Toen God niet zei 'en het was goed' ...

Gepubliceerd op: 8 oktober 2020

Beresjit – Parasjat Hasjawoea
Toen God niet zei ‘het is goed’…
Micha Goodman

Na de schepping van de mens ontbreekt de uitspraak "vajar ki tov" – "en God zag dat het goed was." Er zijn verschillende manieren om hiernaar te kijken. Eén daarvan is dat de schepping van de mens een onvoltooide schepping is.

Het raadsel van het beeld van God naar wiens beeld de mens is geschapen, heeft sinds onheuglijke tijden de verbeelding van denkers en mystici geprikkeld. "God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem" (Genesis 1; 27).
Rambam onderwees dat hierin de volgende vraag schuilt: "Waarin lijkt mens op God?"
Eén van de overtuigende antwoorden op deze vraag kwam van rabbijn Yosef Dov Soloveitchik: de mens lijkt op God in zijn verbeeldingskracht, die hem tot scheppen aanzet.

Maar het eerste hoofdstuk van Genesis roept veel verwarring op bij de lezer en vraagt dus om een verklaring.
Na elke dag bekeek God de schepping en verklaarde: "het is goed." Op de zesde dag schiep God eerst de dieren; het vee, kruipende dieren en wilde dieren. Na het scheppen van de beesten zegt God wél dat het goed is. Vervolgens schept hij de mens naar zijn eigen beeld, zegent hem, maar keert zich daarna onmiddellijk om, en vat de hele schepping samen met de woorden "God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was" (Genesis 1, 31).

Elk afzonderlijk onderdeel van de schepping werd bekeken en goed verklaard, behalve de mens. Uitgerekend het enige schepsel dat naar het beeld van God is geschapen, is het enige van wie niet wordt gezegd dat het goed is.

Het woord ‘goed’ functioneert in het Hebreeuws op verschillende manieren. Het ethische oordeel of de morele waarde is één betekenis van het woord. Maar als iemand zegt dat hij een goed bureau heeft, bedoelt hij niet dat zijn bureau moreel gedrag vertoont. Voor de essentie van de hier optredende tegenstrijdigheid – tussen het feit dat de mens b’tselem elohiem, naar de gedaante van God, is geschapen, en het ontbreken van zijn beschrijving als een goede schepping – kijken we naar het scheppingsverhaal en proberen aan de hand daarvan te ontraadselen wat dat ‘goede’ is.

Wát bedoelde hij?

In de eerste week van de schepping, na de voltooiing van elke geschapen element, zag God ieder scheppingsonderdeel als goed.
Na de tweede dag zei God níet "en het was goed", omdat de schepping en het werk aan water niet voltooid was. Daarom werd er op de derde dag tweemaal gezegd "en het was goed": de eerste keer voor de voltooiing van het waterwerk, dat op de tweede dag was begonnen, en de tweede keer voor de vegetatie en bomen.
God zegt dat het goed is als het dagelijkse proces van scheppen én het resultaat daarvan perfect is. Het lijkt erop dat de afwezigheid van de goddelijke verklaring "en het was goed" er niet op wijst dat de mens niet goed is, maar dat zijn schepping niet was voltooid.

Dit is de kern van de paradox tussen het niet zeggen "en het was goed" na de schepping van de mens en de wetenschap dat hij naar het beeld van god is geschapen: de hele mens, met al zijn krachten en talenten, inclusief zijn inherente scheppingskracht, is nog niet tot expressie gekomen en daarom nog niet voltooid. Daarom wordt er niet gezegd dat het "goed is."
Dit is de grote kracht van het scheppingsverhaal, het verhaal van een scheppingsproces dat nog niet is voltooid en nog steeds aan de gang is. God schiep een onvoltooide wereld en plaatste daarin een mens die de scheppende krachten heeft, naar zijn beeld geschapen, om de schepping te voltooien. God en de mens werken samen in de verrichting van Genesis; de mens is zowel schepper als geschapen. En welk deel van de schepping rust op de schouders van de mens om te voltooien? De schepping van de mens. De zwakheden van de mens zijn duidelijk en zichtbaar. Deze tekortkomingen hebben ertoe geleid dat grote culturen het vertrouwen in de mens hebben verloren. Hoofdstuk één in Genesis reageert scherp op het menselijke pessimisme: de mens is niet de ziekte; hij is de remedie. Het verhaal dat Tanach voor ons ontrafelt, is een scheppingsverhaal dat nooit ophield, namelijk het verhaal van de schepping van de mens in zijn eigen wereld.

Dr. Micha Goodman is een denker en een onderzoeker van Joodse filosofie en gedachtegoed, hij staat aan het hoofd van Ein Prat Midrasha en is verbonden aan het Shalom Hartman Instituut. Zijn eerste boek, The Secrets of the Guide to the Perplexed gaat over het rationalistische denken. Zijn tweede boek The Dread of the Khazari gaat over mystiek denken. Het derde boek The Last Speech of Moses gaat over Bijbelse gedachten. De drie boeken stonden in Israël op de bestsellerslijsten.
Eind 2013 ontving Goodman samen met zanger en songwriter Ehud Banai de Lovehaberprijs, voor het bevorderen van religieuze tolerantie en culturele openheid in Israël.
In maart 2017 verscheen zijn boek Catch 67 en daarna Return Without Teshuvah.

Dit artikel werd op 31 juli 2019 gepubliceerd op de website van het Israëlische Midrasja Beit Prat. Hier is een link naar het artikel in het Ivriet
Met dank aan Beit Prat voor de toestemming om het artikel te vertalen en te publiceren.

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.