vlucht eerst naar Engeland en dan naar New York. In een Weense boekwinkel vindt ze haar boek terug, maar onder de naam van Rudolf Rösch. Alice’s kleindochter gaat op onderzoek uit en ontdekt dat er in de nazitijd veel succesvolle boeken niet zozeer werden verboden, maar werden doorverkocht onder nieuwe 'Arische' namen. Wie is Rudolf Rösch? En heeft deze keukenmeester ooit bestaan?
Aanmelden verplicht: administratie@cidi.nl (o.v.v. je naam en de namen van wie met je meekomt).