De stem van God of de stem van Satan?

Leo Mock z”l

vrijdag 17 juni 2016

Terwijl wij Sjawoe’ot vierden, maakte duizenden kilometers verderop een fanaticus meer dan vijftig mensen dood in een nachtclub. Alleen omdat het homo’s waren. Een groter contrast is haast niet voor te stellen. Terwijl we nadenken over de betekenis van het woord van God, dat ooit hoorbaar klonk en sindsdien elke keer weer hoorbaar gemaakt moet worden in hernieuwd jargon, maakt een onverlaat inbreuk op het meest kostbare ter wereld: leven. Het is moeilijk om niet gedesillusioneerd te raken wanneer je vanuit je positieve idealen geconfronteerd wordt met de agressie en wandaden van sommige anderen. Goed doen wanneer je omringd bent met goedwillende lieden is inspirerend en geeft energie. Goed doen terwijl de dagelijkse krant, de media, tv en het tafelgesprek over negatieve zaken gaan, is al een stuk moeilijker vol te houden. Cynisme en sarcasme liggen op de loer om de idealistische inslag te ondermijnen. Misschien is het ook wel vanuit dit mogelijke pessimisme dat sommige rabbijnen stellen dat de woorden van Sinaï nog steeds klinken – maar we moeten ons er wel voor openstellen. Anderzijds zijn er mensen die juist uit naam van Gods woord totaal verkeerde dingen doen. Een moeilijke spagaat …

En ja Gods woord en God sprekende, wat moeten wij ons daarbij precies voorstellen? En hoe weet je of je de stem van God hoort of die van de tegenstrever, Satan, die jou heel stiekem gebruikt voor zijn eigen plannetjes? Een soort Trojaans paard dat de Goddelijke software heeft besmet. Hoe weet je of je de stem van God hoort of dat je hallucineert omdat je even psychisch in de war bent? En wat doe je als mensen het Goddelijke spreken op verschillende manieren uitleggen of niet hetzelfde gehoord hebben? Nog vervelender wordt het als de weergave van het Goddelijke spreken zichzelf lijkt tegen te spreken. Terwijl Sjemot 20 alleen een rokende berg en een licht-en-geluidshow als beschrijving geeft van de Goddelijke Openbaring, wordt in Sjemot 24 een parallel openbaringsverhaal gegeven met juist wel een meer exact beeld van de Godheid:

En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder zijn voeten een plaveisel lag van lazuur, als de hemel zelf in klaarheid. (Sjemot 24:10, NBG)

Terwijl Dewariem nog zo expliciet stelt dat er geen enkel beeld werd gezien, alleen iets gehoord. Dat is dan ook de reden dat afgodendienst zo fout is: “Neemt u er dan terdege voor in acht want gij hebt generlei gedaante gezien op de dag dat de Here op Horeb tot u sprak uit het midden van het vuur.” (Dewariem 4:15, NBG) Hoewel, geen beeld? “Van aangezicht tot aangezicht heeft de Here met u gesproken op de berg uit het midden van het vuur.” (Dewariem 5:4). Blijkbaar toch een beeld van vuur, en van ‘aangezicht tot aangezicht’ suggereert toch iets van beeld.

Misschien moeten we over dit soort zaken eens meer lernen tijdens de Sjawoe’ot lern-nachten in de sjoels. De onderwerpen tijdens dit soort sessies gaan vaak over meer perifere aangelegenheden en laten dit soort taaie zaken – die echter wel de kern van het traditionele (orthodoxe) jodendom vormen – een beetje links liggen. Misschien omdat men er niet uitkomt. Maar misschien zou het oplossen van dit soort vragen niet meteen het doel moeten zijn. Van de vraag zelf kun je misschien meer leren dan van het antwoord – veel antwoorden zijn immers minder goed dan de vragen … In een wat ouder artikel van Elliot Horowitz verklaart deze onderzoeker een link tussen de opkomst en stijgende populariteit van nachtelijke wakes in het jodendom vanaf de 16e eeuw, als een gevolg van de makkelijke beschikbaarheid van koffie. Want koffie = cafeïne = alertheid en maakt het dus makkelijker om ’s nachts door te halen. Overigens heeft cafeïne geen effect meer na drie dagen van slaaptekort volgens nu.nl. Het effect houdt dus al op bij vijf uur slaap per nacht (slik). Gewoon op tijd naar bed en genoeg slapen dus …

En mocht u na Sjawoe’ot wat moedeloos zijn en vaststellen dat de Tora breder is dan de zee en met ons menselijke brein niet te doorgronden is, dan is er nog een nieuwe vinding die nu.nl bracht. De grootte van een brein is niet zo bepalend, maar wel het aantal neuronen. Zangvogels bleken zeer veel neuronen te hebben in hun kleine brein – soms meer dan apen – en daarmee dus intelligent te zijn.

Maar het aantal verbindingen tussen neuronen – een belangrijke voorwaarde voor menselijk denken – is door menselijk gedrag te vergroten. Weer een reden om ze niet op te eten en op zangles te gaan zodat we de Eeuwige een nieuw lied kunnen zingen (Psalm 96:1)!

Sjabbat sjalom!

7 + 4 = ?
Wat geniet ik toch altijd van je altijd voor meerdere uitleg,uitgebreide lezing !!Dit geeft moed en troost!En geeft aan dat ons Jodendom voor velerlei uitleg mogelijk is door de Thora en Talmoed steeds te lezen en te bestuderen.
De "mensenrechten" komen van de duivel af, niet van de Here God. Trouwens, je hoort nooit iemand spreken over "mensenplichten", als of de mens niet ook plichten heeft, sterker nog: alsof het woord "plicht" helemaal niet bestaat.
Beste heer Wentink deze kwalificatie komt voor uw eigen rekening. van de ontspoorde plichten-leer hebben we gezien waar die toe leidt: oorlog en genocides en stelselmatoge onderdrukking van het individu ten kostte van een groter 'ideaal' / waanidee. elke mens wordt door de Eeuwige zelf aangesproken met de vraag 'waar ben jij'? De plichten van de mens zijn in vele boeken en wetssystemen beschreven. ik wens u veel wijsheid toe

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.