Bange mensen stellen geen vragen
Schrijver, journalist en intellectuele dwarsdenker Renate Rubinstein (1929–1990) aan de vergetelheid onttrokken.
Gepubliceerd op: 18 november 2020
Samengesteld en ingeleid door Ronit Palache
Renate Rubinstein
Amsterdam: De Arbeiderspers, 2020
Aantal blz.: 512
ISBN: 9789029542845
Waar Renate Rubinstein (1929-1990) verscheen was er reuring. Vanaf 1961 maakte zij furore met de stukken die zij onder de naam Tamar in Vrij Nederland publiceerde. Of deze nu gingen over haar liefdesleven, het gemis van haar in de oorlog vermoorde vader, de moeilijke relatie met haar moeder, het koningshuis of het feminisme: ze waren altijd origineel, eigengereid en spraakmakend. Ze schreef openhartig over haar Joodse achtergrond, haar pijnlijke scheiding en haar ziekte MS. En zelfs postuum veroorzaakte Rubinstein nog ophef met het boek Mijn beter ik, over haar geheime relatie met Simon Carmiggelt, "de meest getrouwde schrijver van Nederland."
Dertig jaar na Renate Rubinsteins overlijden brengt Ronit Palache via deze rijke bloemlezing een ode aan haar autonome geest. Aan de hand van Rubinsteins autobiografische teksten, columns, lezingen en brieven, waarvan een deel niet eerder in boekvorm verscheen, krijgt de lezer een intiem beeld van een ambivalente vrouw die er niet voor terugschrok zichzelf en anderen de waarheid te zeggen.
Renate Rubinstein (1929-1990) was de Koningin van de Column. Onder het pseudoniem Tamar publiceerde zij jarenlang in Vrij Nederland. Haar 'themaboeken' Niets te verliezen en toch bang (over echtscheiding), Liefst verliefd (twaalf verhalen over liefde), Nee heb je (over ziek zijn) en Mijn beter ik (over haar relatie met Simon Carmiggelt) zijn klassieke egodocumenten in de Nederlandse literatuur. Voor Niets te verliezen en toch bang ontving zij de Multatuliprijs 1979. Hans Goedkoop bezorgde postuum Over Israël, een keuze uit de stukken over Israël en het jodendom, Twijfel trainen, een keuze uit de Israëlische dagboeken waarin Rubinstein de basis legt voor haar schrijverschap