De grote pogrom van 9 november 1938 (Reichskristallnacht)

Gepubliceerd op: 5 november 2020

Wereldwijd is deze week opnieuw de Kristalnacht herdacht. Op de website van de Nationale Bibliotheek van Israël vonden we een klein stukje geschiedenis over die gruwelijke nacht van 9 op 10 november 1938.

Het betreft een boek dat Felix Pinczower uit handen van de nazi's wist te redden en later aan S.J. Agnon stuurde. De beschadigingen die het boek opliep tijdens de plundering van de boekwinkel zijn duidelijk te zien.

Nadat de Joodse jongeman Herschel Grynszpan op 3 november 1938 in Parijs een laaggeplaatste Duitse diplomaat had neergeschoten - vermoedelijk omdat zijn ouders vanuit Duitsland naar Polen waren gedeporteerd - gebruikten de nationaalsocialisten deze moord voor hun eigen doeleinden: ze organiseerden een pogrom (gewelddadige aanval - red.) tegen Joden in heel Duitsland.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de nazi-leiding de pers had geïnstrueerd om breed uit te pakken met het nieuws over de moord in Parijs.
Ondertussen bereidden leden van de SA en de SS een gezamenlijke actie voor tegen Joodse instellingen - synagogen, scholen, enzovoort - maar ook tegen Joodse bedrijven en particulieren. Volgens de strategie van de fascistische regering waren deze agressieve en gewelddadige nazi-groeperingen bij uitstek geschikt om grote delen van de bevolking tegen Joodse burgers op te zetten.

Het bericht op 9 november 1938 over de dood van de diplomaat gaf de aanzet om de pogromplannen uit te voeren. Daarmee was de ‘Reichskristallnacht’ een feit. Diezelfde avond nog werden duizenden synagogen, Joodse winkels en woningen in brand gestoken of kapotgeslagen en dat ging de volgende dag nog door. Er werd op grote schaal geplunderd, en de brandweer greep alleen in als niet-Joods bezit door de vlammen werd bedreigd.
Slechts de synagoges die dicht bij woonhuizen stonden bleven gespaard. De fraaie negentiende-eeuwse Nieuwe Synagoge in de Oranienburger Strasse in Berlijn bleef behouden doordat een politieagent voorkwam dat de SA het gebouw in brand staken omdat het als monument te boek stond. Dankzij deze man werd de Nieuwe Synagoge tijdens de Kristallnacht niet totaal verwoest. In de nacht van 22 op 23 november 1943 werd het gebouw tijdens een Britse luchtaanval zwaar getroffen.

De gewelddadigheden van die novemberdagen in 1938 troffen niet alleen Joodse eigendommen en gebouwen: duizenden Joden - voornamelijk mannen - werden gearresteerd en naar concentratiekampen afgevoerd. Daar werden zij door de nazi’s zwaar onder druk gezet om een aanzienlijk deel van hun vermogen af te staan, in ruil voor het vooruitzicht op vrijlating. Anderen werden gedwongen al het mogelijke te doen om Duitsland voorgoed te verlaten. Wie nog twijfels had, kon na die novemberdagen van 1938 de ware aard van het naziregime en de daar heersende opvattingen over Joden niet meer ontkennen.

Een bijzonder en zeldzaam ooggetuigenverslag van de pogrom in november is een brief die de Berlijnse Felix Pinczower een paar maanden na zijn emigratie naar Palestina aan de schrijver S.J. Agnon schreef. Pinczower had in Berlijn een antiquarische boekwinkel gehad en had daarnaast privéonderzoek naar de geschiedenis van Joodse sportbeoefening gedaan. Bij zijn brief aan de grote schrijver stuurde Pinczower een boekje mee van de hand van Agnon: Bi-levav jamiem (de Hebreeuwse editie van In the Hearts of the Seas), uitgegeven door Schocken Verlag in Berlijn, dat hij in veiligheid had weten te brengen.
De hier getoonde brief vertelt het verhaal over dit boek en hoe het de Kristallnacht overleefde.

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.