Oud-en-Nieuw

Leo Mock z”l

vrijdag 1 januari 2010

Wanneer u deze column leest is het alweer 2010. Het jaar is omgevlogen. In mijn gevoel begon het jaar pas een maand of drie geleden ☺ Gek hè? Vroeger vond ik Oud-en-Nieuw fantastisch, ja leuker nog dan Simchat Tora en Poeriem! Onze niet-Joodse buurvrouw bakte special voor ons ‘kosjere’ oliebollen en appelflappen. Dat wil zeggen dat ze kosjere ingrediënten gebruikte en alles in de zonnebloemolie bakte. Heerlijk. Wanneer Oud-en-Nieuw op Sjabbes viel was dat een tegenvaller, maar ja volgend jaar beter. Als puber vond ik al dat geknal zonde van het geld eigenlijk, terwijl ze in Afrika niet te eten hadden. Maar ja, die kanonslagen en strijkers waren natuurlijk wel erg spannend. Zo ongeveer het spannendst dat een Joodse jongen die niet in dienst zou gaan zou meemaken ... Vooral die strijkers: volgens sommigen waren die illegaal of inferieur – ik weet het niet meer. In ieder geval, boze tongen beweerden dat 1 op de zoveel strijkers in je handen kon ontploffen. Reden te meer om ze aan te schaffen natuurlijk. Ja, in die goede oude tijd werden zwart/grijsrijden in het OV, voortijdig afsteken van vuurwerk en spijbelen nog niet als halsmisdrijven aangemerkt die een groot ambtenaren-apparaat rechtvaardigen, om overtreders op te sporen en te straffen. Wel verboden natuurlijk, maar laten we het niet overdrijven. Hoe 30 jaar kabinetten van immer klagende conservatieven en nep-christenen (er is geen geld meer, bezuinigingen, overheidsschuld, fatsoen & moraal geblabla, etc) een land kunnen veranderen ...

Na mijn schooltijd vertrok in naar Israël, en in de jesjiva vierden ze natuurlijk geen Oud-en-Nieuw. Eigenlijk vierden Israeli’s bijna nooit Oud-en-Nieuw, behalve in een enkele pub in Tel-Aviv en wat toeristenhotels. Tot mijn milde verbazing gingen veel Nederlandse immigranten in Israël door met het vieren van Oud-en-Nieuw. Ik heb dan ook meerdere malen deelgenomen aan zo’n viering met kosjere champagne en upgraded soefganijot. Na een paar jaar had ik er wel genoeg van.

Bij mijn terugkomst naar Nederland, midden jaren ’90, had ik nog geen beleid inzake Oud-en-Nieuw vastgesteld. Mijn echtgenote kende dit Nederlandse gebruik als Jemenitische Israëlische vrouw natuurlijk nog niet. Omdat we de eerste jaren werden uitgenodigd bij anderen, vierden we natuurlijk gewoon mee – we zijn goed ingeburgerd en geïntegreerd (voor je het weet stuurt Verdonk mijn vrouw naar Jemen terug ...). Tot mijn verbazing vierden zelfs orthodoxe Joden (Cheider-kringen!) Oud-en-Nieuw mee. Compleet met kosjere champagne, de conference en een glatt-kosjer vuurwerkpakket.

De laatste jaren heb ik het echter weer helemaal gehad. Het staat me opeens tegen, niet eens uit religieuze overtuiging. Misschien te burgerlijk? Ik weet het niet precies. Al vanaf Soekot krijg ik langzaam minder energie. Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst hakken er bij mij dan ook in. Volgens sommigen het gevolg van een (milde?) winterdepressie door te weinig zonlicht, wie zal het zeggen. Wanneer ik de laatste weken van december, schuifelend door een halfverduisterde school (voor de sfeer!), op de tast mijn kinderen naar het juiste lokaal probeer te brengen – onderweg struikelend over een gloeiend klein plastic kerstboompje met nep-kadootjes eronder – weet ik dat het tijd wordt om een reis richting Israël te boeken. En zo de laatste week van december en het begin van het nieuwe jaar aan mij voorbij te laten gaan.

