Boekenrubriek
Samengesteld door Ilse Lazaroms
Gepubliceerd op: 15 mei 2025

Levi Jacobs: Wie ik ben
Verschenen in 2025 bij Atlas Contact
ISBN: 9789025474423
"Voorwaarts leven is doodeng", denkt Levi Jacobs tegen het einde van zijn boek. Voorwaarts leven betekent dat je je grip op het verleden of je kindertijd versoepelt, inclusief alle pijnlijke ‘zekerheden’ die je daarin vindt – verdriet of eenzaamheid of onbegrip. Dingen die, als je eenmaal volwassen bent, je identiteit kunnen bepalen. Wie ben je, als je die pijn loslaat?
In Wie ik ben – geen vraag maar een statement – slaan we gade hoe Levi Jacobs zichzelf opnieuw uitvindt. Van student filosofie tot succesvolle advocaat ergens op een yuppenkantoor in Den Haag. Van een man in dure pakken met een vaste relatie en een koophuis tot een kettingrokende, stinkende bohémien met een minnares in een uitgeleefde huurwoning. Allemaal om tot de volgende conclusie te komen: "Ik was een schrijver en schrijvers moesten leven. Hun dagen doorbrengen op een luchtmatras in een leegstaand appartement." Met andere woorden: leef je zelfdestructieve lusten ten volste uit, zodat je er, met een beetje geluk, over kan schrijven.
Levi verlaat zijn burgerlijke bestaan met jeugdliefde Noor en vlucht weg in de armen van Vic, een ‘knettergekke’ en wulpse vrouw aan wie hij enigszins verslaafd raakt. Het boek zit vol seks en fetisjen en masturbatiescènes, met én zonder toestemming van de vrouwen – en een enkele man – in kwestie. Levi wentelt zich in de schijnbare charme van een losgeweekt bestaan. In harde humor, zelfspot en ongeëvenaarde guurheid. In liefdesverdriet en depressie. Alles voor de kunst.
Tijdens het lezen werd ik er soms een beetje droevig van: ik heb ze gekend – én liefgehad –, de kunstenaars met een gat in hun borst, charmant en onkenbaar. Mensen die al je liefde opslurpen en je verlaten, omdat nabijheid te eng is. Die naar een (moeder)liefde snakken zo groots en meeslepend dat niemand daar ooit aan kan tippen.
En toch. Jacobs doet iets interessants met dit gevoel van verlatenheid. Als zoon van een excentrieke Joodse moeder en een zwijgzame, niet-Joodse vader is hij overal een buitenstaander. Of, misschien beter gezegd, een ‘vreemdeling’ – want de étranger van Camus dwaalt overal door dit boek. Wat doe je met een geërfd jodendom waarvan je de wetten niet helemaal kent? Met een aanleg voor zelfdoding in de familielijn van je vader? Hoe ga je om met een leven dat je gegeven is maar dat niet a priori van waarde is? Hoe handel je in absurde omstandigheden?
Hier is Jacobs op zijn sterkst. Onder alle seks en zinloosheid ligt deze essentiële vraag – een vraag die denkers als Camus en Sartre ook al stelden en die niet los is te zien van Jacobs’ relatie tot het jodendom, en tot religie in het algemeen. Mooi is de scène waarin Levi, in een kleine sjoel in Amsterdam Oost, in gesprek raakt met een rabbijn over het feit dat Abraham bereid was zijn zoon Isaak op te offeren, omdat God dit vroeg. "Abraham had er zelf een einde aan kunnen maken", zegt Levi. Hij had kunnen weigeren. Hij had anders kunnen handelen. In plaats van zijn zoon op te offeren had hij ook zichzelf kunnen doden. Het gesprek wordt snel beëindigd, maar Jacobs’ inzicht echoot na. Hoe te leven, of überhaupt te leven – de keuze is aan jou.
Wat dit boek boeiend maakt is Jacobs’ stem: arrogant en achteloos, vol van zichzelf én bereid zich volledig te verliezen in een ander. Levi is zich bewust van zijn privileges en neemt zichzelf niet al te serieus; hij is eerlijk en kwetsbaar en volledig zichzelf. Zijn lijden, althans voor nu, is niet voor niets geweest: hij heeft zich een weg uit de leegte geschreven. "De wezenloosheid van een leven zonder roeping" is even gedimd. Het boek bestaat – en daarmee ook de schrijver.

Mirthe Frese: Zonder slaap ben ik het noodlot voor
Verschenen in 2024 bij Nijgh & Van Ditmar
ISBN: 9789038807058
Een boek dat zich afspeelt in één nacht. Ik was er nieuwsgierig naar, niet alleen omdat ik dit gegeven goed ken – in mijn roman Elders waakt een vrouw een nacht lang over haar dochter en haar herinneringen, net zo lang tot de zon opkomt en haar dochter ontwaakt –, maar ook omdat Mirthe Frese thema’s behandelt die mij fascineren, zoals angst, de dood en het moederschap. Wat geef je door, wat niet, en hoe leef je met het feit dat er een mensje bestaat wiens leven volledig in jouw handen ligt?
De moeder van Frese’s verteller stierf toen zij negen jaar oud was. Haar eigen kind zal de volgende ochtend precies net zo oud zijn als zij was toen haar moeder overleed, en dit is waarom ze niet wil slapen: ze waakt over haar eigen lot en over het lot van haar zoontje. Ze dwaalt door het huis vol met boeken. Hannah Arendt. Adrienne Rich. Simone de Beauvoir. Susan Sontag. In Sontag herkent ze zichzelf. "Een onverzadigbare honger om de wereld te vatten door zo veel mogelijk boeken te lezen, een dode ouder, een alcoholistische ouder, het Joods-zijn, het zelfbeklag, de schaamte voor dat zelfbeklag. … Ik herkende de drang naar een groots en meeslepend leven, maar kende ook de keerzijde. Ik wilde Susan Sontag zijn, maar ook een aanwezige moeder."
Het is het dilemma van de schrijvende, of creërende, moeder – hoe blijf je staan op die smalle strook tussen overgave en verdwijning zonder dat het je fataal wordt? Frese’s verteller verlaat het huis en doolt door Amsterdam; ze slentert langs het Namenmonument en klimt over de muur van de Joodse begraafplaats. We lezen over haar angsten en verlangens, over haar carrière, over de mensen die haar voorgingen en over haar familiegeschiedenis. Over haar Joods-zijn in een wereld waarin traditie niet meer vanzelfsprekend is. Haar slapeloosheid is verhelderend; het dwalen stilt de onrust. Het zijn mooie, eerlijke beschrijvingen van een onderzoekende en warme geest, en Frese’s verteller is prettig gezelschap tijdens die ene, slapeloze nacht.
Het noodlot, als het je tegemoet komt, ben je natuurlijk nooit voor. Maar door te schrijven (in andere woorden, door volledig wakker en alert te zijn) stel je het noodlot even uit. Bezweer je je angsten. Het is een handeling die om herhaling vraagt. Die nooit af is. Er is maar één optie, en dat is doorschrijven – want het leven zit ons allemaal op de hielen.