NIW Dossiers: de Rothschilds

Aflverering 6: Het grote succes

Gepubliceerd op: 28 januari 2021

Met uitzondering van de Engelse koninklijke familie zullen er weinig families zijn waarover door de eeuwen heen zoveel is geroddeld als over de Joodse bankiersfamilie De Rothschild. Het is vaak moeilijk feit van fictie te onderscheiden. Het grote brein achter de succesvolle tv-serie Downton Abbey, de schrijver en producer Julian Fellowes, werkt op dit moment aan een nieuw kostuumdrama voor televisie over deze dynastie. Het NIW portretteert in een nieuwe serie vijf opvallende telgen uit dit roemruchte geslacht.

Crescas kreeg toestemming de afleveringen van dit boeiende dossier deels en in etappes over te nemen, waarvoor onze hartelijke dank!

Deze week deel 6, tot slot: Het grote succes

De broers James en Nathan de Rothschild behoren in de negentiende eeuw tot de rijksten der aarde. James’ vrouw Betty is de lieveling van de Parijse hoogste klasse en muze van grote kunstenaars, maar omdat ze geen christen is, weigert de Franse koning Lodewijk XVIII haar de toegang tot het hof.

James de Rothschild

Europa, begin negentiende eeuw. Het werelddeel likt zijn wonden na de Napoleontische oorlogen. De vijf zonen van stamvader Mayer Amschel Rothschild zijn uitgewaaierd over diverse Europese steden. In Frankfurt, de plaats waar vader Mayer de dynastie stichtte en alle vijf de zonen zijn geboren, wonen alleen nog de oudste zoon, Amschel, en moeder Gutele. Zij bewoont nog altijd het oorspronkelijke huis van de Rothschilds en zal de Judengasse nooit verlaten. Ze wordt naarmate de jaren verstrijken steeds bijgeloviger en is ervan overtuigd dat het haar zoons ongeluk zal brengen als zij het oude huis met het Groene Schild en het getto vaarwel zegt. Volgens een anekdote zou Gutele, toen de buren haar vertelden bang te zijn voor een oorlog tussen de Duitse staatjes, rustig hebben geantwoord: “Onzin, daar geven mijn jongens geen geld voor.”

Zoon nummer twee, Salomon, is in Wenen terechtgekomen, waar hij zich in 1819 vestigt na anti-Joodse rellen in Frankfurt. De sfeer in Frankfurt is dan zo beangstigend, dat de jongste broer James Amschel wil overhalen zijn geboorteplaats te verruilen voor Parijs, maar Amschel blijft.

Omdat Joden geen huizen mogen kopen, huurt de gefortuneerde Salomon zonder pardon het beste hotel van Wenen af

Salomon vertrekt met tegenzin naar Wenen, hoofdstad van het Habsburgse Rijk, een stad die ook niet bepaald het lichtend voorbeeld is als het om gastvrijheid tegenover Joden gaat. Zij mogen er geen grond of huis bezitten en zijn uitgesloten van de beroepen rechter, ambtenaar, advocaat, onderwijzer en officier. En wie wil trouwen, moet een speciale belasting betalen. Ook zijn Joden verplicht zich regelmatig te melden op het ‘Jodenbureau’. Omdat ze geen huizen mogen kopen, huurt de gefortuneerde Salomon zonder pardon Römischer Kaiser af, het beste hotel van Wenen, waarmee hij de woede opwekt van de koning van Württemberg, een geziene gast in het hotel die vanwege die vermaledijde De Rothschild nu geen enkele kamer meer voor zichzelf beschikbaar weet. Ook Ludwig van Beethoven is not amused, want die kan nu in de muziekzaal van het hotel geen recitals meer geven. Toch staat Salomon bekend als de gulste en vriendelijkste van de vijf broers. Hij is niet zo onbehouwen als Nathan en minder grillig dan zijn jongste broer James, die nog weleens last kan hebben van een slecht humeur.