Hier in Israël ben ik veilig zo aan het eind van het jaar, dacht ik. Maar dat valt de laatste jaren nog wel mee. Een paar jaar geleden verschenen er opeens op 31 december ’s avonds vrienden van mijn ouders uit Nederland, die gezellig langskwamen om Oud-en-Nieuw te vieren, tot in de kleine uurtjes van de nacht. Deze (orthodoxe!) vrienden hadden om de feestvreugde te verhogen uit Nederland kosjere appelflappen en oliebollen van wijlen bakkerij Theeboom meegenomen. Leuk toch?! Het jaar daarna was het weer raak. Dit keer kwam een oom van me langs met vrouw en hondje en 20 meter familiefilms uit de oude doos. Films van vakanties van de familie, beginnend ergens in de jaren ’50 van de vorige eeuw en eindigend zo’n 35 jaar later. Kortom een filmarchief waar je trots op kan zijn. De eerste filmpjes waren wel aardig, in bibberige zwart-wit beelden. Maar zo’n drie uur later haakte ik gapend af. Dit jaar ben ik ook door het oog van de naald gekropen. Mijn ouders zijn uitgenodigd bij familie buiten de stad om daar Oud-en-Nieuw te vieren. Maar deze jongen blijft lekker thuis, wat TV kijken en gewoon naar bed om een uur of 12 ’s avonds. Niks geen kosjere champagne, gerookte zalm, oliebollen van eigen kweek, of Franse kazen.

Overigens zag ik vandaag terwijl ik hier in Rechovot wat rondliep, een winkel met ... kerstartikelen! Kijk, is dat blauwe kerstboompje geen beauty?

Verder was er nog een hoop ander lekkers te vinden: kerstverlichting, kerstslingers, serpentines, poppetjes, kerstkaarsjes, kerstballen (luxe ballen voor 23 sjekel!) en rode kerstmutsjes en zelfs een kerstmanjasje! Dat had ik nog niet eerder gezien. “Russen, dat komt allemaal door die Russen”, mompelde iemand. En inderdaad zijn de opschriften van de winkel in het Russisch geschreven.

Overigens vond ik op een kleine afstand van deze winkel nog drie andere winkeltjes en kraampjes met kerstspullen. “Heh”, zei mijn vrouw, “is Kerst niet allang afgelopen”. Ze begrijpt er natuurlijk niets van. Die boom en die sfeer, dat gaat natuurlijk naar heidens gebruik door tot het begin van het jaar. Want met Christendom hebben Kerstmis en Oud-en-Nieuw natuurlijk weinig te maken, maar alles met heidendom. Die boom is natuurlijk gewoon een symbool van vruchtbaarheid (zie ook ‘Hengstenbal’ [Koot & Bie] – “een boom opzetten”). En die lichtjes hebben natuurlijk met de zonnewende te maken eind december. De Rabbijnen kenden deze toen heidense feestdagen maar al te goed van hun (Grieks-)Romeinse, heidense buren. In de Misjna lezen we dan ook:

Dit zijn de feestdagen van de heiden: Kalenda, Saturnalia, Kratesis ... etc.

