Erkenning van de (Joodse) staat?

Harry van den Bergh z”l

vrijdag 14 maart 2014

Hoe het met het vredesproces onder leiding van John Kerry gaat, is natuurlijk niet duidelijk. Het hangt af, zoals altijd, van de pretenties van zogenaamde bronnen, wat je ervan moet denken en om al of niet op het verkeerde been gezet te worden om te weten hoe het ervoor staat. De indruk die een buitenstaander krijgt, is in elk geval geen reden voor een groot optimisme en dat met nog maar enkele dagen te gaan voor de publicatie van het zogenaamde raamwerk van een mogelijke overeenkomst. Dan is er nog geen sprake van een overeenkomst, maar zekere en belangrijke contouren worden mogelijkerwijze zichtbaar.

Zeker is, begrijp ik, dat er in elk geval iets gezegd gaat worden over de vraag of een erkenning van de Joodse staat Israël door de Palestijnen noodzakelijk en gewenst is. Ik moet bekennen dat ik nog niet uit de vraag ben of van de Palestijnen gevraagd moet worden dat zij de Joodse staat Israël of de staat Israël moeten erkennen in een vredesovereenkomst. De Palestijnen betogen dat zij al vanaf de tachtiger jaren van de vorige eeuw de staat Israël hebben erkend, zonder twijfel met zeer gemengde gevoelens. Ook een aantal Arabische staten, voor wat het waard is, hebben op verschillende momenten ten minste het vooruitzicht geschetst van de erkenning van de staat Israël. Sommige landen onderhielden al diplomatieke betrekkingen, andere profiteerden van handelsbetrekkingen.

Ik ben niet nagegaan of de eis van erkenning van de Joodse staat Israël een recent fenomeen is of dat dit ook al veel eerder in deze vorm aan de orde is geweest. Mijn indruk is dat in elk geval met de huidige nadruk, het om een recent fenomeen gaat dat een belangrijke politieke lading heeft gekregen in de gesprekken van John Kerry met Israëli’s en Palestijnen.

Ik heb nog geen echt oordeel over de gerechtvaardigheid van de eis van erkenning van de Joodse staat. Er zijn verschillende gezichtshoeken, zoals vrijwel altijd in het internationale recht. Ik denk dat het meest voor de hand liggende argument is, dat staten die elkaar erkennen, slechts het feitelijke bestaan van een staat erkennen binnen bepaalde grenzen. Het feit dat die staat katholiek is, Joods of Islamitisch, is daarbij naar mijn opvatting niet relevant. Immers: elke staat heeft het recht binnen haar eigen grenzen, ongeacht opvattingen buiten het eigen rechtsgebied, te bepalen wat het karakter is van die staat. In democratische landen is een dergelijke uitspraak, wanneer die al plaats vindt, onderhevig aan uitspraken van het volk bij verkiezingen of een referendum. Ik denk dat dit uitgangspunt het gangbare uitgangspunt is in de betrekkingen tussen staten die elkaar erkennen. Op zichzelf lijkt het dat er geen reden is een andere benadering toe te passen in de mogelijke staatkundige betrekkingen tussen Israël en het aanstaande Palestina.

Ik dacht dat het Benjamin Netanjahoe was die enige tijd geleden het idee opperde dat de Palestijnen de Staat Israël als Joodse staat moesten erkennen. Ik zou jokken wanneer ik zou zeggen dat ik de achterliggende reden van deze eis niet zou begrijpen. De veronderstelling is dat zonder erkenning van het Joodse karakter van Israël, zelfs na een vredesverdrag de acties zouden doorgaan tegen Israël omdat het hier om een Joodse staat gaat en dat een staat zou mogen voortbestaan, zolang het maar geen Joodse staat is. Ik vermoed dat deze opvatting voor het internationale recht geen betekenis heeft, want het is uitsluitend aan de eigen rechtsstaat voorbehouden te bepalen wat het karakter is van een staat. Zoals er tal van Islamitische staten zijn!

Daarbij vraag ik mij af wat een mogelijke Palestijnse staat zou kunnen doen om het karakter van deze Joodse staat te ondermijnen met middelen die niet bij een vredesovereenkomst zijn overeengekomen. De meest voor de hand liggende methode is de Arabieren in Israël aan te moedigen zo procreatief te zijn dat zij een meerderheid verwerven in de Knesset en het land hun wil kunnen opleggen. Theoretisch is dit natuurlijk mogelijk, maar er zullen verschillende decennia moeten passeren. Daarmee in verband staat, mijns inziens, het vraagstuk van de terugkeer van Palestijnen. Stel dat Israël zou toestaan dat zeer grote aantallen Palestijnse Arabieren terugkeren, dan kan de hierboven genoemde veronderstelling sneller werkelijkheid worden. Het realiteitsgehalte van deze gedachten is gering, ook al omdat ik denk dat bij verdrag alle vraagstukken geregeld moeten worden die eventueel een gevaar voor het karakter van de staat Israël zouden opleveren, zoals dat ook zou gelden voor de aanstaande Palestijnse staat.

Ik lees en hoor her en der dat de eis van de Joodse staat is opgeworpen om de onderhandelingen veel moeilijker te maken. Ik zou naïef zijn wanneer ik met kracht deze optie zou verwerpen. In dat geval is die eis inderdaad destructief, omdat met recht beweerd kan worden dat de eis overbodig is en zaken ernstig compliceert. Voorlopig heb ik de neiging te denken dat de eis van erkenning van het Joodse karakter overbodig is.

8 + 1 = ?
De erkenning van Israël als Joodse staat heeft naar mijn idee niet zozeer te maken met het religieuze aspect van het Jodendom, maar met het feit dat Joden een volk zijn. In ieder geval zien Joden dat zo. Een volk met een eigen religie, maar je hoeft als Jood niet religieus te zijn om toch Joods te zijn. Het Joodse volk heeft net als ieder ander volk recht op zelfbeschikking. Dat geldt trouwens ook voor de Palestijnen die in de loop der tijd zichzelf steeds meer als volk zijn gaan definiëren. Dat Netanyahu zo hamert op erkenning van Israël als Joodse staat heeft alles te maken met het "recht op terugkeer" van Palestijnen binnen de "groene lijn". Erkenning van Israël door de Palestijnen heeft weinig om het lijf als wordt vastgehouden aan het recht op terugkeer want dat Israël als Joodse staat onderuit halen. De eis van Netanyahu kan hij laten vallen als er een oplossing wordt gevonden voor dat recht op terugkeer. Maar zelfs dan is er nog wel wat voor te zeggen: erkend wordt dan dat Joden recht hebben op een eigen staat in het Midden Oosten in plaats van zoals eerder het geval was als minderheid te worden gedoogd in Arabische landen.

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.