Zomerschrijvers: Marcel Möring: “Ik ben tot het abstracte inzicht gekomen dat ik wel recht heb op liefde”

Gepubliceerd op: 7 augustus 2020

In de serie Zomerschrijvers 2020 onderzoekt journalist en schrijver Femmetje de Wind hoe Nederlands-Joodse schrijvers zich verhouden tot hun Joodse achtergrond en hoe die achtergrond tot uiting komt in hun literaire werk. Ze gaat met de auteurs in gesprek, waarbij ze zich niet beperkt tot het stellen van indringende vragen maar ook echt met haar gesprekspartners in discussie gaat.
De gesprekken worden gevoerd via Zoom, en daarna ook uitgeschreven. Beide versies zullen op onze website te zien zijn.
Deze week is het de beurt aan Marcel Möring (1957).

Marcel Möring werd geboren in Enschede en groeide op in een Joods gezin in Assen. Hij debuteerde op 33-jarige leeftijd met de roman Mendels erfenis. Voor zijn tweede boek Het grote verlangen kreeg hij de AKO Literatuurprijs. In 1997 kwam In Babylon uit, een bestseller die wereldwijd werd vertaald. Daarna schreef Möring nog drie romans, die minder haken naar het grote publiek. Zijn meest recente roman, Amen (2019), is een van zijn meest persoonlijke boeken.

Klik op de afbeelding om het gesprek van Marcel en Femmetje te bekijken op onze website. Op dezelfde pagina vind je de uitgeschreven tekst van het interview.

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.