Kalenda (denk aan ons woord kalender) werd door de Romeinen aan het einde van het jaar gevierd. Zoals Rabbi Hanan bar Raba uitlegt: Kalenda wordt gevierd op de acht dagen na de [winter] equinox, de zonnewende, en Saturnalia op de acht dagen voor de zonnewende. De zonnewende valt meestal rond 21-23 december, dus het was meestal feest vanaf ca. 13 december tot 1 januari. Ruwweg de periode vanaf Sinterklaas tot Oud-en-Nieuw (Awodah Zarah 8a).
Voor de gelovige monotheïstische Joden zo’n 2000 jaar geleden betekende dit dat men drie dagen voor het begin van die heidense feestdagen – en op de feestdagen zelf – geen handel dreef met de heidenen of geld aan hen uitleende. De reden hiervoor was dat men dat geld van de transacties of de geleverde producten ging gebruiken voor de rituelen op die heidense feestdagen: kaarsjes om aan te steken, wierook om te branden, dure stoffen om de beelden mee aan te kleden of om mooie kleding van te maken, etenswaren om lekker op te eten ter ere van Jupiter, Zeus of anderen. Grappig in dit verband is dat er ook al gesproken wordt over het hout van dennenbomen of ceders, en volgens anderen dennenappels, als verboden waren. Volgens de Soncino-uitgave van de Talmoed werden de dennenappels en ‘ceder’-appels in de Oudheid verbrand als offer voor afgoden vanwege de lekkere geur.

Enfin, ik zit lekker in de zon.

