De Joodse gemeente van de toekomst

Harry van den Bergh z”l

vrijdag 1 februari 2013

Ik onderdruk mijn neiging deze keer om over de verkiezingen in Israël te schrijven. Ik onderdruk nog meer mijn neiging om te schrijven over ene Dries van Agt, die niet weet in welke richting hij zich moet draaien om zijn meer dan opmerkelijke afkeer van Israël vorm te geven. Op beide onderwerpen zal ik mij zeker nog storten, maar ik concentreer mij deze week op de belangrijke ontwikkelingen in de Joodse gemeente van Amsterdam, de NIHS en alles wat er omheen gebeurt.

Ooit was ik lid van deze Joodse gemeente. Ik ontmoette er bijzondere mensen, die mij in mijn zoektocht naar het jodendom op weg hielpen. Het is niet op deze plaats dat ik namen zal noemen, maar zij stonden in een opmerkelijke traditie en waren ook grote persoonlijkheden. Het geloof vond ik sowieso al iets moeilijks en ongrijpbaars, maar de traditie die zij vertegenwoordigden, was die van grote Joodse kennis en prachtige minhagiem (gewoontes) zoals zij zo indringend en ontroerend naar voren kwamen in het Amsterdamse chazzanoeth. Voor chazzan Moskowits ging ik speciaal naar de Lekstraatsjoel.

Ik verliet de Joodse gemeente om een persoonlijke reden die er toch op neer kwam dat afwijkende meningen of zienswijzen niet mogelijk waren. Jarenlang was ik dakloos, waarna ik mij aansloot bij de Liberaal Joodse Gemeente die tolerantie en openheid uitstraalde, maar waar ik die klassieke aanraking van de Oostjoodse jiddisjkeit niet terugvond. Hoe onzinnig en vooringenomen ook, aan de vrouwen met keppel en talliet heb ik nooit kunnen wennen. Dat neemt niet weg dat de betekenis van het liberale gedachtegoed, na de catastrofe, voor het herstel van de Joodse gemeenschap van immense betekenis is geweest. Tijdens de feestdagen bezoek ik altijd de kleine sjoel in de Gerard Doustraat waar ik mijn nostalgie naar het vooroorlogse jodendom bevredig, hoewel ik het nooit bewust gekend heb. Ik ben geboren in de Rapenburgerstraat en dat raak ik nooit meer kwijt.

Ik word helemaal niet vrolijk bij het op afstand gadeslaan van een uiteenvallende Joodse gemeente, een proces dat mij al vele jaren geleden onvermijdelijk leek. De toegenomen dominantie, althans de pogingen daartoe, van een rigide en strikte orthodoxie moest wel tot breuklijnen leiden. Het is verbazingwekkend dat de opstand zo lang is uitgebleven. Die bleef zo lang uit omdat kernfiguren uit solidariteit de grootst mogelijke moeite hadden hun alma mater de rug toe te keren en een eigen weg in te slaan. Die weg is de AMOS-sjoel, zoals eerder ook de Liberaal Joodse Gemeente al een eigen pad op ging. Er zijn meer voorbeelden in Nederland!

Ik heb mij wel eens laten uitleggen dat een van die aardige dingen in het jodendom de veelheid van opinies rond een rabbijn is. Oost-Europa zat vol gemeenschappen, gestructureerd langs de opvattingen van de eigen rabbijn. Die kehillot waren ook materieel verantwoordelijk voor het hebben en houden van hun sjoel. In tal van landen is dit nog steeds, of weer, het geval. Ik heb ook wel eens gedacht, op basis van het beetje kennis dat mij werd bijgebracht door Jacob Amouyal en Raphael Evers, dat de verscheidenheid aan opinies die men leert in de Gemara ook organisatorisch moest leiden tot afzonderlijke sjoelgemeenschappen. Verscheidenheid in opinievorming zit immers ingebakken in het jodendom.

Die fameuze Joodse gemeente van Amsterdam valt nu uiteen en wat overblijft is een poging tot een nieuwe organisatievorm te komen. Ik ga daar natuurlijk helemaal niet over, maar mijn opinie is dat een onvermijdelijk proces al lange tijd op gang was, waarbij de dominante opinie langzamerhand het onderspit zou en moest delven. De kans bestaat nu dat een groter pallet aan opvattingen tot stand komt, gegroepeerd rond een rabbijn en een sjoelgemeenschap. AMOS was al niet de enige en meer zullen volgen. Iets om treurig over te zijn? Ik denk het niet. Er bestaat nu een goede gelegenheid om mensen aan te trekken bij sjoelactiviteiten op basis van wat zij verlangen en niet omdat er geen andere keuze was.

Ik hoop zeer dat men een oplossing vindt voor het vraagstuk van de financiering die tot nu toe centraal werd geleid en die ook centrale fondsen omvat. Die oplossing is een absolute voorwaarde voor toekomstige aantrekkelijkheid en aantrekkingskracht. Het is in dit geval niet helemaal onwaar: wie de financiële middelen heeft, heeft ook de macht.

De Joodse gemeente zij veel wijsheid toegewenst!

7 + 2 = ?

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.