Viktor Frankl: ‘ja’ zeggen tegen het leven
Lezingenreeks Joodse filosofie: Post-WWII
Hoe zeg je ‘ja’ tegen het leven als je in een concentratiekamp gevangen wordt gehouden? En daar op talloze manieren wordt vernederd en mishandeld? Het overkwam de Joodse en Weense psychiater Viktor Frankl. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw ontwikkelde hij een visie op mens-zijn en een daaruit voortvloeiende gesprekstherapie die patiënten in staat stelde om op betekenisvolle wijze te gaan met lijden.
Hij noemde zijn visie en therapie: Existenz Analyse en Logotherapie. Het centrale uitgangspunt van Frankls werk is dat ieder mens een hele kern heeft. Een kern die onverwoestbaar is. En juist dat gave stuk in de mens stelt hem/haar in staat om zich tot het lijden te verhouden. Een mens is niet vrij van wat hem overkomt, maar wel in hoe hij zich daartoe wil verhouden. Daar verwacht het leven een antwoord van de mens.
In onvoorstelbare omstandigheden heeft Frankl zijn eigen visie moeten leven, voordat hij na de Tweede Wereldoorlog op succesvolle wijze daar zijn patiënten mee kon begeleiden. In deze lezing komen we, uitgaande van het levensverhaal van Frankl (verwoord in het boek De zin van het bestaan), op het spoor van de essentie van zijn Existenz Analyse en Logotherapie: in soms minimale vrijheid een betekenisvol antwoord aan het leven geven. Niet alleen van belang voor patiënten maar voor ons allemaal!
Stichting Collectieve Maror-gelden Nederland (Maror) beheert de Maror-gelden van private partijen (banken, beurs, verzekeraars) die bestemd zijn voor collectieve doelen binnen de Joodse gemeenschap in Nederland en verstrekt daaruit subsidies.
meer informatie: maror.nl