Gut Sjabbes! ☺

8 + 1 = ?
Bedankt voor je blog. Als ik het goed heb, vierden de Romeinen dus 8 dagen voor en 8 dagen na de zonnewenden feest. Nou ja, een feestje is nooit weg, maar wat vierden ze eigenlijk? In önze chanoekia"-periode werd dus geen handel gedreven. Sinds wanneer kennen we eienlijk het huidige chanoekia-ritueel? Groeten, Mia C
Even terugkomend op het niet leveren aan de Romeinen van geld of het niet verstrekken van goederen, die dan voor hun eredienst zouden kunnen worden gebruikt. Zou jij dat nou zien als een vorm van onverdraagzaamheid of van een ver doorgevoerd verantwoordelijkheidsgevoel? Mia C
"onverdraagzaamheid of verantwoordelijkheidsgevoel?" tja, moeilijke vraag soms word je juist onverdraagzaam omdat je je verantwoordelijk voelt voor de ander en je meent te weten wat goed voor die ander is en soms is verdraagzaamheid niets anders dan onverschilligheid niet eenvoudig te beantwoorden dus...
hieronder uit rabbijn wikipedia over de saturnaliën Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie De saturnaliën (Latijn: Saturnalia) was de naam die de Romeinen gaven aan de feestdag op de zonnewende van 21 december ieder jaar. [bewerken] Geschiedenis Tijdens de late koningstijd werd in Rome een feest ingericht ter ere van de god Saturnus: de saturnaliën. De Romeinen hadden wel enkele goede redenen om deze god te eren. De mythologische verhalen vertelden ons dat Saturnus ooit koning geweest was in Italië. Hij kwam per schip aan en zette voet aan wal in het koninkrijk van Janus. Van Janus werd verteld dat hij twee gezichten had, dat hij met de ene kant naar het verleden keek en met de andere kant naar de toekomst. Dit was een eigenschap die elke goede koning zou moeten bezitten, want men moet vooruitziend zijn, maar altijd rekening houden met het verleden. Janus werd ook de god van de deur genoemd. Wanneer men zich in een gebed richtte tot gelijk welke god, moest men eerst Janus aanroepen, want hij stond symbool voor de deur waarlangs alle andere goden te bereiken waren. Eenmaal aangekomen in Italië werd Saturnus hartelijk ontvangen door Janus en deze laatste stelde voor aan Saturnus om zijn gast te zijn. Saturnus bracht de onderdanen van koning Janus de kunst van de landbouw bij. Voordien wisten de mensen nauwelijks hoe ze het land moesten bewerken, maar daar bracht Saturnus verandering in. Ook leerde hij zijn volk het schrift kennen en hij voerde het gebruik van munten in. Janus was een en al bewondering voor Saturnus en stelde voor om samen het koninkrijk te regeren. De periode onder koning Saturnus werd “Gouden Jaren” genoemd. Sociale differentiatie bestond er niet, integendeel iedereen was gelijk en mensen hadden geen privébezit. Janus en Saturnus hebben een grote indruk nagelaten op de latere bevolking van Italië. De maand januari werd naar Janus genoemd en in de maand december vonden de saturnaliën plaats, het feest ter ere van Saturnus. Er kwam er een einde aan de tweeheerschappij over het koninkrijk toen Saturnus plotseling verdween. Janus was ervan overtuigd dat hierbij goddelijke krachten gemoeid waren. Hij nam enkele maatregelen om Saturnus eer te bewijzen. Zo noemde hij het hele land waar hij koning van was ‘Saturnia’, bouwde een altaar ter ere van de god Saturnus en voltrok enkele rituelen voor de god die hij de Saturnalia noemde. Dat laatste moest het bewijs leveren dat de saturnaliën veel ouder zijn dan de stad Rome zelf. Of dit de precieze ontstaansgeschiedenis was van de saturnaliën, daarover bestond uiteraard grote twijfel. Het was en het bleef een mythologisch verhaal. Ook zijn er verschillende discussies geweest – sommige zijn nog steeds aan de gang – over het aantal dagen dat de feesten duurde en over het jaar waarin de saturnaliën voor het eerst gevierd werden. Hierboven heb ik al aangehaald dat het saturnaliënfeest waarschijnlijk al veel vroeger bestond dan de stad Rome. De eerste rituelen zouden al plaatsgevonden hebben in de archaïsche tijd bij het instellen van het altaar ter ere van Saturnus. Volgens Livius vielen de eerste officiële Saturnalia samen met het jaar waarin de tempel van Saturnus op het Forum Romanum in Rome werd gebouwd, namelijk het jaar 497 v.Chr. 17 december, de dag waarop de saturnaliën gevierd werden, zou dan de stichtingsdag van de tempel zijn geweest. Zoals eerder gezegd, bestond er dus geen eenduidigheid over hoelang de Saturnalia duurden. Het was zeker dat 17 december de enige officiële feestdag was en dat het oorspronkelijk ook bij een dag bleef. Gaius Julius Caesar paste de Romeinse kalender aan en voegde twee dagen toe aan december. Dit zorgde ervoor dat de Saturnalia uitgebreid werd tot drie dagen feest. Augustus legde administratief vast dat het feest drie dagen duurde, van 17 tot 19 december. Op 19 december werd dan de Opalia gevierd. Ops was de vrouw van Saturnus en ze werd geëerd voor haar vruchtbaarheid. De ene auteur