Natuurrampen

Leo Mock z”l

vrijdag 22 januari 2010

De afgelopen weken werd op sjabbat het Exodusverhaal voorgelezen. Hoe een volk van sympathieke buitenlanders veranderde in gastarbeiders en ten slotte in slaven. Na 10 bloedstollende plagen verlost God de Israëlieten uit Egypte.

Toeval of niet: de wereld is vorige week geconfronteerd met één van de grootste rampen van de laatste decennia. In korte tijd veranderde de schokkende aarde Haïti in één grote puinhoop. Het aantal doden is nog niet bekend maar zal mogelijk rond de 150.000 of meer liggen. Miljoenen mensen zonder dak boven hun hoofd. Verschrikkelijk. Het illustreert de onmacht en hulpeloosheid van de moderne mens tegen dit soort natuurgeweld. Het is tegenwoordig geaccepteerd om een verschil te maken tussen rampen, veroorzaakt door de mens (‘man-made disasters’) en rampen die door de natuur worden veroorzaakt. Aan natuurrampen valt nu eenmaal weinig te veranderen – het beste wat we kunnen doen is hulp bieden aan de slachtoffers en redden wat er te redden valt. Inderdaad een nobel doel.

Ook een Israëlisch reddingsteam, bestaande uit 220 personen, is afgereisd naar Haïti. Zij hebben een noodhospitaal opgezet waar 500 patiënten per dag geholpen kunnen worden. Het is uitgerust met een apotheek, kinderafdeling, radiologie-afdeling, intensive care unit, twee operatiekamers en een eerste hulp- chirurgie- interne- en kraamafdeling. Men is er tevens al in geslaagd om enkele mensen te redden van onder de puinhopen. Voor die mensen het verschil tussen leven en dood.

Maar kan de mens er inderdaad niets aan doen? Volgens de Tora correspondeert de natuur met het gedrag van de mens. Gedraagt de mens zich goed, dan geeft de natuur haar zegens; gedraagt de mens zich slecht dan krijg je gedonder: geen regen, overstromingen, warmte etc. Voor moderne mensen een manier van kijken die terecht niet te accepteren valt. Alsof er een directe 1-op-1 relatie bestaat tussen het gedrag van de mens en hoe de natuur zich gedraagt. In sommige gebieden regent het nu eenmaal meer dan in andere. Sommige gebieden zijn groen, andere woestijn. Het zou pervers zijn om te stellen dat de zondes van de mens in Haïti geleid hebben tot deze aardbeving (of de tsunami van Indonesië). Sommige ultra-orthodoxen denken dit misschien toch stiekem. De sjoa zou immers ook te wijten zijn aan het zionisme of de seculariteit. Wanneer zich in Israël soms een groot ongeluk (destijds een schoolbus die door een trein werd geramd) voordoet, is er altijd wel één of andere rabbijn te vinden die zegt dat het komt omdat men in Israël de sjabbat niet houdt, of iets anders. Recent las ik dat de vele verkeersongelukken in Israël door de onzedige kleding van de vrouwen zouden komen of iets dergelijks. Ik denk dat je dit soort onzin moet negeren. We weten niet hoe God de wereld bestuurt en een ieder die denkt dat hij dat wél weet, liegt.

Toch is het de vraag of we zonder meer de natuurrampen moeten accepteren als iets waar weinig aan te doen valt. Fanatieke ecologen vinden dat het gedrag van de mens wel degelijk invloed heeft op het klimaat en milieu – een soort seculier bijbels standpunt, hoewel de mensen die het direct treft hier natuurlijk geen schuld aan hebben. Ze wijten de relatief vele natuurrampen aan de opwarming van de aarde die allerlei systemen beïnvloedt. Misschien een beetje te veel doemdenken. Maar, gegeven dat we al enkele eeuwen weten dat natuurrampen zich door natuurlijke oorzaken voordoen, rijst de vraag of er niet veel meer onderzoek en geld besteed moet worden aan preventie en het begrijpen van de mechanismen die deze rampen veroorzaken. Voorkomen is beter dan genezen. Is het echt onmogelijk om natuurrampen als in Haïti en andere plaatsen redelijk betrouwbaar te voorspellen? De menselijke geest lijkt me vernuftig genoeg om ook deze problemen het hoofd te bieden. We doen eigenlijk vanaf de prehistorie niet anders. Wanneer gebieden overstroomden, verhuisden we naar hoger gelegen plaatsen. En door dijken, dammen en afwateringssystemen te ontwerpen, wisten we het water tot vriend te maken. En wanneer een vulkaan begon te rommelen, trokken we snel weg.

A propos Egypte. In de Haarets van ruim een week geleden stond een artikel over de piramides in Egypte. Nieuwe archeologische opgravingen en vondsten zouden volgens de Egyptische wetenschappers bewijzen dat de bouwers van de piramides geen slaven waren. Er zijn namelijk graven gevonden naast de piramides van bouwers. Wat blijkt? De bouwers woonden naast het bouwproject en kregen gewoon onderdak. Ook werden ze van eten voorzien, ze kregen zelfs dagelijks vlees: per 10.000 bouwers kregen ze per dag aan vlees 21 runderen en 23 schapen te eten. Ook zouden ze gewoon betaald zijn voor hun werk en werd er elke 3 maanden van ploeg bouwers gewisseld.

De Israëlische Egyptoloog Raphaël Ventura verbaast het allemaal niets. Wie de materie echt bestudeert, weet dat de piramides niet door echte slaven zijn gebouwd en al helemaal niet door de Israëlieten. Inderdaad woonden de bouwers vaak in dorpen en nederzettingen in de buurt van de piramide in aanbouw. Wel wijst hij er op dat het hoe dan ook zeer zwaar werk was. Als legitimatie van de zware arbeid gold de opdracht om een graf te bouwen voor de koning, die een heel hoge status had. Inderdaad is niet de hoofdzaak of die piramides nu wél of niet door de Israëlieten zijn gebouwd. In hoeverre werd het zware werk vrijwillig uitgevoerd? Wat voor samenleving is in staat om tienduizenden mensen dagelijks keihard te laten werken met gevaar voor eigen gezondheid, en dat allemaal voor de koning, het vaderland, de staat, et cetera? Hoe zwaar telt het individu in zo’n samenleving en wat is een mensenleven waard? Ook al betaal je iemand, zijn er daarmee nauwelijks grenzen aan wat je iemand kan laten doen? De ethische boodschap van de bijbel en rabbijnse literatuur – aangevuld met onze moderne inzichten – ten aanzien van het juist omgaan met personeel, lijken mij nog steeds relevant. Zeker in deze tijd waarin allerlei verworvenheden weer keihard worden teruggedraaid ...

Tot slot goed nieuws: het niveau van het meer van Tiberias – de Kineret – is door de hevige regenval van de afgelopen dagen een halve meter gestegen.

7 + 2 = ?
Al weer een heerlijk stukje van Leo. Leo denkt en vraagt door waar anderen stoppen. Dat vraagt om doordenking. Over de vraag b.v. hoe dansen op doberende aardschollen geleerd kan worden... Ik vind overigens de laatste zin het leukst; de waterstanden. Met name in de Kinereth. Een zegen van Hasjem? Hoe dan ook, vervolgens komt het op de verdeling aan! Gut Sjabbes, Gert F. Dekker

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.