Wat kan democratie in Israël nog aan?

Harry van den Bergh z”l

vrijdag 13 januari 2017

Afgelopen zondag stap ik op het vliegveld Ben Goerion uit een taxi. Voordat ik weg kan lopen, voegt de chauffeur mij enigszins opgewonden toe dat er zo juist in Jeruzalem een aanslag is gepleegd: vier doden zeker, allen jonge Israëlische soldaten. Al heel vlug circuleert er een video van het gebeurde. Opnieuw is het een extremist die met een vrachtwagen mensen dood. Het is al bijna mode om het zo te doen. Ik zie het filmpje en ik voel de woede en de afkeer opkomen. Meer dan dat kan ik niet doen, behalve mij nog eens afvragen wat dit alles kan betekenen voor de enige democratie in het Midden-Oosten. De volgende dag zie ik de bekende foto’s van de begrafenissen: heel veel jonge mensen, meest soldaten, die huilend hun vriend of vriendin wegbrengen na een perverse aanval op mensen die in elk geval niet met terreur of wapens bezig waren. Zo cynisch is de oorlog van een terrorist, die geen enkele grens stelt aan de wijze van doden. Hamas deelt in Gaza op straat uit vreugde snoepjes uit aan de kinderen. In Gaza wordt kinderen verteld dat Israëlische burgers er alleen zijn om gedood te worden en dat wij, de Palestijnse kinderen, daar feest voor vieren. Hoe kan men zo nog iets van de toekomst verwachten?

Dat het vredesproces muurvast zit, kan een kind begrijpen. Ik geloof ook niet dat er iemand is die weet hoe het proces weer op gang kan worden gebracht, nog afgezien van de vraag wat er onder het vredesproces verstaan kan worden. De Israëlische activisten die illegaal nederzettingen vestigen en hun politieke steunpilaren hebben er vast een ander idee bij dan degenen die tot een aanvaardbaar compromis willen komen. Ik zou het niet aandurven daar enige voorspelling over te doen zo vlak voor het aantreden van de nieuwe Amerikaanse president, die op z’n minst geen toonbeeld is van continuïteit en consistentie. Veel zal zich afspelen op het interne Israëlische front en zo ook op het interne Amerikaanse front.

Naast dat wij afgelopen zondag met die ellende in Jeruzalem werden geconfronteerd, was het ook de interne Israëlische politiek die op scherp werd gezet, en dat had alles te maken met de vraag hoe een rechtssysteem als dat van Israël reageert op extremiteiten als die van zondag, of op het doodschieten van een Palestijn door een Israëlische soldaat terwijl de Palestijn al weerloos op de grond lag. Deze incidenten zijn allesbehalve de enige maatstaf. Immers, geconfronteerd met voortgaande terreur is het een ingewikkelde vraag hoe het rechtssysteem met al zijn verantwoordelijkheden en beperkingen reageert op extremisme. Ik begrijp woede en razernij, maar verzoek toch ook een tikje kalm te blijven en te overwegen op welke wijze het recht moet blijven functioneren. De extreme omstandigheden van het Israëlisch/Palestijnse conflict vereisen ook zelfbeperking en een zekere nuchterheid. Het Israëlische leger heeft zonder twijfel met veel geweld gerageerd, met allerlei soorten van maatregelen die wat mij betreft ook grenzen overschrijden. Maar ik leef niet in de omstandigheden van Israël, waar ik de plaatsen van geweld en terreur slechts af en toe passeer en vervolgens weer overga tot de orde van de dag.

Waar het toe kan leiden, zagen wij in de rechtszaak van de Israëlische soldaat die die op de grond liggende Palestijn doodschoot en door de rechtbank werd veroordeeld. Met volstrekt voorbijgaan aan de regels van de rechtstaat, namelijk dat réchtbanken oordelen, werd allerwegen door die vreselijke rechtse kliek in Jeruzalem gepleit voor vrijspraak of een pardon. Nog geen uren na de uitspraak, voegde ook Bibi zich bij dat koor. Waar is deze man uit een beroemde Joodse familie van intellectuelen toch mee bezig?

Tot mijn stomme verbazing was daar, naast de opperbevelhebber van het Israëlische leger, ook Avigdor Lieberman, toch een type rechts-extremist, die pleitte voor de handhaving van het rechtssysteem en voor het respecteren van de uitspraak van de rechters. Opluchting daarover, zeker, maar zijn de teksten van Lieberman en Eizenkoth genoeg om het evenwicht in het Israëlische recht te handhaven? Ik ben er somber over, omdat het wel lijkt dat twee grote groepen burgers, elk met de eigen politieke woordvoerders, met tegengestelde idealen tegenover elkaar staan. De eerste die daarvoor de prijs zal betalen is de enige democratie van het Midden Oosten!

7 + 2 = ?
De leugen is het belangrijkste wapen in de strijd tegen Israel.En als je een leugen maar vaak genoeg herhaalt, het wordt vanzelf “waarheid....In Israël wonen seculiere Joden, christenen, moslims, druzen, orthodoxe Joden en Arabieren naast elkaar. Allemaal hebben zij dezelfde rechten, allemaal bekleden zij zeer hoge posities in de Israëlische maatschappij. Vijf Arabische politieke partijen zijn vertegenwoordigd in de Knesset en er zijn 14 Arabische Knessetleden: één heeft het gebracht tot minister, één is een voormalige en een andere is de huidige voorzitter van de Knesset. Een Israëlisch Arabische rechter zit op de zetel van het Hooggerechtshof, de hoogste rechtbank van het land.Israëlische Arabieren leven met volledige vrijheden in hun land. Ze kunnen studeren en werken waar ze willen. Ze beschikken over nationale gezondheidsvoorziening en genieten van dezelfde voordelen als hun Joodse medeburgers.De waarheid is, dat deze Arabieren genieten van een onnoemelijk hogere levensstandaard dan hun collega Arabieren in de landen rondom Israël...

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.