Verkeerde grootouders

Leo Frijda

vrijdag 28 januari 2011

Waar woon je? Bij mijn verkeerde grootmoeder, antwoordde Ellen, maar het is een goede oma. Ellen is de hoofdpersoon in Die grössere Hoffnung, de enige roman van Ilse Aichinger. De roman verscheen al in 1948 bij Bermann-Fischer Verlag, toen nog gevestigd in Amsterdam. Het heeft enige tijd geduurd voordat de betekenis van dit boek in ruimere kring doordrong. Pas in 1981 bracht Wereldbibliotheek ook een Nederlandse vertaling op de markt.

Die grössere Hoffnung is geen gemakkelijke roman, door het taalgebruik en door het samenvallen van droom en werkelijkheid die zorgvuldig lezen vraagt. Net als Celan en Perec gaat het Aichinger, al het is op een geheel eigen manier, om het beschrijven van wat zich rechtstreeks moeilijk beschrijven laat. Zelf formuleerde zij het zo: ... weil es damals vor dem Fenstern draussen gerade Nacht war, Krieg und Verfolgung, habe ich mich bemüht, im Finstern schauen zu lernen und darin die Masse des Tages wiederzuerkennen. Haar dromen staan niet tegenover de werkelijkheid maar zijn de nachtelijke beelden aan de hand waarvan zij de werkelijkheid die zij heeft meegemaakt weer kan oproepen.

Want wat zou ik beginnen
als de jagers er niet waren, mijn
               dromen,
die ’s morgens
aan de achterkant van de bergen
afdalen, in de schaduw.

Het is het eerste gedicht uit Verschenkter Rat, in de vertaling van Rose-Marie François. Hetzelfde thema komt terug in het laatste gedicht dat de bundel afsluit:

En had ik geen dromen,
dan was ik toch niemand anders,
ik was dezelfde zonder dromen,
wie riep me naar huis?

Ilse Aichinger heeft droombeelden nodig om te beschrijven wat er gebeurde toen het buiten nacht was, maar ook omdat zij anders haar verleden nog verder achter zich zou moeten laten. Wie riep me naar huis? Het verleden is voor Aichinger in de eerste plaats afscheid. Ze zei daarover: so habe ich erlebt, was ein “Mischling” um diese Zeit erlebte und das war vor allem Abschied. Vooral afscheid van haar grootmoeder die in het concentratiekamp bij Minsk is vermoord.

Ilse Aichinger, geboren 1921, had, ik schreef dat al in mijn vorige column, een Joodse moeder en een niet-Joodse vader. Zij woonde in haar jeugd voornamelijk bij haar grootmoeder. Haar moeder was schoolarts en werd, omdat ze Joods was, na de Anschluss ontslagen. De tweelingzuster van Aichinger werd tijdig naar Engeland gestuurd maar Ilse bleef de oorlogsjaren bij haar moeder, in één kamer in unmittelbarer Nähe des Wiener Gestapo-Hauptquartiers. Wie durch ein Wunder haben sie meine Mutter nicht gehohlt und mich auch nicht, zei ze later in een interview.

Die grössere Hoffnung is een roman en niet zonder meer een autobiografie. Zo is de hoofdpersoon, Ellen, jonger dan Ilse Aichinger destijds was. In de roman is de moeder uitgewezen en naar Amerika gegaan, over het grote water. Ellen bezoekt in het begin van het boek de consul voor het verkrijgen van een visum om zelf ook te kunnen ontkomen. Tevergeefs. De consul weigert want niemand staat borg voor Ellen. De haai en de wind, die hebben ook niemand die borg voor hen staat, maar de haai en de wind, die hebben ook geen visum nodig. Ellen blijft achter. Zij woont bij haar grootmoeder die in de roman niet wordt gedeporteerd maar vergif inneemt, kort voordat zij zou worden opgehaald.

Ellen, het meisje met twee verkeerde grootouders, wil zich aansluiten bij de kinderen die vier verkeerde grootouders hebben. Ik wil meespelen, zegt Ellen. Maak dat je weg komt, zeggen de kinderen met vier verkeerde grootouders. Jij hoort niet bij ons! Met twee verkeerde grootouders! Dat is te weinig. Toch voegt Ellen zich bij de kinderen met vier verkeerde grootouders. De kinderen spelen op het kerkhof omdat spelen in het park verboden is voor kinderen met verkeerde grootouders. Onze grootouders zijn tot schuld geworden. Schuld is dat we er zijn.

In de roman staat de ster centraal. Ellen, die twee verkeerde grootouders heeft, hoeft de ster niet te dragen. Wees blij dat je dat bespaard blijft, had haar grootmoeder gezegd. Maar de ster beweegt altijd met haar mee. De ster bleef steeds bij haar. Hoe moest je stralen zonder ster? Dat liet ze zich niet afnemen, niet door grootmoeder en niet door de Geheime Politie. De ster ging Ellen voor naar haarzelf. En aan het eind van het boek komt Ellen tijdens een bominslag om het leven. Ik zie de ster, zijn haar laatste woorden.

De terminologie van de verkeerde grootouders, in het Duits falsche Grosseltern, is natuurlijk het perspectief van de vervolgers. Wie als Jude geldt en wie als Mischling, is bepaald in één van de wetten van Neurenberg. Er is ook nog een ander perspectief, het Joodse perspectief, dat alleen maar Joden en niet-Joden kent. Vanuit het perspectief van de vervolgers maken drie verkeerde grootouders iemand tot Jood. Vanuit Joods perspectief kan dezelfde persoon toch niet-Joods zijn. Heeft hij of zij dan een verkeerde grootmoeder? Die terminologie uit de nazitijd kunnen we beter maar niet overnemen.

De grootmoeder van Ilse Aichinger is 12 mei 1942 gepakt en gedeporteerd. In een interview vertelde Aichinger dat zij haar grootmoeder nog heeft gewaarschuwd. Die lag echter met een longontsteking in bed en kon daarom het huis niet verlaten om zo deportatie te voorkomen. Aichinger heeft gezien dat haar grootmoeder is afgevoerd:

Das Lager, in dem zuerst alle gesammelt wurden, war über den Brücken im früheren Ghetto, eine ehemalige Schule; es ist jetzt auch wieder eine Schule. Und da musste man in den Lastwagen, in denen sie dan abtransportiert wurden, endgültig, über eine Brücke fahren. Dort bin ich gestanden und habe sie gesehen, mit einem Kopftuch. Und irgend jemand hat gerufen, schau, hier ist die Ilse. Aber sie hat sich nicht umgedreht.

In de bundel Verschenkter Rat staan de dichtregels:

Grossmuter, wo sind deine Lippen hin,
um die Gräser zu schmecken ...

Oma, waar zijn je lippen nu
om de kruiden te proeven ...

Een door de Frankfurter Allgemeine Zeitung aan Ilse Aichinger toegezonden vragenlijst vermeldt: Was ist für Sie das vollkommene irdische Glück? Ilse Aichinger antwoordt: Meine im Vernichtungslager Minsk ermordete Grossmutter wiederzusehen. In haar schrijven neemt Ilse Aichinger telkens opnieuw afscheid van haar grootmoeder. De pijn daarvan is blijvend.

7 + 3 = ?

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.