Eeuwenlang was Amsterdam dé diamantstad van de wereld. Hier werden vrijwel alle stenen geslepen en verhandeld. In de negentiende eeuw groeide het vak tot grote omvang, met wel 80 fabrieken en meer dan 10.000 vaklieden. Opvallend was de Joodse dominantie, zowel onder de arbeiders als bij de werkgevers.
De grootste concentratie gebouwen is te vinden langs de Nieuwe Achtergracht, waar zich gedurende ruim honderdvijftig jaar het hart van de diamantindustrie vormde. De ontwikkeling van huisnijverheid naar grootschalige, op stoom, en later op elektriciteit aangedreven fabrieken, is nog duidelijk in het straatbeeld terug te zien. Ook de handel en het vakbondswezen hebben zichtbare sporen nagelaten.

Van het Joodse leven, dat nauw met het diamantvak was verbonden, is eveneens veel terug te vinden.
Deze wandeling is gebaseerd op het boek Diamantgracht. Het Joodse hart van een typisch Amsterdamse industrie waarin schrijver Daniel Metz nieuwe inzichten geeft in het diamantvak en het Joodse leven in Amsterdam tijdens en na de industrialisatie.

Samen met Daniël wandel je langs een aantal diamantslijperijen en -zagerijen (waaronder de oudste diamantfabriek van de stad) en andere plekken en gebouwen die onlosmakelijk verbonden zijn met de diamantindustrie en hoor je de verhalen.