legde op schrift vast dat de saturnaliën slechts een dag duurde de andere ging ervan uit dat het feest maar liefst zeven dagen besloeg. Echte eensgezindheid en duidelijkheid was er dus niet. Het enige wat met zekerheid kan gezegd worden, is dat het feest begon op 17 december en dat dat de enige officiële feestdag was. In de 5e eeuw v.Chr. richtte Tullus Hostilius een heiligdom op ter ere van Saturnus met bijhorende feesten omdat hij een klinkende overwinning behaald had tegen de Sabijnen. Tarquinius Superbus besliste enkele jaren later om het bescheiden heiligdom te vervangen door een heuse tempel. In de tempel stond een beeld van een oude man met het hoofd bedekt. In zijn hand hield hij een sikkel, dit was het symbool van Saturnus. De voeten van het beeld waren samengebonden met een wollen draad, tijdens de Saturnalia werd het touw losgemaakt zodat de god ook kon aanschuiven aan de feestdis. De tempel werd sinds het begin gebruikt als archief voor wetteksten en verdragen. Ook de staatskas werd daar bewaard omdat gezegd werd dat tijdens de regeerperiode van koning Saturnus geen enkele diefstal gepleegd was, want niemand had privébezit. Het was een feestdag waar iedereen kon aan deelnemen. De scholen gaven deze dag vrijaf. Het was ook streng verboden om op de feestdag van Saturnus een oorlog te beginnen. Rechtbanken waren gesloten en veroordelingen werden uitgesteld. Met andere woorden: het hele openbare leven lag stil. Iedereen kreeg dan ook de kans om mee te vieren en dit maakt van de Saturnalia een van de populairste feesten onder de bevolking. Dus op 17 december begon het saturnaliënfeest. Dit werd natuurlijk gehouden om Saturnus eer te bewijzen, maar ook om het einde van het landbouwjaar te vieren. In de ochtend stonden de mannen al vroeg op om te gaan baden. De klederdracht was ook verschillend in vergelijking met andere feestdagen. De stijve toga bleef in de kast hangen en in plaats daarvan droegen de Romeinse burgers eerder losse, makkelijke gewaden. Op het hoofd droeg men een pileus, dit was een hoed dat symbool stond voor de vrijheid. Elke vrijgelatene droeg zo een hoed. Na het baden, trok iedereen richting het forum naar de tempel van Saturnus. Daar werden offers voltrokken ter ere van de god. Tijdens het offeren lieten de Romeinen hun hoofd onbedekt. Dit was een Grieks gebruik dat was overgenomen. Na de offerplechtigheden was er buiten een officieel banket. Toen de mensen uit elkaar gingen, weerklonk de spreuk ‘Io Saturnalia’. Daarna trokken de meeste mensen huiswaarts om het feest thuis verder te zetten. Dit resulteerde vaak in buitensporige drink – en feestmaaltijden, waardoor saturnalia in het Latijn ook 'orgie' ging betekenen. Vrienden en familie gaven ook geschenken aan elkaar. Traditioneel werden er kaarsen en aarden maskers of poppen gegeven. Dit ging terug op een verhaal over Hercules en de bevolking die oorspronkelijk aan de voet van de Capitolinus woonden. Een orakel had hen namelijk voorspeld dat men jaarlijks een aantal mensenhoofden en mannen ter ere van Saturnus moest offeren. Toen Hercules ter ore kwam welke wreedheden daar werden begaan, greep hij in. Hij stelde voor om de mensenhoofden te vervangen door aarden poppen en de mensenoffers door kaarsen. Vandaar kwam dus de traditie om deze geschenken cadeau te doen aan de gastheer als men uitgenodigd werd voor het diner. Of men gaf het aan mensen die het verdienden. Een van de meest opvallende gewoontes van de saturnaliën is dat de rollen slaaf – heer omgekeerd werden. Tijdens de maaltijd bijvoorbeeld werden de slaven bediend door hun heren. Ook tijdens het dobbelspel, dat normaal verboden was, maar voor de gelegenheid wel toegelaten werd, streden heer en slaaf op gelijke voet. Dit gebaar moest terug doen denken aan de “Gouden Jaren” onder Saturnus waarin er geen onderscheid gemaakt werd tussen de mensen. Het was een kans voor de heren om zo hun slaven te bedanken voor het geleverde werk. Er bestaan nog altijd twijfels over wanneer het feest voor de eerste keer gevierd werd en hoelang het duurde, maar toch was de saturnaliën een van de opmerkelijkste en populairste religieuze feesten die in het Romeinse Rijk hebben plaatsgevonden. Het hele sociale leven lag stil op die dag, want iedereen nam deel aan het feest ter ere van de god Saturnus, die landbouw en welvaart over hun land had gebracht. Slaven konden die dag op gelijke voet met hun meester feest vieren en werden zelf door hen bediend, dit kan op zijn minst opmerkelijk genoemd worden. De Saturnaliën werden later, toen het Romeinse Rijk het christendom als enige toegestane geloof accepteerden, door de christenen overgenomen.
Super leuke blog!! maar wat houdt Opalia in? zou u alstublieft snel willen reageren dit is voor mijn school werkstuk alvast bedankt!
volgens wikipedia zie https://en.wikipedia.org/wiki/Opiconsivia

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.