Antisemitisme op Sicilië

Simon Soesan

vrijdag 5 juni 2015

Het was een geplande reis. Samen met mijn levenspartner een paar dagen over het eiland Sicilië toeren. Mooie dingen zien, lekker eten en goede wijnen drinken. Uiteraard was ik me ervan bewust dat dit eiland mede bekend is om zijn maffia-historie, vooral ook vanwege de Godfather-trilogie.

Echter, niets had mij kunnen voorbereiden op de laffe, gemene en vooral genadeloze antisemitische aanval die ik daar persoonlijk heb moeten ervaren. Een aanval die plaatsvond gedurende onze laatste nacht op het eiland, die we doorbrachten in een klein en leuk hotelletje in Palermo. Het licht was nog maar net uit toen de eerste verschijnselen zich aankondigden. Luid en hoog gezoem naast mijn oor deed mij al meteen vermoeden dat deze nacht niet in stilte voorbij zou gaan. Even hierna voelde ik jeuk net onder mijn rechter voetzool. De strijd was begonnen. De antisemiet had mij te grazen genomen. Antisemiet, omdat deze mug het overduidelijk alleen op mij gemunt had. Zelfs niet op mijn vrouw, aangezien zij om voor mij totaal onduidelijke redenen nooit door dergelijke onverlaten bestookt wordt. Nu ik erover nadenk zou het ook zomaar een antisemitisch complot, speciaal tegen mij gericht kunnen zijn.

Terwijl ik mij inmiddels hevig lag te krabben, voelde ik tegelijkertijd ook jeuk op mijn schouder en op mijn heup opkomen. Nu was het genoeg. Als deze antisemitische mug mot wilde, dan kon hij dat krijgen. En wel meteen! Boos stond ik op en deed het licht aan. Mijn levenspartner werd wakker en vroeg enigszins slaapdronken waar ik mee bezig was. “Ga jij maar slapen. Ik zal dat beest zelf wel doodslaan,” sprak ik heldhaftig. Op datzelfde moment sloeg het racistische monster genadeloos toe op mijn andere heup en ik draaide me om. Nadat ik bijna mijn been gebroken had omdat een stoel niet uit de weg ging, realiseerde ik mij plotseling dat de reden dat ik dat kreng niet zag, waarschijnlijk gerelateerd was aan het feit dat ik mijn bril nog niet op had. Ik slaap tegenwoordig namelijk zonder bril, aangezien ik in mijn dromen prima kan zien zonder.

Met bril op en nu gewapend met een handdoek startte ik mijn zoektocht naar de infiltrant in de hotelkamer. Ik controleerde de gordijnen, onder het bed, de lampen, de muren en het plafond, echter zonder enig succes. Uit het niets was daar plotseling weer het hoge gezoem, vlakbij mijn oor. Als oud-militair laat ik mij niet kennen, dus ik sloeg genadeloos hard toe met de handdoek. Ik raakte echter uitsluitend mijn oor. De aanvaller wist op onbegrijpelijke wijze te ontkomen. Na nog enkele manmoedige acties van mij en onverklaarbare ontsnappingen van de terrorist , kreeg ik een subtiele hint van mijn vrouw dat als ik nu niet ook nog een heel groot tweede probleem wilde krijgen het licht uit moest. En wel onmiddellijk! Aangezien met dergelijke dreigementen niet te spotten valt, had ik weinig keus.

Ik lag nog niet in bed of de onverlaat had mij alweer te grazen genomen. Op mijn hand deze keer. Al mijn pogingen om dit fascistoïde insect te termineren bleken tevergeefs. Het vijandige gezoem en de injecties met jeukend gif gingen nog een paar uur door. Om vijf uur ’s ochtends was ik nog steeds klaar wakker en had ik in gedachten al klachtenbrieven naar de hoteldirectie, de burgemeester van Palermo, de premier van Italië, het bestuur van AC Milan, de opperrabbijn van Sicilië, de paus en de Godfather geschreven. Dit grove antisemitische gedrag moest nu voor eens en voor altijd afgelopen zijn!

Toen de zon opkwam en een prachtige ochtend zich in Palermo aandiende, liet ik mijn vrouw de gevolgen van de brute nachtelijke aanval zien. Diverse hevig jeukende muggenbulten. Ze bleek echter niet erg onder de indruk. Ze mompelde iets bijna onverstaanbaars wat ik vast niet goed begreep. Juist op dat moment vloog er een ongelooflijk dikke mug, vol met mijn bloed, treiterend dicht langs me, zo het raam uit.

“Zag je dat, zag je het nou?” vroeg ik mijn vrouw verontwaardigd. Zij keek mij slechts hoofdschuddend en een beetje verveeld aan.

Bij het uitchecken vroeg de receptioniste ons of het verblijf aangenaam was geweest. Ik ademde diep in om deze dame, die waarschijnlijk onderdeel was van het complot om mijn nachtrust volkomen te versjteren, even precies te vertellen hoe ik deze nacht had ervaren. Maar de liefde van mijn leven was mij net voor: “Onvergetelijk,” zei ze met een brede glimlach, terwijl ze mij dreigend van opzij aankeek. Ervaren als ik ben, koos ik eieren voor mijn geld en was, tegen mijn natuur in, heel stil. Gelukkig leest ze geen Nederlands.

© Simon Soesan

7 + 2 = ?

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.