Geheime kinderen
Salomon heeft met zijn vrouw Caroline Stern twee kinderen: een zoon, Amschel, en een dochter, Betty. Een van Salomons belangrijkste cliënten als bankier in Wenen is de voormalige keizerin van Frankrijk, Marie-Louise, met wie Napoleon is hertrouwd na zijn echtscheiding van Joséphine. Zij volgt haar man niet in zijn verbanning naar Elba en later Sint-Helena, maar keert in 1814 terug naar de hoofdstad van het Habsburgse rijk en krijgt een relatie met een knappe, jonge generaal, Adam Albert von Neipperg. Naast de zoon die zij Napoleon in 1811 heeft gebaard, krijgt Marie-Louise met Adam nog twee kinderen. Die blijven geheim totdat Napoleon in 1821 op Sint-Helena sterft. Marie-Louise trouwt meteen haar Adam en de kinderen krijgen een voorname adellijke titel. Salomon heeft er dan al voor gezorgd dat de voormalige keizerin niet bepaald onbemiddeld meer is. Ook doet hij zaken met de leiding van het Oostenrijkse keizerrijk dat door de Habsburgers wordt geregeerd.

Het Chateau Rothschild bij Parijs, nu een ruïne

Middelste zoon Nathan, de briljantste van de vijf, maakt fortuin in Engeland, waarover u meer heeft kunnen lezen in deel vier van deze serie. Zoon nummer vier, Carl, woont in Napels. Hij is de minst intelligente van het stel. Ondanks aanvankelijk succes zal deze tak van de De Rothschild-dynastie geen stand houden.

De jongste zoon, James (Jakob), geboren in 1792, scheelt achttien jaar met zijn oudste broer Amschel en woont vanaf 1811 in Parijs, waar hij dankzij vader Mayer en broer Nathan een vermogen heeft verdiend tijdens de Napoleontische oorlogen. James zet de beroemde bank Rothschild et Frères op.

Hij concentreert zich na het napoleontische tijdperk vooral op de industriële ontwikkeling van Frankrijk en investeert in spoorwegen; hij en broers Nathan en Salomon worden dé spoorwegmagnaten van Europa. Waar veel andere investeerders menen dat de trein nooit paard en wagen zal vervangen, geloven de broers wel in het nieuwe vervoermiddel. Dat geloof in de vooruitgang en de met dat geloof gepaard gaande investeringen betalen zich al snel dubbel en dwars terug. James houdt zich verder bezig met mijnbouw, de import van thee en legt zich toe op het verbouwen van wijn. Hij koopt in 1868 Château Lafite, waar nu een van de beroemde Rothschildwijnen wordt geproduceerd.

Hotel Römischer Kaiser in Wenen

Kunst en liefdadigheid
In 1824 trouwt James met zijn nichtje Betty, de dochter van broer Salomon. James is 32, Betty is 19. James is dan al een van de rijkste mensen van Europa. Hoe groot zijn vermogen is, zal nooit bekend worden gemaakt, maar het is naar schatting vergelijkbaar met wat Bill Gates nu bezit. Betty vertrekt van Wenen naar Parijs, de stad die haar onmiddellijk in de armen sluit. Zij ondersteunt vele charitatieve instellingen, zoals armenziekenhuizen, behuizing voor de allerarmsten, en onderzoek en behandeling van tuberculose. In 1907 wordt in Parijs het eerste congres van de internationale organisatie voor verpleegsters (ICN) gehouden dankzij het bedrag dat zij in haar testament voor dit doel reserveert. De beroemde schilder Jean-Auguste-Dominique Ingres doet acht jaar over haar portret (gereed in 1848), waarbij hij zich laat inspireren door de Renaissancekunstenaar Rafaël. Het echtpaar bezit diverse kastelen, waaronder Chateau de Boulogne en Chateau Rothschild, even buiten Parijs. Daar worden grootse feesten gegeven. Het is er een komen en gaan van kunstenaars, onder wie beroemde namen als de schrijvers Balzac en Heine, de componisten Berlioz, Chopin, Liszt, Puccini en Rossini, en de schilder Delacroix. Chopin draagt zelfs een van zijn composities aan Betty op. Heine schrijft een gedicht over haar, Die Engel. Ook bezitten James en Betty een stadspaleis in Parijs aan de Rue Laffitte, waar ze wekelijks bals en soirees houden.

