Boekenrubriek
Samengesteld door Leo Frijda
Gepubliceerd op: 6 februari 2025


Hinke Piersma: Vergeet de trieste dagen… De tweestrijd van een Nederlandse zionist
Verschenen bij uitgeverij Querido
ISBN: 9789021498508
Mieke Tillema: Ida Simons, Pianiste, schrijfster, overlevende
Verschenen bij uitgeverij Cossee
ISBN: 9789059369580
Hinke Piersma publiceerde in 2024 een belangwekkende biografie over David Simons (1904-1998). Simons was getrouwd met Ida Simons-Rosenheimer (1911-1960), over wie Mieke Tillema een aantal jaren eerder een biografie had geschreven. Het huwelijk tussen Ida en David werd op 11 januari 1932 gesloten in de Groote Synagoge aan de Wagenstraat in Den Haag.
David Simons wordt gezien als een “intellectueel”, “beminnelijk”, “rustig” en “betrouwbaar”. Een glanzende carrière als jurist ligt voor hem in het verschiet. Ida, een al bekend concertpianiste, wordt “charme, brille en humor” toegeschreven. Haar leven “draait geheel om de muziek” en in 1935 treedt zij op met het Amsterdamse Concertgebouwconcert onder leiding van Bruno Walter: een “grote belofte”.
Na het uitbreken van de oorlog komen David, Ida en hun in 1937 geboren zoon Jan op de lijst van Frederiks, de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Een lijst met 'Verdienstjuden', in het bezit van 'Vitamine R'. Een 'Sperre' die tot gevolg had dat het gezin Simons in 1943 eerst in Barneveld wordt geïnterneerd en in 1944 via Westerbork in Theresienstadt terechtkomt. Daar hebben ze het geluk te worden “uitgewisseld”: op 5 februari 1945 kunnen ze naar Zwitserland vertrekken. Juni 1945 bereiken ze Nederland. “David blijft Frederiks zijn leven lang dankbaar dat de lijst waar hij hard aan heeft meegewerkt hem, Ida en Jan en honderden andere Joden heeft laten overleven en hij getuigt daar regelmatig van.”
David Simons gaat in 1945 onmiddellijk weer aan het werk. Ook Ida Simons probeert de draad weer op te pakken, maar zij is “zowel fysiek als psychisch” aangetast. Haar loopbaan als concertpianiste stokt. Wel vindt zij een nieuwe mogelijkheid om zich te uiten: schrijven. Haar bekendste boek is Een dwaze maagd, over haar jeugdjaren in Antwerpen, gepubliceerd in 1959. Op 27 juni 1960 overlijdt Ida Simons, “iemand was te laat bij haar”. Laat ik Judith Belinfante maar citeren, de dochter van Guus en Hester Belinfante, goede vrienden van David en Ida. Zij herinnert zich, schrijft Tillema, dat om Ida Simons heen “soms een zweem van geheimzinnigheid en verdriet hing.”
David Simons komt bij Tillema en ook bij Piersma minder uit de verf dan zijn vrouw en dat komt omdat Simons over zijn privéleven weinig heeft losgelaten. “David heeft zijn innerlijk leven zorgvuldig afgeschermd van de buitenwereld”, schrijft Piersma. Hij was “een man op de achtergrond.” En dat brengt haar tot de volgende ontboezeming: "Ik begon vol verwachting aan het boek, tenslotte was ik David zo vaak tegengekomen in mijn onderzoeken. Gaandeweg merkte ik echter dat het een ander boek zou worden dan ik voor ogen had. Zo voelde ik mij gedwongen om mezelf in het boek te schrijven, om de lezer deelgenoot te maken van de reconstructies die ik op grond van de schaarse informatie maakte."
Piersma is hoofd van de afdeling Onderzoek en adjunct-directeur bij het NIOD en met haar uitgebreide kennis de aangewezen persoon om haar boek op die manier te schrijven. Piersma heeft een evenwichtige kijk op de moeilijke beslissingen die vooraanstaande Joden als David Simons hebben moeten nemen. Dat David Simons “zijn gevoelens voor zichzelf en voor de buitenwereld op afstand hield”, laat ruimte voor interpretatie en maakt hem zo misschien wel tot de ideale figuur voor de reconstructie van veel wat ons nog steeds bezighoudt.
Kort na het uitbreken van de oorlog wordt Simons ontslagen. Hij was intussen zo “stevig verankerd in de Haagse Joodse Gemeenschap” dat hij werd betrokken bij de Coördinatie Commissie (CC), die onder leiding stond van mr. E.L. Visser. Simons “koos niet voor het principiële van Visser, maar lijkt voortdurend op zoek te zijn geweest naar het hoogst haalbare. Dat deed hij door zijn diensten aan te bieden en zijn expertise ter beschikking te stellen.” Het kleurt de contacten die Simons onderhield met Frederiks, die, schrijft Piersma, “later het symbool werd voor de ambtenaar die weliswaar ideologisch niet fout was, maar wel bereid was tot samenwerking met de Duitse bezetter.” Het “criterium van maatschappelijke verdienstelijkheid” roept eveneens vraagtekens op. Simons was daarvoor niet blind, hij was “zich bewust: mensen zonder bescherming werden naar de vernietigingskampen afgevoerd.” Als we Simons volgen aan de hand van de bevindingen van Piersma, zien we dat hij voor de Barnevelders en in de kampen veel heeft kunnen betekenen. Simons had de reputatie dat hij problemen kon oplossen.
Vergeet de trieste dagen… - “Ida kon Hitler niet vergeten, David deed volgens haar of hij nooit had bestaan.” Een nogal scherp aangezette tegenstelling, maar eenmaal in Nederland teruggekeerd kon Simons “niet wachten de draad van zijn leven weer op te pakken.” Al in 1946 trad hij toe tot het bestuur van de Nederlands-Israëlitische Gemeente in Den Haag. Daarna zien we hem als lid van de Centrale Commissie van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Ook was hij voorzitter van het bestuur van de Bond van Onafhankelijke Zionisten. Zijn zionistische gezindheid blijkt bovendien uit de omstandigheid dat hij samen met Bob Levisson het CIDI heeft opgericht; hij werd de eerste voorzitter van het bestuur.
Beide biografieën geven een belangwekkende kijk op onze geschiedenis. Ida en David Simons stonden daar middenin.