Het stadspaleis aan de Rue Laffitte, aquarel van Alexandre Serebriakof

Geweigerd aan het hof
Koning Lodewijk XVIII, die van 1814 tot 1824 de scepter zwaait over Frankrijk, heeft minder op met Betty. Hij weigert haar toegang tot het hof, omdat ze geen christen is. Dat terwijl de De Rothschilds in 1822 door de Habsburgers in de adelstand zijn verheven. Daar was al jaren sprake van, wegens bewezen diensten voor het Habsburgse Rijk. Maar het door de familie voorgestelde wapen dat bij die verheffing zou moeten horen, stuitte op veel weerstand. Het bombastische geheel, met kroon, adelaars en leeuwen leek te veel op het wapen dat een koninklijke familie niet zou misstaan. Die onbetamelijkheid kon de commissie die het wapen moest goedkeuren, niet toestaan en jarenlang werd de verheffing tegengehouden. Toch wordt in 1822 een versimpelde versie van het wapen geaccepteerd en daarmee wordt aan alle vijf de broers de gunst verleend zich baron te mogen noemen. Alleen de schrandere Nathan, die zich inmiddels in Londen heeft gevestigd, legt die eer naast zich neer. Hoe zal het immers op de Engelsen overkomen als de tot Brit genaturaliseerde Nathan een verheffing in de adelstand van een buitenlandse macht zal accepteren?

Adelstand of niet, Lodewijk XVIII houdt voor Betty de deuren van het hof dicht omdat ze Joods is. James trekt meteen zijn conclusies: hij zal nooit meer zaken doen met de vadsige vorst. Heel anders is de verhouding van het echtpaar met een van Lodewijks opvolgers, Lodewijk Filips I, die Frankrijk regeert van 1830 tot 1848. Al snel wordt Betty een van de beste vriendinnen van zijn vrouw, koningin Marie-Amélie. Betty heeft veel bewonderaars, onder wie generaal Changarnier, die zijn liefde voor haar verkondigt aan iedereen die het maar horen wil. Volgens diverse bronnen zijn zij ook daadwerkelijk minnaars.

James trekt zijn conclusies: hij zal nooit meer zaken doen met de vadsige vorst

Ananassen als rage
Lodewijk Filips leunt financieel zwaar op James. Daarover schrijft Heinrich Heine, huisvriend van de De Rothschilds, wiens voorouders evenals de Rothschilds in het Frankfurtse getto woonden: “Enkele eeuwen geleden had een koning de heer Rothschild slechts de tanden hoeven laten uittrekken om hem ertoe te bewegen een lening te verstrekken. Maar ziet, de ethiek van de middeleeuwen is door de revolutie weggespoeld en nu kan baron De Rothschild, Ridder in de Orde van Isabella de Katholieke, rustig in de Tuilerieën gaan wandelen als hij daar zin in heeft, zonder te hoeven vrezen dat de koning, hoezeer ook in financiële verlegenheid, ook maar één van zijn tanden zou durven aanraken.” Heine ziet de ‘emancipatie’ van de De Rothschilds als een van de tekenen van de Verlichting. Wanneer Benjamin Disraeli, de Britse premier en vertrouweling van koningin Victoria, op een bal aan de Rue Laffitte aanwezig is, verbaast hij zich over "het ongeëvenaarde paleis, met zijn onafzienbare stoet van bedienden, ananassen overvloedig als bosbessen." Ananassen zijn dé rage in die tijd. Disraeli beschrijft de joviale James als "een gelukkige combinatie van een Franse dandy en een sinaasappelkoopman." James is ook in voor een grapje. Zo vraagt de schilder Eugène Delacroix James eens of hij voor de kunstenaar wil poseren als bedelaar, "omdat hij precies de goede gelaatsuitdrukkingen heeft." James gaat lachend akkoord. De volgende ochtend belt een bedelaar, smerig en gekleed in lompen, aan bij Delacroix’ atelier. Een assistent van de schilder doet open en heeft zo met de man te doen, dat hij hem een franc toestopt. De dag daarop staat een bediende in livrei voor de deur van het atelier. Hij heeft een brief bij zich. Opnieuw doet de assistent open. De bediende overhandigt hem de brief, waarin staat: “Geachte heer. Hierbij vindt u het kapitaal dat u mij gisteren aan de deur van het atelier van de heer Delacroix overhandigde, met de daarop verschenen rente, in totaal de somma van tienduizend frank. U kunt de cheque te allen tijde bij mijn bank verzilveren. Met vriendelijke groeten, James de Rothschild.” James is ook de eerste De Rothschild die kunst verzamelt. Zijn eerste doek is La Laitière (Het melkmeisje) van Jean-Baptiste Greuze, maar al snel volgen er meer. Veel meesterwerken worden later weggegeven, onder meer aan het Louvre, waar ze tot op heden te bewonderen zijn.

Lodewijk XVIII van Frankrijk in zijn kroningstenue, schilderij van J. Guérin

Lees verder op niw.nl/de-rothschilds-het-grote-succes/

Nieuwsbrief

Volg ons en blijf op de hoogte! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief en wij zorgen dat je niks mist.

Bekijk nieuws overzicht

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.