Judith Belinfante: uit de onderwereld / Naar de bovenwereld
Verschenen bij uitgeverij M10boeken
ISBN: 9789493332997
In het najaar 2024 verschenen boek van Judith Belinfante, geboren in 1943 en bekend als de vroegere directeur van het Joods Historisch Museum, staan korte overdenkingen in dichtvorm: uit de onderwereld en Naar de bovenwereld.
Judith Belinfante is de dochter van Guus en Hester Belinfante, goede vrienden van David en Ida Simons. Uit de biografie van Tillema nam ik al over hoe zij Ida heeft ervaren. Wat Judith Belinfante in haar laatste boek schrijft, trof mij telkens weer en ik vermoed dat dit voor velen van ons zal gelden. En een enkele associatie bleek niet te vermijden. Zij schrijft “het meisje uit de onderwereld / moest zichzelf opnieuw uitvinden” en ik dacht daarbij aan 'het meisje' uit het pas gelezen boek van Edvardson dat ik hier eerder heb aanbevolen. En bij de laatste overdenking uit de onderwereld met als titel “wees mild” waren mijn gedachten nog bij David Simons:
wees mild voor wie we waren
wees mild voor wie we zijn
wees mild voor wie we waren
wees mild voor wie we zijn
wees mild voor wie we worden

Ida Simons: Een dwaze maagd
Verschenen bij uitgeverij Cossee
ISBN: 9789059366374
Een dwaze maagd verscheen in 1959 en het boek trok de aandacht van de recensenten en van collega-schrijvers maar minder van het lezerspubliek.
Dat was anders bij de heruitgave in 2014: vijf sterren in de NRC en in de Volkskrant. Het boek moest dat jaar dan ook een aantal keren worden herdrukt en er volgden bovendien verschillende vertalingen. Op de website van Cossee staat dat er – na zo’n tien jaar - opnieuw een herdruk zal verschijnen, met enkele maanden later een luisterboek.
Een dwaze maagd kan zeker een autobiografische roman worden genoemd. De hoofdpersoon heet Gittel en Gittele is de Joodse naam van Ida Simons. Gittel is muzikaal en pianospelen is haar passie. Het blijft niettemin wel een roman en al lezend zien we het voor ons: het Joodse leven in Antwerpen in de eerste decennia van de vorige eeuw.